22 juli 1992 

Heer, zolang wij onverzoend blijven gaan we door Uw Heilige Kerk te ontheiligen en gaan wij langzaam maar zeker door onze zielen terug te brengen tot een hoop puin. Zoeken wij U werkelijk als we praten over EENHEID? Wanneer gaat U tussenbeide komen en ons tot bezinning brengen om U oprecht te zoeken? Gebruiken wij onze tong om openlijk tegen U te liegen en slechts te doen alsof wij ons willen VERENIGEN? Hoelang zullen wij U nog belasteren en zult U niet tussenbeide komen? Wij provoceren U herhaaldelijk, wanneer zult U ons uitdagen? 

leerlinge, zeg Mij dit gebed na: 

God, U die vol Medelijden bent,
laat Uw Gelaat glimlachen naar ons om ons te verenigen;
zie vanuit de hemel neer,
kijk naar onze verdeeldheid die nu in Uw Kerk heerst,
Uw lammeren, Mijn Herder,
komen in groten getale om,
terwijl zij weidegrond zoeken om in leven te blijven; 

luister naar het zuchten van de Kerk;
deze grote voorspelde Geloofsafval
berooft U van Uw kinderen,
breng Uw Kerk
deze Dag van Glorie die U eens voorspeld heeft
opdat wij allen één mogen zijn, 

Heer, blijf niet zwijgen en talm niet langer,
kom! kom, breng ons de eens voorspelde Dag,
laat iedereen Uw Majesteitelijke Stem horen;
U staat bekend als de Goedgunstige, Mijn God,
luister naar mij en antwoord mij …
ik dank U
want ik weet dat U mij hebt verhoord;
amen; 

ja, Mijn Vassula, vertrouw Mij met heel je hart; stel al je vertrouwen in Mij. Ik zal je nooit in de steek laten …[1] verkondig wat je te verkondigen hebt! 

Heer, waar zou ik anders in kunnen geloven en vertrouwen?
U bent de Heilige die beslist,
U bent Almachtig dus waar zou ik anders heen gaan? 

toch ben je vrij om te kiezen; zelfs wanneer je ontrouw wordt, Ik ben altijd trouw; kom, schrijf: Ik berisp de mens die zich als een vreemde tegenover Mij gedraagt; Ik zal Mijn Troon in jullie harten zetten om Mijn Heilige Naam te eren en Ik zal Mijn Luister in jullie kleine hart laten stralen; de tijd is nu bijna ten einde, Ik kom jullie te hulp, Ik kom naar jullie verdrukten, langs de weg die Ik gekomen ben zal Ik terugkeren; Ik zal Mijn Stad in Heerlijkheid binnentreden; Ik kom; wees daarom bereid om Mij te verwelkomen;

O kinderen! Ik roep jullie! Mijn oproepen gaan uit naar jullie allen en de grondvesten van de aarde schudden van Mijn Oproepen, hoelang zijn jullie nog van plan te slapen? wanneer zullen jullie opstaan uit jullie lethargie en apathie? onheil staat vlak voor jullie deur en zal jullie in je slaap overvallen, plotseling, onafwendbaar; onherstelbaar, en zullen jullie dan nog niets vermoeden? maar kijk, zie Wie het is die Zich helemaal naar jullie buigt, die echt op jullie deur en hart klopt; doe open voor Mij, jullie de Mijnen, want Mijn Heilig Hart is verscheurd door gebrek aan liefde, Mijn Lippen gebarsten en met blaren door gebrek aan Liefde;

doe open voor jullie Heilige en troost Hem zoals Hij jullie wil troosten; Ik sta aan jullie deur, weiger niet Mij te ontvangen … als jullie Mij toestaan jullie hart binnen te gaan zal Ik in jullie een bron doen ontspringen, omdat jullie ziel Mij zal hebben herkend als jullie Verlosser; Ik zal jullie zo deerniswekkende verlatenheid  bevloeien en als een Wijnrank zullen jullie bloeien en vrucht dragen;

kom, dochter; Ik, Jezus, zegen je omdat je Mij toestaat je hand te gebruiken; 


[1] Jezus keek ernstig naar mij en zei wat volgt.