28 januari 1997
O Heer,
geef mij Uw Sterkte
om Uw Woord met vurigheid te verkondigen,
zo velen wachten verlangend
om Uw Liefdevol Woord te horen
en luisteren in stilte en in dorst;
laat Uw Woorden op hen druppelen,
een voor een, om hen te verfrissen,
zie hoe zij zijn in Uw bijeenkomsten,
met open mond, alsof zij de laatste regenbui
van het jaar willen opvangen;
laat omwille van Uw grote Liefde
Uw regen neerkomen op landen waar niemand leeft
en maak van onvruchtbaar land, tuinen;
geef te drinken aan de eenzame woestenijen,
door gras te laten opschieten waar alles droog was;
kom, in Uw Voorname stijl,
en maak de trotsen van hart dol;
kom en haal, met Uw Koninklijke scepter,
de hoogmoedigen neer van hun troon
en verhef de geringen, de zachtmoedigen;
werp mij dan uit in de storm,
want mijn vertrouwen in U is compleet;
en mijn hoop op veiligheid eveneens;
ik vrees geen onheil, Uw Voorname Tegenwoordigheid is mij nabij,
balladen zingend voor mij over Uw Triomfen;
en terwijl U lacht,
Uw lach die klinkt als stromend water,
tilt U mij op Uw Vleugels op
om langs de hemelen te drijven en met U alleen te zijn
zodat U de geheimen van de Wijsheid in mij fluistert;
mijn Behoeder en mijn Verrukking,
U geeft meer vreugde aan mijn hart
dan anderen ooit kenden
dan alle schatten en koninkrijken van de wereld.
Vreugde van mijn hart,
toon ons al het licht van Uw Heilig Gelaat!
dochter, Ik geef je Mijn zegen en Mijn vrede;
Ik zal verbazingwekkende dingen doen, want Ik zal water halen uit de bronnen van Mijn Hart; en jullie koortsige gezichten zullen worden verfrist; Ik zal jullie schild zijn tegen de hitte van de storm waarin jullie je bevinden; Ik zal komen, dochter, in Mijn Voorname stijl en in Mijn luister, om de trotsen van hart ten val te brengen; en omdat Ik Mijn Troon in jou heb geplaatst, dochter, zul je niet gemangeld worden in deze storm; je Beminde zal je op Zijn Vleugels dragen, om langs de hemelen te rijden, terwijl Ik woorden van Wijsheid uit Mijn Hart[1] als regen over je uitstort;
en nu vraagt je Behoeder en je verrukking je om op Zijn Hart te leunen … ach, Mijn beminde, wat doet je wegrennen van Mijn uitnodiging? Ik ben je Maker en Ik heb het recht je uit te nodigen[2] om in Mij te rusten na je arbeid; je mond heeft onophoudelijk de Waarheid verkondigd in al Mijn bijeenkomsten, en van je lippen kwam lof en eer voor Mij, je God; je ogen wendden zich nooit af van Mijn Tegenwoordigheid, maar hebben Mijn wegen gevolgd; wees gezegend omdat jij je Schepper zo gelukkig maakt!
dan bij de klank van Mijn Naam, werd je oor geopend en elk woord dat kwam van Mijn Mond weerklonk in jou als een melodie, als duizend cantors die hun hymnen zingen, zo werd Mijn Woord gehoord in jouw hart toen jij je oor opende om Mijn zoetste psalmen te ontvangen; door Mij eventjes je oor te lenen, ontving je de spreuken van de Wijsheid, zodat Ik, de Heer, mag worden herinnerd in Mijn Barmhartigheid door jullie allen; niemand kon zeggen: “Hij heeft ons in de slagtanden van de Vijand gelaten …”
ach … toen heb Ik je gevraagd edelmoedig te zijn en Mij je hart aan te bieden als een teken van je liefde; snel in edelmoedigheid, Mijn beminde, heb je het Mij gegeven en legde het ijlings in Mijn Goddelijke Handen, zodat Ik, op Mijn beurt, het vul met liefde, standvastigheid en trouw; sindsdien heb Ik gezworen je hart voor Mijzelf alleen te houden, en het te bewaken als de pupil van Mijn Oog;
en terwijl Mijn Ogen naar dit broze hart staarden, zei Ik: “door deze kwetsbaarheid zal Mijn Woord worden gehoord dat tot alle volkeren zegt: ‘God is jullie nabij, Hij zal al degenen bevrijden die Hem aanroepen; en aan al degenen die dorsten, zal Hij water geven; Hij zal medelijden hebben met de armen en zwakken en Hij zal de levens redden van velen voordat Zijn grote Dag komt;”’
vanwege jouw edelmoedige opoffering, heb Ik beloofd van je hart een triomfantelijke offerande te maken; “Ik, haar Maker en Bruidegom,[3] zal voor dit hart Mijn nabijheid uitzingen, zodat dit hart alleen Mijn Heilig Gelaat zal zoeken, en door het in Mijn Heilig Hart te trekken, zal het alles wat niet van Mij is afwijzen, maar dorsten en verlangen naar alles wat Ik ben;”
je hart zal dan vurig verlangen om te wachten op Mij, je God, en alle genegenheden die je elders hebt gehad richten op Mijn Koninklijk Hart alleen; ja, al je neigingen, je tegenzin, je vreugden, je verdriet, je blijdschap, je angsten, je ontspanning, je tranen, alles, ja alles zou aan Mijn Hart worden aangeboden zoals iemand aan de beminde een boeket rozen aanbiedt; dit is waar Ik naar smacht, van ieder van jullie, uit het diepste binnenste van Mijn Hart;
als Ik dan jouw hart op het Mijne heb gericht, wist Ik dat Ik in deze nabijheid Mijn troost en Mijn vreugde zou vinden; om je ziel te verheugen, zou Ik geen van Mijn geheimen voor je verbergen; Mijn Handen, waarin jij je hart hebt geplaatst, zijn gevoelig en medelijdend, Mijn geliefde, vrees dus niet …[4] strek je handen uit naar het Heiligdom …[5] Ik heb je een paar handen gegeven die Ik heb gekust en gezalfd met een zegen, zodat ze de doornen uittrekken die Mijn Hart omsluiten; Ik heb ze gezegend zodat ze niet moe worden te schrijven en gebonden blijven aan de Mijne voor alle eeuwigheid; Ik heb ze gezalfd, zodat op het einde van de ceremonie[6] deze handen een kroon van glorie op Mijn Hoofd zullen zetten; heb je niet gelezen: “het werk van bekwame handen zal zijn lof[7] verdienen;” wat kan Ik jou daarvoor teruggeven, Mijn uitverkorene, voor alle mijlen die je voor Mij hebt afgelegd, en voor alle uren waarin je voor Mij in Mijn bijeenkomsten op je voeten hebt gestaan omwille van Mijn zaak?
Voor mijn honger hebt U mij
brood[8] uit de hemel gegeven,
voor mijn dorst bood U mij
levend water dat opwelde uit Uw Borst;
U bent goedgunstig voor mij geweest en beminnelijk,
overvloedig in goedheid,
en U hebt mij nooit in de steek gelaten.
Ik groeide in Uw Hoven
waar U mijn ziel het hof maakte
en alles wat ik heb verkregen kwam van U;
U sprak van hart tot hart met mij
en stond mij toe U te bezitten,
en als een lamp die boven mijn hoofd schijnt
verlichtte U mijn weg om mij te laten zien welke weg ik moest gaan;
wees Gezegend, mijn Heer en mijn God
van eeuwigheid tot eeuwigheid;
U hebt mij toegerust;
waarom zou ik dan de eer hebben
om iets terug te ontvangen voor Uw eigen daden?
het is waar, Ik heb je toegerust met alles, maar de vruchten van jouw werken hebben Mijn Hart geroerd; je hebt Mij vrijwillig gediend en met deze kostbare offers kan Ik alleen maar ontroerd zijn; laat Mij je dus een retraite en een pelgrimage in Mijn Lichaam aanbieden …
Is dit wat Uw Heilig Hart verlangt?
ja! ja … kom, je zult je rust hebben in Mijn Lichaam; vergeet jezelf in Mij, zodat je je hulpbronnen kunt putten vanaf Mijn Voeten; alleen Ik en jij, nader Mij, jij die Mij verlangt en vul jezelf uit Mij aan; Ik zal je deze retraite en deze pelgrimage aanbieden in de tuinen van Mijn Lichaam; Ik zal je overal vergezellen en helemaal tot aan Mijn bruidskamer van Mijn Heilig Hart, waar Ik altijd Mijn uitverkorenen heenleid om Mijn charmes over hen te ademen als een wierook van uitgelezen mirre; terwijl zij hun hoofd laten rusten op Mijn Heilig Hart, verfris Ik hen met het levende water uit Mijn Borst; en als harmonie tussen broeders en zusters, als een echtgenoot en zijn vrouw die gelukkig samenleven, zullen wij ons verheugen in elkanders aanwezigheid;[9]
kom, Mijn beminde, haal sterkte uit Mijn Voeten, zodat jouw eigen voeten geen zwaar te dragen last voelen; als je in Mijn voetstappen wandelt die je gids zullen zijn om Mijn Beginselen te volgen, zal je lopen ongehinderd zijn; als jij je pelgrimage houdt in Mijn Voeten, zul je als je loopt nooit je voeten zetten op het pad van de zondaars noch de weg bewandelen die het kwaad gaat; maar Mijn Voeten zullen je leiden om alle kwaad te vermijden, het de rug toe te keren en eraan voorbij te gaan; heb je pelgrimage in Mijn Voeten, waar ze je zullen meenemen om een effen pad te betreden waar alle wegen zijn verhard; je zult je noch naar rechts noch naar links keren, maar je voeten vrijhouden van het kwaad en ver van het afdwalen van de weg van de Waarheid;
en in deze pelgrimage zal Mijn beminde naar Mijn engelen en Mijn heiligen uitroepen:
“hoe juist is het Hem te beminnen!”
dan zal Ik je weer terugbrengen in Mijn bruidskamer om je te laten zien hoe Ik zorg voor de Mijnen en je Mijn zoete Liefde laten proeven … waarom die schaduw op je ogen, Mijn beminde?
Wat zullen mijn eigen orthodoxe mensen van dit alles zeggen![10] Hier bent U, olie over mij uitgietend, achter en voor de wanden van Uw Heilig Hart, mij Uw parfum aanbiedend, terwijl U mij met Uw Rechterarm omhelst. Zij zijn dergelijke taal niet gewend!
zij zullen eraan wennen zodra hun ziel naar de hemel gaat … wil je dat Mijn Boodschappen snel worden verspreid?
Ja Heer, ik zou graag willen dat niemand verstoken blijft van het horen van Uw Boodschap; ik wil wat U wilt; ik wil dat iedereen een oor leent aan Uw melodieën, zodat iedereen kan zeggen: “Ik ben als een zoon en dochter voor de Allerhoogste, wiens Liefde voor mij die van mijn moeder overtreft.” [11]
kom dus en wees als een verstandige dochter en rust uit en vul je ziel bij uit de Bronnen van Mijn Heilig Hart; heb je niet eerder gehoord, hoe Ik zorg draag voor de Mijnen? Ik wil je geestelijk trainen in Mijn Lichaam, en je sterk maken om oprecht te beminnen en zelfbeheersing te leren; Ik ben als een moeder die voedt en voor haar eigen kinderen zorgt; je hebt juist nu nodig te worden gevoed, Mijn duif, om kracht te krijgen en in Mijn Liefde te groeien …
Ik heb je verantwoordelijk gemaakt voor het overbrengen van Mijn Liefdeshymne naar alle naties en je hebt nog een lange weg te gaan; maar voordat je weer uitgaat, Mijn zuster, moet je een poosje bij je oudste Broer blijven om je geest te trainen in de Zijne;[12]
Ik nodig je nu uit in de bruidskamer van Mijn Hart; ook al ben je bezorgd of ongerust, Mijn beminde, in Mijn Hart zul je je vrede vinden, want Ik zal je eraan herinneren dat niets ooit tussen jou en Mijn Liefde kan komen; Ik zal je Mijn schoonheid onthullen zodat je ziel bezwijkt voor Mijn charmes, en dan, in je vurige verlangen om Mij te bezitten, zou je jezelf aan Mij aanbieden, maar Ik, Ik zou dan je voorhoofd al hebben bezegeld met Mijn huwelijkskus;
toon Mij je handen … kijk dan naar de Mijne … kom en leg je pelgrimage in Mijn Handen; Mijn Handen hebben veel goede werken gedaan die niet zijn opgetekend in Het Boek;[13] er is nooit een koning geweest die zijn ondergeschikten heeft gediend zoals Ik, de Koning der koningen, heb gediend; “Mijn status was goddelijk, toch heb Ik Mij niet vastgeklampt aan de gelijkheid met God, maar Mijzelf ontledigd om de gestalte van een slaaf aan te nemen;”[14] Ik zal op deze wijze de Mijnen kennen, als zij zichzelf zullen ontledigen en Mijn goddelijke Wil volgen;
geef Mij je handen, Mijn Vassula, zodat Ik er Mijn Instructies in grif en het Werk voor je redding; Ik heb ze gezalfd, zodat ze, op hun beurt, de zieken en de vermoeiden zalven; Ik heb ze gezegend opdat ze Mij kwistig goede daden aanbieden en Ik heb ze telkens weer gekust om ze kracht te geven en door te gaan zielen aan de Boze te ontrukken en bij Mij te brengen; Mijn eigen Handen hebben de jouwe gemaakt en gevormd, opdat ze Mij wierook en offer aanbieden; je zult leren in deze pelgrimage van Mijn Handen hoe Ik trouw heb gediend en werken heb volbracht die nooit iemand heeft gedaan;
Mijn beminde, dan, zal weer rusten bij Mijn Bronnen;[15] daar, terwijl je hoofd leunt op Mijn Koninklijk Hart, je rechterhand in de Mijne, zal Ik je kronen met Mijn Liefde en Tederheid, je ziel vullen met vertroostingen, je vernieuwend als een adelaar, zal Ik je verfrissen zodat je jaren niet afnemen als een schaduw; en intussen zou Mijn blik je nooit loslaten, verrukt haar te beminnen die Mij bemint, Mij herinnerend aan al die momenten waarin je speelde in Mijn Tegenwoordigheid; en aan die andere momenten waarin je, bewogen door de Geest, tot Ons zou uitroepen: “Abba!” Ik zou ervoor zorgen dat je zou doorgaan Mij onverdeelde aandacht en liefde te geven;
in Mijn verlangen te worden bemind zal Ik je gevangen houden in Mijn Hart; en als een bewaker, geplaatst op een toren, zal Ik uitkijken naar indringers; Ik zal je bewaken, Mijn beminde, als de pupil van Mijn Oog ¼ en jij, in verrukking over Mijn vurig verlangen je voor Mijzelf te houden, jij zou rennen om jezelf te verbergen in de schaduw van Mijn vleugels, zoals kuikens rennen om zich te verbergen onder de vleugels van hun moeder, je zou je koesteren in Mijn warmte en Ik zou je bewaren in de warmte van Mijn Hart;
dan, nogmaals, Ik en jij zouden opnieuw uitgaan, dan zal Ik je opnemen in de tuin van Mijn Mond; daar zul jij je pelgrimage hebben en je zult in deze pelgrimage leren, hoe verontrust Ik kon zijn als jullie monden die Mij[16] ontvangen, jullie geest en jullie ziel besmetten door giftige woorden tegen elkaar; leer van Mijn Mond de Waarheid en verkondig alleen de Waarheid overal, dus laat je mond Mij eren, Mij dag en nacht prijzen; laat je mond voor Mij zingen, naar Mij glimlachen, laat het als een miljoen melodieën in Mijn Oren klinken, als de zoetste psalm van de psalmist; laat je mond zijn als een tweesnijdend zwaard, om de ketterijen af te breken en de verraders in Mijn Kerk, maar laat voor allen die naar Mij dorsten je mond Mijn echo zijn en als zoete wijn, iedereen lerend hoe ze Mijn vriendschap kunnen winnen;
van Mijn Mond zul je Instructies ontvangen, Mijn duif, om te spreken zoals Ik wil dat je spreekt en gedachten uit te drukken in overeenstemming met Mijn Geest, en dan zul je deze lessen aan anderen doorgeven zonder voorbehoud; dan, weer, zoals een duif in zijn duiventil kruipt om uit te rusten, zou Ik je roepen om uit te rusten in de bruidskamer van Mijn Hart, terwijl Mijn onderzoekende blik op zoek zou zijn naar jouw ogen;
Mijn Heer,
U zorgt voor mij als niemand anders;
U bent mijn Onschatbare Schat,
en niemand of niets in de hele wereld
geeft mij zoveel vreugde als U.
Eén enkele blik van U en mijn geest brandt als vuur,
en mijn hart smelt als was.
Eén enkele blik van U en mijn ziel is betoverd
door de diepte van Uw Liefde;
Uw blik, mijn Heilige, is als een koninklijk bruiloftslied,
hij is als de geur van een boeket lelies naar mij toegewaaid door de bries,
Uw blik is als een Citadel met ivoren torens rondom …
dochter-van-de-Koning,[17] zie je hoe jouw Koning erop wacht Zijn vreugde in jou te hebben? je God heeft je gezalfd met Zijn Lippen; Mijn Lippen zijn vochtig van genade en Mijn Lippen zullen liederen van redding voor je zingen zodat wij ze samen herhalen voor de koninklijke zonen en de koninklijke dochters van de Koning,[18] opdat ook zij mogen leren Ons[19] de juiste lof en eer te geven;
dan … zullen de dagen van deugden[20] bloeien en de hemelen en de aarde vullen met Onze Heerlijkheid;[21] Mijn zuster! laat je oudste Broer je nu dragen om je pelgrimage te hebben in Zijn Ogen, opdat je ziel het volmaakte licht mag overwegen, de belangrijkste lamp van het lichaam; Ik had gezegd dat de lamp van je lichaam het oog is en dat als je oog gezond is, je hele lichaam met licht gevuld zal zijn, maar dat als je oog ziek is, je hele lichaam duisternis zal zijn; pas dan op dat het licht in jou geen duisternis is, opdat je geen kennis maakt met het kwaad zonder het te weten; de stormwind zelf is onzichtbaar, en wanneer het kwaad werkt, werkt het in de duisternis om onopgemerkt te blijven …
Mijn Ogen hebben veel van deze dingen gezien; bid hiervoor en zeg:
“O Heer van alle heiligheid,
bescherm Uw heiligdommen[22]
voor altijd tegen heiligschennis,
door hun innerlijk
in Uw Offerbloed te zuiveren van dode daden;
amen;”
– sta je ogen niet toe te rusten op enig wangedrag maar sla ze op naar de hemel en Ik zal je het licht van Mijn Drie-Ene Heiligheid laten zien om te beschouwen, elke minuut van je leven, Ons Gelaat, dat naar jou gekeerd zal zijn;
ga Mijn Ogen[23] binnen, zodat je de dingen ziet zoals Ik ze zie, denk niet dat Ik die vreselijke aanblik voor je zal verbergen die Mijn Ogen vullen met Tranen van Bloed; aangezien Ik je ertoe gebracht heb een waar leven in Mij te leven, zal Ik je deze gruwelen laten zien opdat je meer bidt; in Mijn Lichaam leeft de volheid van goddelijkheid, en toch vervolgen velen van de Mijnen Mij vanwege Mijn godheid; gebruik Mijn Eigen Ogen[24] om Mijn Woord te lezen, om in jou de volmaaktheid te vestigen die komt door het geloof in Mij; spreek nu tot Mijn Hart, Mijn uitverkorene …
Wat kan ik zeggen?
Waarover kan ik spreken tot Uw Hart?
U bent het die mij bovenmatig waardeerde;
U bent het die mijn ogen[25] hebt genezen;
Mijn Volmaakte,
U was het die mij sprak over Uw Trouw;
U, Uzelf was het die mij naar Uw Koninklijke Hoven hebt gebracht
om vrij daarin te wandelen;
hoezeer wilde Ik je tot de Mijnen rekenen en je Mijn Lichaam[26] geven … Ik wilde zozeer je trouweloosheid genezen en je tot een van Mijn bruiden rekenen … Mijn brandend verlangen was Mijzelf aan jou bekend te maken op een allerintiemste wijze en je de Ware God te tonen, de levende God, de eeuwige Koning;
“laat deze wereld Mijn lelie niet[27] tot zwijgen brengen; laat hun samenzweringen haar niet treffen of haar ziel raken maar laat Mijn psalmen doorgaan voor haar en voor al degenen die ze horen te zijn als een bruiloftslied, opdat ze de Drie-Ene Ware God leren kennen die de Vader van allen is;”
nu, Mijn lelie, zal Ik je voortdurend reden geven om te zeggen:
“Mijn Heer is groot!”
je mag nu komen in de bruidskamer van Mijn Hart;[28]
heb je niet gelezen: “vreugde voor allen die tot Mij hun toevlucht nemen, eindeloze uitroepen van vreugde!”[29] en “mijn vreugde is het God[30] nabij te zijn;” kom dan bij Mij, de Bruidegom nodigt je uit, jij die voor Mijn Eigen Wijngaard zorgt, kom en bloei in Mijn Tegenwoordigheid, en je zult Mijn Liefde boven alles prijzen; en weer bij het zien van de schittering van Mijn Heilig Hart zal jouw hart bezwijken voor Mijn charmes, en als een echo zich Mijn verschijnen[31] in je jeugd herinneren, toen Ik al Mijn charmes aanwendde om je tot Mij te trekken; en terwijl Ik je tot Mij trok, Mijn citadel, zei Ik: “Ik zal Mijn citadel verfrissen uit de rivier van Mijn Hart en Ik zal deze citadel heiligen om te voorkomen dat Mijn verblijfplaats valt;” en je Koning ademde over jou Zijn Adem uit als een delicate geur, dan zonder enig verder uitstel drukte Ik Mijn Heilig Gelaat op het jouwe, Gelaat op gelaat, gezegeld voor de hele eeuwigheid;
pauzeer even en denk na over deze woorden … mogen Mijn woorden je vreugde geven …
U bent nu mijn Meester
en dus buig ik voor U;
leer mij wat U behaagt
zodat alles wat ik zal doen voor U aanvaardbaar moge zijn;
mijn redeneringen zijn onzeker
en deze citadel, die U zo noemt,
is van klei gemaakt
en drukt de levendige geest terneer;
U zegt, Mijn Koning,
dat U Uw Beeld op het mijne hebt gedrukt;
ja;[32] en terwijl Ik dat deed, plantte Ik vervolgens een kus op die lippen die Mijn Echo zouden worden en de Waarheid zouden verkondigen, om ze te trainen Mijn Naam te bezingen en te zeggen:
“zing voor de Vredevorst,
zing voor de Onsterfelijke,
voor de Machtige God;
open jullie harten
en laat ze worden verteerd
door Zijn jaloerse Liefde;
zing voor de Heer en Koning
en juich bij Zijn komst;”
kom, laat je ogen zich nu, Mijn beminde, te goed doen aan de onpeilbare schatten van Mijn Hart, dan zal de Almachtige je dragen om je pelgrimage te maken in Mijn Oren … je zult leren hoe je moet luisteren en scherpzinnige spreuken moet begrijpen, Mijn beminde; als je een oor uitleent zul je van de Wijsheid leren, en dorsten naar elke conversatie die van Mij komt; je zult leren in de tuin van Mijn Oren hoe Mijn Oren open zijn voor ieder die Mij oprecht aanroept, en tot Mij[33] komt met een zuiver hart, en berouwvol als een luid klachtenboek, hun armzaligheid, de nadruk leggend op hun onwaardigheid, en hoe zij tegenover Mij tekortgeschoten waren; bij deze klank springt Mijn Hart van zijn plaats; die klank van diep berouw zal hen leiden naar Mijn Hoven;
opdat je oren luisteren naar Mijn Stem, zou jij je stem moeten dempen; kom en leer hoe Ik de ellendigen en de armen die Mij roepen antwoord en bevrijd; doe een beroep op Mij en Mijn Oren zullen je verzoek horen en Ik zal je komen redden, Ik zal je roepen horen; Mijn Oren zijn gevoelig; en jij, als een schepsel, wees niet roekeloos of doof voor de roep van de noodlijdenden maar open je oren voor hun smeken; sta niet afkeurend tegenover hen maar reik hun je hand; je weet niet hoe Ik huiver als er een verzoek wordt gedaan en Mijn schepselen geen gehoor of antwoord geven aan de smekeling; Mijn Heilig Hart lijdt in Mijn Borst;
in de tuinen van Mijn Oren zul je leren hoe je God neerziet vanaf Zijn Troon op de zonen en dochters van de mensen, naar hen overleunend met Zijn Oor tegen hun lippen; en jij, die duizenden ontelbare engelen hebt gezien die Mijn Glorierijke Troon[34] omringen, vertel hun:
“kom en luister: ik ben onderricht door de Heilige om jullie te zeggen wat Hij voor mij heeft gedaan: wanneer ik mijn kreet van metanoia[35] uitte tegenover Hem en grote lof op mijn tong lag, nog schuldig zou zijn geweest in mijn hart na mijn bekering, dan had de Heer mij niet gehoord; maar God heeft mij niet alleen gehoord maar Hij luisterde naar mijn smeken en antwoordde op mijn gebed; gezegend zij God, Drie-een in Zijn Heiligheid, die noch mijn gebed negeerde noch mij Zijn Liefde onthield;”
dit is wat je hun[36] gaat vertellen; nu kom en stap jouw permanente Thuis binnen, de bruidskamer van Mijn Hart waar je Koning erop wacht Zich in jou te verheugen en jij in Hem;
kom Mijn engel en Mijn bruid, Ik verlang ernaar je te bekleden met Mijn Naam, met Mijn werkelijke Tegenwoordigheid; je kleding zal Ik zijn want Ik ben alles; in Mijn Lichaam leeft de Volheid van Goddelijkheid, daarom zul je in Mij je vervulling vinden; Ik zal je verborgen houden in Mij, en op deze wijze, wanneer de tijd komt, zal Ik je aan de Vader voorstellen;
Ik ben je zoete geur, Vassula, en Ik wil dat je bent als een heldere ster die schijnt in de duisternis van deze generatie, haar[37] parfumerend met Mijn geur; je zult doorgaan te schijnen, want je zou de wereld bieden wat uit Mijn Mond is gekomen, je zou aan allen offeren: het woord van Leven; en velen zullen Mij in jou zien,[38] daar Ik je heb bekleed met Mijn Naam zodat je Mijn echte metgezellin wordt;
je Ware God, je Heer Jezus Christus, verwelkomt je nu van harte in Zijn Heilig Hart: je Thuis … Ik heb Mijn Domein aan je geopenbaard, Mijn zuster, Mijn mijne … Mijn genade is met je … ic;
[39]en Mijn gunst bindt je aan Ons …
[40]en in Mij, hebben Wij je begunstigd om te zien wat de mens uit zichzelf niet kan zien; Wij geven je Onze Vrede …
(De bovenstaande Boodschap werd mij gegeven met veel tussenruimten. Ze nam 50 bladzijden in beslag.)
[1] Ik zag onze Heer en Koning terwijl we langs de hemel reden, zij aan zij met mij zittend, dat Hij Zich naar mij overboog en mijn hoofd bedekte met de mooiste sluier van wit kant, die in zijn witheid glinsterde alsof er diamanten op zaten. Hij sloot de sluier om mij heen, zodat alleen mijn gezicht te zien was. Ik begreep dat de sluier Zijn Woorden van Wijsheid symboliseerde die Hij over mij uitstortte, mij geheel bedekkend.
[2] Jezus verwees naar Zijn uitnodiging tot een retraite of pelgrimage in Zijn Lichaam (Boodschap van 26 januari 1997). Ik had niet echt op die uitnodiging geantwoord.
[3] Toespeling op Jes. 54:5.
[4] Dan, naar mijn handen kijkend en ze beide in Zijn Handen nemend, zei Hij wat nu volgt.
[5] Toen Hij zei Heiligdom wist ik dat Hij doelde op Zichzelf; Hij nam mijn beide handen, en terwijl Hij ze vasthield zei Hij wat volgt.
[6] Door het woord “ceremonie” te gebruiken bedoelt Jezus “zending”.
[7] Eccl. 9:17.
[8] Betekent “geestelijk manna”.
[9] Ik begon te begrijpen dat Jezus wilde dat ik voor enige tijd helemaal alleen met Hem zou zijn en daarom liet Hij mij gedurende verschillende weken geen enkele bijeenkomst boeken. Jezus wil dat iedereen zich nu en dan terugtrekt in Hem.
[10] Hier hield ik mijn hoofd in mijn twee handen.
[11] Eccl. 4:11.
[12] Ik wist dat Jezus nu wilde dat ik zou uitrusten in een retraite in Zijn Lichaam, om mijn kracht te herwinnen, fysiek en geestelijk.
[13] Jezus bedoelde de Bijbel. Zoals Zijn beminde leerling zegt: “Er zijn nog veel andere dingen die Jezus heeft gedaan; als ze stuk voor stuk zouden zijn beschreven, zou zelfs de wereld, dunkt mij, de boeken niet kunnen bevatten, die erover te schrijven zijn.” (Joh. 21:25)
[14] Fil. 2:6-7.
[15] Jezus bedoelt dat ik, nadat ik weer voor een zending ben uitgegaan, bij de terugkeer van de reis opnieuw op Zijn Hart zal leunen om te rusten, om mijn kracht te herstellen.
[16] Jezus bedoelt in de Eucharistie.
[17] Christus riep mij in een aan mijn naam analoge naam, want Vassiliki betekent ook dochter van de Koning.
[18] Gods hele schepping; Hij geeft hier aan dat wij van koninklijke afkomst zijn, uit koninklijk zaad, daar onze Schepper Koning is.
[19] De heilige Drie-eenheid.
[20] De nieuwe hemelen en de nieuwe aarde, als heel Gods schepping vernieuwd zal zijn in het komende Tweede Pinksteren.
[21] Jezus zei deze woorden majesteitelijk, mij vervullend met hoop.
[22] 1Kor. 3:17 “Het heiligdom van God is heilig; en jullie zijn dat heiligdom.”
[23] Jezus spreekt in beeldspraak.
[24] Jezus spreekt symbolisch.
[25] Symbolisch.
[26] Jezus bedoelt de Heilige Eucharistie.
[27] Jezus uitte, met een krachtige maar lage Stem, die als een bevel klonk, de volgende woorden; het was alsof Hij tot Zichzelf sprak; zoals men zegt: “hardop denkend”.
[28] Telkens wanneer onze Goede Heer mij uitnodigt in de bruidskamer, is dat Zijn uitnodiging tot een retraite, want Hij deed mij begrijpen dat Hij wil dat ik dikwijls met hem alleen ben en alleen voor Hem.
[29] Ps. 5:12.
[30] Ps. 73:28.
[31] Het visioen dat ik had als kind. Jezus glimlachte naar mij; ik zag Hem helemaal tot aan Zijn middel. Telkens wanneer Hij zei: kom tot Mij, werd ik door een onzichtbare kracht naar Hem getrokken. Dan was ik zo dicht bij Hem dat onze gezichten elkaar ontmoetten en had ik het gevoel dat mijn gezicht werd opgeslorpt door het Zijne.
[32] Zoals ik al eerder zei, in het visioen van Christus, werd ik naar Hem toe getrokken totdat mijn gezicht het Zijne raakte en het was alsof mijn gezicht door het Zijne ging.
[33] Ik begreep dat Jezus ook de biechtvader bedoelde en niet alleen Zichzelf.
[34] Ik begreep ook Zijn Heilig Hart.
[35] Berouw.
[36] De Heilige vroeg mij te kijken naar Psalm 66:16-20.
[37] De generatie.
[38] Het Heilig Gelaat van Christus dat verschijnt in de plaats van het mijne.
[39] Plotseling sprak God, de Eeuwige Vader.
[40] De Heilige Geest sprak nu.