24 december 1996
(Ik had een lange reis voor de boeg, maar Pater O’Carroll besloot niet meer met mij mee te reizen. Ik vroeg mij af of ik alleen zou moeten gaan …)
Heer?
Ik Ben;
je gaat niet alleen; [1] Ik zal je voor deze reis een broeder zenden; hij zal je metgezel zijn in die bijeenkomsten; Ik weet hoe verlangend hij is om te helpen in deze moeilijke tijden, daarom stuur Ik hem naar jou;
sta je hart niet toe verontrust te zijn door degenen die je vervolgen, noch door hen[2] die bedrieglijke boodschappen volgen; zij voorzien in hun eigen behoeften, niet in de Mijne … zij worden meegesleept door elke wind die langs waait; zij zijn degenen die Mijn Wonden verdiepen; en daarom, Mijn beminde, zend Ik je deze broeder speciaal voor deze reis;
moge wat je doet voor Mijn Heilig Hart velen tot Ons terugbrengen om deel te hebben aan Onze Eeuwige Heerlijkheid;
Ik, Jezus, zegen je; ic;
[1] Dit kwam als een bevel.
[2] Hij deed mij begrijpen over wie Hij sprak.