30 januari 1996
Mijn Bruidegom,[1] laat niet toe dat ik met lege handen tot U terugkeer;
laat mij bij U terugkomen met vaten vol wierook en vaten vol vruchten:
een heel leger bereid om zichzelf te offeren voor Uw Wil.
Mijn slachtoffer, leef voor Mij, neem je olie van Mij; luister, barst in vreugdevolle kreten uit, als iemand je zou aanvallen omwille van Mij; reken dit als een eer; zwakke, o zwakke ziel, wanneer zul je leren? wanneer? waarom kan Ik je niet voeden met dit dagelijks brood waarvan Ik met vurigheid heb geproefd om je te redden en Mijn Vader te verheerlijken? je zou om meer moeten vragen, je zou moeten vragen dat het als regen op je neerkomt; je zegt: “mijn Bruidegom, laat mij niet terugkeren tot U met lege handen,” en Ik zeg je: Mijn Bruid, hoezeer heb je gelijk, daarom, neem de raad van je Bruidegom aan: smeek om meer lijden, breng Mij deze wierook die je Mij hebt beloofd; herstel en kom weer tot bezinning;
als je Mij toestaat, zou Ik je kunnen overweldigen met beproevingen, tegenslagen, van alles; kun je niet zien hoezeer je begunstigd bent? tob niet langer; blijf de schitterende vlam van Mijn Ogen, en probeer niet hem te doven … inderdaad, Ik heb je getoond als een banier met Mijn insigne erop, aan de wereld, maar de wereld weigert te zien dat het insigne van Mij is en dus rapen zij stenen op om naar Mijn banier te werpen … anderen achtervolgen je als waanzinnige jagers;
vind je geluk in de tirannie waarmee zij je teisteren; Ik zal hen niet toestaan je meer te geven dan noodzakelijk is; de Almachtige die alziend is, zal elk van je stappen waarnemen; en als zij je meer kwaad doen dan je deel, zullen Mijn Vader en Ik je verlichten en je in je erfenis brengen;
denk niet dat Ik niet word doorboord als zij jou doorboren, wat zij jou aandoen doen ze Mij aan; Ik zucht van pijn in jouw binnenste; zij tiranniseren Mij in jou; het kost Mij geen moeite een tiran te verwijderen … maar ik vertel je nu, laat het zo voor een poosje blijven en vertrouw Mij; Ik heilig Mijn verblijfplaats met een offergave …
en blijf nu gehoorzaam aan Mij door je beloften van trouw te houden … zij hebben Mijn gave van vreugde geweigerd … zij hebben onschuldig bloed vergoten en hun handen zijn bedekt met dit bloed; ic;
[1] Jes. 54:5: “… je Schepper zal je echtgenoot zijn …”