12 januari 1995 

Heer,
laat Uw Stem dit jaar gehoord worden als nooit tevoren.
Hoelang moet Uw volk om hulp roepen? 

De Traditie die U ons hebt doorgegeven,
verliest haar houvast.
De Waarheid wordt dagelijks gelasterd
en de afvallige mens gaat het beter dan de gelovige.
Natuurlijk ziet U heel deze verschrikking.
Hoelang, Jahweh, moeten wij roepen: “Onderdrukking!”
naar de hemelen, en zult U niet neerdalen?
Onze verwonding is ernstig en U bent het geneesmiddel,
dus, zult U Uw Stem niet laten horen, dit jaar, allerkrachtigst? 

De afvalligen zijn al bezig beslag te leggen op het Offer van Uw Zoon,
gaat U nog niet komen om hun kwaad te stoppen?
Ons wordt langzaam onze Redding ontnomen,
en U, mijn Heer, zult U blijven zwijgen? 

Ons is gezegd  niet in Uw Naam te profeteren
en wij zijn uit Uw Huis verdreven;
we zijn verjaagd en verwenst
wanneer we van Uw Liefde getuigen, om ons te laten zwijgen.
Ziet U? Ziet U wat een grote wanorde
ze maken van Uw Heilig Heiligdom?
Ziet U hoe Uw Geest dagelijks gelasterd wordt? 

Toen Jona in zijn lijden tot U riep,
hebt U hem geantwoord.
Toen hij vanuit de buik van het dodenrijk tot U riep,
hebt U hem geantwoord en hij heeft Uw Stem gehoord.
Is vandaag, mijn God, onze klacht nog niet gehoord?
Heeft ze Uw Oren niet bereikt? 

Toen Jona door de vis was verzwolgen,
bleef hij drie dagen en drie nachten in de duisternis.
En wij, Heer?
moeten wij voor eeuwig in deze duisternis blijven? 

Het is van U bekend dat U de armen van geest
recht verschaft en het recht van de goede mens handhaaft,
wend dan Uw Ogen naar onze ellende en red ons! 

Mijn Vrede geef Ik je;

Mijn kind, luister naar Mij en schrijf: Ik zal Mijn Plan bespoedigen omwille van deze rest, blijf dus waakzaam, want je weet niet wanneer Ik door vlammen zal worden gehoord … en Mijn Heilige Geest over velen zal worden uitgestort; als er sommigen zijn die wanhopen, stel ze gerust, verzeker hen dat hun Vader in de hemel Zijn Plan zal bespoedi­gen;

spoedig, en dat is jouw spoedig,[1] zal Ik spreken, en Mijn Stem zal vuur zijn, vuur dat diegenen vernietigt die de aarde[2] vernietigen; wees waakzaam en geduldig, het zal nu niet lang meer duren voordat Mijn woorden in vervulling gaan; 

Ik zal rechtvaardig oordelen! 


[1] Mijn “spoedig” is een menselijk spoedig. Het “spoedig” van God kan gemakkelijk meer dan 1000 jaar zijn.

[2] Apok. 11:18.