23 juli 1994 

(Patmos.) 

Vassula van Mijn Heilig Hart, Ik zegen je;

behandel Mij als je vriend; laat je zending nooit los, die ook het schrijven inhoudt; geef Mij tijd om te schrijven, geef Mij tijd om Mijn zegeningen, Mijn mirre en Mijn zalvende olie over Mijn altaar[1] uit te gieten, geef Mij tijd om je met Mijn geur te bedekken: wierook;

om de toorn van Mijn Vader te bedaren, spreek Zijn Naam in de Bijeenkomsten uit met eer en lof; Ik zal roepen[2] en jij zou je bewust moeten zijn van Mijn roep; heb nu Mijn Vrede en houd Mij in je gedachten,[3] en bewaar Mij in je hart …[4] vrienden? Luister naar Mij; onthoud dit altijd: de Messias werd vervolgd en ook behandeld als een bedrieger, Zijn leerlingen ook; kind! je bent van Mij en omdat je van de Messias komt, zul ook jij lijden zoals Hij leed, niet dat Ik je niet tevoren had gewaarschuwd, dit is slechts een herinnering;


[1] Wij kunnen het altaar van God zijn.

[2] Oproep voor een boodschap.

[3] Wat betekent het gebed zonder ophouden.

[4] Hier hield Jezus op; dan naar mij kijkend vroeg Hij: “vrienden?” Hij bedoelde: “werken we nog steeds samen?”