23 september 1991
De hele dag hunker ik naar U,
mijn Jahweh, mijn eigen Jahweh,
Uw Liefde, die U mij betoond hebt,
kan ik niet vergeten, – Nooit –
Uw Goedheid, mijn Jahweh, mijn eigen Jahweh,
zal ik mij mijn hele leven herinneren.
Ik kwijn weg van liefde voor U,
mijn Jahweh, dag na dag,
en ik wens mij niet langer te verenigen
met deze wereld die U verwondt,
en dan te weten dan ik tot de eersten behoor die U verwondden …
Mijn ziel wil al Uw wonderen aan de wereld verkondigen
en mijn voeten verlangen naar de toppen van de heuvels te snellen,
om de wereld toe te roepen:
“Uw Schepper is uw Gade!
Zijn Naam, Jahweh Sabaoth.
Ja, zoals een verlaten vrouw, bedroefd van geest,
roept Jahweh u terug.
Verstoot een man de vrouw van zijn jeugd?
zegt uw God”.[1]
toch vrees ik, O mijn Jahweh, mijn Abba, mijn eigen Abba.
Mijn ziel kwijnt weg en hunkert naar Uw Huis en
alles waar ik nu naar verlang is bij U te zijn.
Vraag mij dus niet waarom mijn geest terneergeslagen is,
daar mijn zuchten geen geheim voor U zijn
en alles waarom ik zucht U bekend is:
mijn ziel verwacht U, mijn Jahweh,
kom en neem bezit van mij; kom en verteer mij.
Vassula … verstop je niet, Mijn kind…[2] dochter van Egypte, Ik heb je aangesteld als keurmeester van vele naties en je bent Mij zeer kostbaar; begrijp Mij niet verkeerd, Ik heb je niet nodig en je bent ook niet onmisbaar voor dit werk; maar jou te hebben gekozen, een niets, verheerlijkt Mij, en loutert jou; dan, alles wat Ik bezit verlang Ik met jou te delen; wees niet bang; wanneer je Mijn Boodschappen verkondigt, zal Mijn Heilige Geest je vervullen met Mijn Woorden en jij zult krachtig Mijn Woord verkondigen; dus ga nu naar hen tot wie Ik je zend, Ik zal je niet verlaten, noch zal Ik je onbewoond laten; Mijn Heilige Geest is je Gids en je Raadsman;
Ik ben pas begonnen Mijn Oogst binnen te halen … oogst met Mij … jij hebt deze Oogst niet gezaaid; Ik verrichtte al het zaaiwerk in jou en nu wil Ik het overal; nu de Oogst rijp is, is alles wat Ik van je vraag met Mij te oogsten, Mijn dochter; bied Mij je hulp aan als een offer; Ik vraag je niet veel …
… wat zie je, dochter?
Het Heilig Gelaat van Uw Zoon, overweldigd door pijn. Zijn Gelaat is als op de Heilige Lijkwade.
is dit niet genoeg reden om door te gaan en een beetje van je tijd en energie te offeren? kijk nogmaals, dochter … wat zie je nu, Vassula?
Ik zie zoiets als een zachte rode wolk, die de hemel vult; zwevend boven ons en toch beweegt ze zich als een nevel en bedekt meer en meer de hemel. Ze beweegt langzaam maar gestaag.
schrijf: “als dauw verspreidt zich over de bergen een grote en machtige menigte, zoals er nooit eerder was, zoals er nooit meer zal zijn tot in de verste geslachten;”[3] ja, het is nabij … en wat zie je nu, Vassula?
Levende menselijke toortsen.
kijk goed naar deze zielen die Ik geschapen heb … deze zullen nooit de Plaats bereiken die Ik voor hen had bereid; deze zielen staan onder de macht van Satan, en zij zullen geen deel hebben aan Mijn Koninkrijk, noch aan Mijn Heerlijkheid; ze gaan hun verdoemenis tegemoet … zeg Mij, heb Ik ooit één ziel Mijn Liefde onthouden, Mijn Heerlijkheid en Mijn Koninkrijk?
– Nee, Heer.
maar zij hebben ervoor gekozen Mij niet te beminnen en vrijwillig Satan te volgen; zij hebben, door hun eigen vrije wil, de banden van onze verbintenis afgesneden; en kijk nu nogmaals, Vassula, wat zie je?
O Heer, een Vrouw, zittend op een witte rots. Ik zie Haar van achteren. Ze draagt een lang zwart gewaad en ook Haar Hoofd is bedekt met een lange zwarte hoofddoek. Ze lijkt diepbedroefd en gaat gebukt onder Haar smart. – Ik zie mijzelf Haar naderen. Ze kijkt op en ik begin met Haar mee te huilen. Het is de Moeder van Jezus, onze Moeder. Haar Gelaat is zeer bleek en overdekt met tranen. Toen Zij mij zag strekte Ze Haar Linkerhand uit en drukte die op mijn arm.
Ik ben de Vrouwe van Smarten, vertrouwd met ellende; Ik ben degene die voor jullie zal herstellen: de Hoop; Ik ben degene die met Haar hiel de kop van de slang zal vertrappen en verpletteren; Mijn ogen wenen onophoudelijk in deze troosteloze dagen, Mijn Ogen doen pijn vanwege al Mijn kinderen;
Vassula, Mijn dochter, sluit je oren niet voor God, sluit je oren niet voor Mijn smeken; je hebt Mij horen wenen; Ik heb je zaak verdedigd en zal dit altijd doen; wanneer de Heer je aan Zich bindt, is het uit Liefde, om Zijn Hart in jouw hart uit te gieten; vandaag[4] zal jou op jouw beurt Zijn Kelk worden aangereikt, weiger niet te drinken, je moet niet aarzelen; jullie straten zijn bezoedeld met onschuldig bloed en Onze Harten zijn ziek, dit is de oorzaak van Mijn tranen, dit is de reden waarom de Heer Zijn Kelk met je zal delen;
verraad barricadeert de eenheid onder de broeders, onoprechtheid van hart vermeerdert de Kelk van God; zij hebben het Lichaam van Mijn Zoon ontwricht, verdeelden Het, verminkten Het en verlamden Het; Ik herinner jullie er allen aan dat door Hem, jullie allen in de Ene Geest de weg hebben om naar de Vader te komen, en toch blijven jullie verdeeld onder de Naam van Mijn Zoon; jullie spreken over eenheid en vrede en toch spannen jullie een net voor hen die haar praktiseren; God kan niet misleid worden noch wordt Hij overtuigd door jullie argumenten; het Koninkrijk van God is niet slechts woorden op de lippen; het Koninkrijk van God is liefde, vrede, eenheid en geloof in het hart: het is de Kerk van de Heer verenigd tot Eén binnenin jullie hart; de Sleutels tot Eenheid zijn: Liefde en Nederigheid;
Jezus heeft er nooit op aangedrongen dat jullie je zouden verdelen, deze verdeeldheid in Zijn Kerk was niet Zijn verlangen; Ik smeek Mijn kinderen zich met hart en stem te verenigen en de oorspronkelijke Kerk van Mijn Zoon weer te herstellen in hun hart; Ik zeg de oorspronkelijke Kerk van Mijn Zoon, aangezien die Kerk was gebouwd op Liefde, Eenvoud, Nederigheid en Geloof; Ik bedoel niet dat jullie een nieuw bouwwerk oprichten, Ik bedoel dat jullie een bouwwerk binnenin jullie hart moeten herbouwen; Ik bedoel dat jullie de oude stenen in jullie hart, stenen van onenigheid, onverdraagzaamheid, ontrouw, onverzoenlijkheid en gebrek aan liefde moeten afbreken en de Kerk van Mijn Zoon moeten herstellen door verzoening; jullie hebben daarvoor een intense armoede van geest nodig en een overvloedige rijkdom aan edelmoedigheid, en niet totdat jullie begrijpen dat jullie zullen moeten buigen, zullen jullie in staat zijn jullie te verenigen;
– dus, Mijn Vassula, sluit je bij Mij aan in Mijn gebed zoals je Mij eerder hebt zien bidden; Ik ben met je, Mijn kind, écht; schik je naar de verlangens van de Liefde; Jezus zal je nooit verlaten, wees in je liefde met Hem verenigd, voor één doel:
Hem te verheerlijken;
nu, dochter,[5] begrijp je waarom je niet moet ophouden met Mij te oogsten?
blijf bidden; zegen degenen die je vervolgen; je uur is nog niet gekomen, Mijn duif; Ik zal teder met je omgaan en je zult des te meer door Mij worden bemind; probeer niet te begrijpen wat buiten je macht ligt; zet de sikkel in als je ziet dat Ik Mijn Sikkel inzet; vertraag je stap niet, houd gelijke tred met Mij; als Ik inhoud, houd dan ook in; spreek vrijuit als Ik je het teken geef en zwijg als Ik je aankijk; verdedig altijd De Waarheid, tot in de dood; van tijd tot tijd zal je letsel worden toegebracht, maar Ik zal dat juist zover toestaan als nodig is om je ziel rein en volgzaam te houden; weet dat Ik altijd aan je zijde ben; oogst als Ik oogst; leer geduldig te zijn zoals Ik Geduldig ben; wees zeer nederig en onzichtbaar; Ik heb je Mijn Belangen[6] toevertrouwd om met Mij aan Mijn zijde te werken, en Ik heb ook anderen aangesteld om hun diensten in dit werk aan te bieden;
– Vassula, Mijn kind, nog een poosje, een klein poosje, en je ziel zal naar Mij vliegen, er is dus geen reden om je terneergeslagen te voelen zoals je Mij zegt, je hoeft alleen je hoofd op te heffen en te kijken Wie helemaal naar je kamer komt, Wie maaltijd met je houdt, Wie je hoedt; vraag Mij je zonden te vergeven, opdat je Mijn Vrede kunt ontvangen en dat je weer blij kunt zijn; vertel Mijn kinderen dat Ik spoedig Mijn Heilige Geest zal zenden, in volle kracht, om jullie te hoeden en jullie allen terug te leiden tot de ware Kudde en te leven een
Waar Leven in Mij, jullie God
[1] Jesaja, 54:5-6.
[2] Ik hoopte niet meer naar de naties te hoeven gaan om bij hen getuigenis af te leggen. Ik hoopte dat Mijn Vader zou instemmen met mijn verlangens: thuis blijven, mediteren, Hem beminnen, Hem bij het schrijven ontmoeten, Jezus ontmoeten in de Heilige Eucharistie, en zo de menigten vermijden.
[3] Joël 2:2.
[4] De komende dagen.
[5] De Stem van de Vader kwam weer terug.
[6] Ik hoorde ook “ambt”.