3 september 1991
Heer,
Vader en Meester van ons leven,
verlaat ons nu niet
noch in de dagen van smart.
Heer,
Vader en Meester van ons leven,
help Rusland te groeien in Uw Geest.
U hebt de Rode Draak doorboord
die haar belegerd had.
Heer,
Vader en Meester van ons leven,
red ons van de Rebel
die nog steeds onder ons verblijft.
ach, Mijn kind, Ik zal jullie allen onderrichten door Mijn Louterend Vuur; wacht maar en je zult het zien; luister nu naar Mij en schrijf, Mijn kind:
niet lang geleden geloofden de meeste naties van de wereld nooit dat de vijand, de Rode Draak, zijn macht in Rusland zo plotseling zou verliezen; Vassula, als je zuster Rusland tegen Mij rebelleerde, kwam dit door de zonden van de wereld en haar misdaden; tirannie komt van beneden;
Maar hoe voelden haar kinderen zich, die martelaren die U toebehoorden?
hoe kan Ik beschrijven wat haar kinderen hebben geleden, waarmee kan Ik hen vergelijken, dochter? heel de Hemel treurde om haar kinderen; haar zonen lagen hulpeloos terneer, maar wie was bij hen om over hen te treuren? was er iemand onder hen die sterk genoeg was om de Draak te doorboren? niet als zij tot op het bot waren vermagerd; haar kinderen gingen bedelen om Brood, onderdrukt door de vijand, bezweken zij onder hun last; als ze in het geheim weggingen om hun toevlucht te nemen in Mijn Armen, werden ze streng gestraft; het was hen niet toegestaan hun ijver voor Mij te tonen; hun vervolgers waren sneller dan slangen en hielden elke stap die ze zetten in het oog, en als ze enige verdenking koesterden dat ze het Boek van het Leven onder hun matras verstopt hielden, werden Mijn kinderen getreiterd, vervolgd en dan gevangen genomen;
ach dochter, Mijn Ogen weenden onophoudelijk bij het zien hoe deze natie door het zwaard tot zwijgen werd gebracht; priesters en profeten werden gevangen genomen en gedwongen in duisternis te wonen; velen van hen werden voor Mijn Eigen Ogen meedogenloos afgeslacht; – deze natie, die Mij eens geëerd heeft en Mij openlijk heeft geprezen, stralend als een saffier, een Citadel van verrukkingen, werd verlaagd tot een waterloos land van droogte, door de zonden en misdaden van de wereld; Ik zeg je, dochter, Rusland, jouw zuster, heeft je nog niet laten zien wat ze in Mijn Naam zal volbrengen;
de Feestelijke Dag moet nog komen
en hoezeer verlang Ik dat hij er al was!
bid, bid voor deze Glorierijke Dag;