19 januari 1990
vrede zij met je; mediteer over het mysterie van Mijn Aanwezigheid;
O Vassula, er zijn zoveel bekoringen in de wereld dat de zielen zich niet kunnen veroorloven ook maar een seconde te slapen; ze zouden in voortdurend gebed moeten zijn en waakzaam; deze bekoringen komen meestal uit het niets; de valstrikken die Satan zet zijn zo listig verhuld dat de zielen er onmiddellijk in vallen, zelfs volkomen onbewust dat ze zijn gevallen! maar als de zielen slechts naar Mij wilden luisteren en vaker zouden bidden en Mijn Aanwezigheid vaker zouden voelen, met Mij praten als met hun Metgezel, of tot Mij bidden als tot hun Vader, dan zouden ze zich meer bewust zijn van deze valstrikken; onophoudelijke gebeden houden de duivel ver en hun ziel dichter bij Mij; kom, prijs Mij dochter, nu en dan, dat verheerlijkt Mij en behaagt Mij ook, zeg deze woorden:
Ere zij God de Allerhoogste,
Gezegend zij Zijn Naam;
alleen deze woorden en Ik word verheerlijkt; zeg dan dit:
Mijn Jezus,
U die mij genadig was,
ik zegen U;
kom, deze regels zijn Mij aangenaam; wij, ons?
Ja, Heer
wij, ons?
Ja, Heilige Moeder;
je bent Mijn bloem;