4 december 1989
Mijn Heer, stel mij niet bloot aan de willekeur van mijn vervolgers. Valse getuigen zijn tegen mij opgestaan. Sinds de dag waarop ik probeer Uw levenswijze bekend te maken aan de jeugd van tegenwoordig, en hen Uw paden te leren, heeft het Kwade zijn woedeaanvallen op mij verdubbeld. Ja, Heer, sinds de dag waarop ik Uw Boodschap verkondigd heb en de zoetheid van Uw Heilig Gelaat getoond heb, manipuleert het Kwade mijn aanklagers. Misleid en verblind door hem vervolgen ze mij en jagen ze mij op.
Mijn Vassula, wees sterk; Mijn Heilig Hart is jouw Vesting, kom, Mijn kind, en verberg je in zijn diepten; bevrijd door Mijn Hand, Liefde bemint je; je ziet, Mijn kind, deze mensen spreken niet Mijn taal; Mijn taal van Liefde is nooit werkelijk tot hen doorgedrongen; je bent je er nu ten volle van bewust dat ieder die Ik naar Mij optil, die Mijn taal spreekt en probeert in overgave in Mijn nabijheid te leven, er zeker van kan zijn te worden aangevallen; Mijn taal is de taal van Liefde maar zij hebben het niet begrepen; als ze jou ketter[1] noemen, noemen ze Mij ketter en Mijn hele Koninkrijk, omdat Mijn Koninkrijk gegrondvest is op Liefde; deze geestelijken hebben veel gebeden nodig, gevolgd door offers;
elke ziel die Mijn Boodschap veroordeelt zal Mij op de Dag van het Oordeel onder ogen moeten komen, Mij rekenschap geven en, geloof Mij, Ik zal hen streng oordelen; onthoud, niettemin, dat Ik altijd bij je ben; denk daar steeds aan, Mijn Vassula; kom, laten we bidden;
“Vader!
U die mijn ziel hebt opgetild uit deze duistere ballingschap
en mij onder Uw Vleugels hebt geplaatst,
heb medelijden met mij,
richt mij op als ik bang ben,
schenk mij Uw Vrede en Uw Liefde,
veranker mij in een groter Geloof
opdat ik Uw Heilige Naam weer zal verheerlijken;
amen;”
Liefde is je nabij, en Ik ken de Mijnen en de Mijnen kennen Mij, maar Ik zal het zicht wegnemen van hen die zien, en zicht geven aan hen die blind zijn;
kom, wees Mijn wierook en maak Mij blij door Mij niets te weigeren; Wijsheid zal je onderrichten, kom;
Wij, ons, Heer?
wij, ons, Mijn beminde;
(Ik voelde dat Jezus mij riep, ik moest snel naar Hem toe.)
dochter, je bent Mijn oogappel, laat niemand je tot andere gedachten misleiden; je zwakheid verrukt Mij onophoudelijk; je onvermogen herinnert Mij aan Mijn eerste leerlingen die, voortdurend, afhankelijk waren van Mijn Meesterschap; dochter, aanbid Mij en klamp je aan Mij vast, want Ik ben het Leven;
Mijn Vassula, gehoorzaamheid aan Mij, je God, komt vóór gehoorzaamheid aan de mensen; mediteer over deze woorden;
Heer, ik heb vandaag problemen om mijn aandacht erbij te houden.
verhef je ziel tot Mij door je gedachten aan uiterlijke zaken terug te dringen, bezin je en voel Mijn Aanwezigheid; laat je ziel opklimmen van meditatie naar contemplatie; bereik Mij, je God, in stilte; kom tot Mij in beschouwende aanbidding; zie je? bid nu de rozenkrans;
(Jezus bedoelt tijdens het dicteren …)
Ik luister samen met Mijn Moeder;
(Ik bad het begin van de Rozenkrans tot aan het eerste geheim. Vandaag zijn het de Glorievolle Geheimen.)
Ik ben verrezen; zullen we bidden? Ik zal je helpen te mediteren, kom;
(Na het beëindigen van het eerste geheim.)
let op dat je je concentratie niet verliest; kom in het volgende geheim waarin Ik opsteeg naar de Vader; beminde, bid; amen …
ga nu Mijn derde geheim binnen, waar Mijn Heilige Geest neerdaalde als tongen van Vuur; bid voor het komende Pinksteren, je generatie voelt er al de geboorteweeën van; de nacht is bijna voorbij, de dageraad breekt weldra aan en wanneer dat gebeurt, zal het kwaad, dat gedurende de nacht op zijn gemak rondsloop, vluchten bij de dageraad; ja, inderdaad, Mijn Geest van Genade zal worden uitgestort over de gehele mensheid, en jouw generatie zal direct door Mij worden gevoed; je zult worden onderricht en geleid door Mij en zelfs Mijn heiligen en Mijn engelen van boven zullen je op elke straathoek ontmoeten; Ik zal Mijn Brood op je laten regenen; verheug je en wees blij! Ik, de Heer, ben het Licht van de wereld; laten zij die oren hebben horen; vat moed, de dageraad is weldra bij je;
kom, mediteer; nu komt het vierde geheim, de Opneming in de Hemel van Mijn Beminde Moeder; wees gezegend en mediteer …
gezegende, laten we nu het vijfde geheim binnengaan waarin Ik, de Heer, Mijn Moeder kroon en Haar Koningin van de Hemel noem; dochter, Ik wens dat je dit glorievolle geheim overweegt; kom: elke devotie tot Mijn Moeder verheugt Mijn Hart;
kom, schrijf, Ik ben bij je; verheug je, ziel, neem je pen en schrijf dit alles over;
[1] Een priester noemde mij ketter, omdat Jezus zo teder met mij omgaat en mij “verloofde” noemde. Hij vergeet dat alle kloosterzusters “getrouwd” zijn met Christus en dat Hij de Bruidegom is. Waarom zou je dus niet met Christus verloofd zijn?