14 november 1989 

Mijn Heer? Ik wil een groter geloof, ik heb het nodig. 

Mijn Vassula, stel nooit eisen, vraag; besef Mijn Oneindige Barmhartigheid en Liefde, zeg dus deze woorden: 

“mijn Verlosser,
vermeerder mijn liefde,
vermeerder mijn geloof,
vermeerder mijn hoop,
laat dit alles geschieden
volgens Uw Goddelijke Wil;
amen;” 

haast je niet, je lijkt altijd haast te hebben, waarom?[1] Ik luister echt, maar jij lijkt te denken dat Ik wegga en daarom haast jij je, waarom? haast je niet; Ik hoor je even goed als wanneer Ik op die speciale manier met je ben; verminder je tempo en mediteer over elk woord van je gebed; waarom die haast? Ik ben je Opvoeder en jij Mijn leerlinge; Ik heb je geleerd te onderscheiden, Ik ben je Leraar die je gevormd heeft; Ik zal je er zo nu en dan aan herinneren als je de neiging hebt Mijn voorschriften te vergeten en Ik zal doorgaan overvloedige openbaringen in je uit te storten;

kom, laten we werken;  


[1] Soms kom ik in de verleiding mijn gebeden haastig te bidden om zo snel mogelijk bij mijn notitieboeken te komen en met Jezus samen te zijn in het “schrijven”.