12 februari 1987

Almachtige God, ik wil niet tot ijdelheid of eigenbelang vervallen. Ik vraag U mij te helpen! Ik wil een niets blijven; ik wil eenvoudig blijven en U alle eer geven!

Vassula, Ik ben Jahweh, Ik bemin je;

alle gezag zal van Mij komen, kleintje;

Ik zal je altijd aan je kleinheid herinneren; Ik zal je laten begrijpen hoe Ik werk; vind vrede, Vassula, Ik ben spoedig bij je;

(Ik voelde mij opgelucht omdat ik weet dat God mij altijd zal herinneren aan mijn nietigheid! Ik had een afschuwelijke dag, niets dan twijfels dat dit alles volslagen onmogelijk is en dat alles niet waar is. Ik voelde dat wat gebeurt niet echt gebeurt, en toch heb ik gehoord dat God mij riep; het is alsof alles absoluut echt is, en toch niets werkelijkheid is. Ik voelde mij plotseling werkelijk de meest ellendige onder de mensen. Wat gebeurt er werkelijk?)

Vassula, ben je vergeten hoe je een jaar geleden was; Mijn beminde, laat Mij het je in herinnering brengen; toen Ik, Jahweh, Mij onder de doden[1] begaf, zag Ik je daar onder de goddelozen; ze hielden je vast en kwelden je; Ik zag hoe je daar alleen lag te worstelen, je ziel de dood nabij; Ik had zoveel medelijden met je; je dacht toen terug aan Mijn werken van weleer en je besefte toen dat Ik je toevlucht zou kunnen zijn en zo hoorde Ik je smeken vanaf de aarde;

dochter, Ik heb je altijd bemind, maar jij was Mij vergeten; Ik verlangde ernaar door jou te worden bemind, je Mij Vader te horen noemen; hoeveel jaren heb Ik buiten je deur erop gewacht dat je Mij op zekere dag zou horen … Ik was binnen handbereik; ja, Ik was zo dicht bij je; toen, kon Mijn Hart je smeekbede niet weerstaan; Ik kwam vol vreugde; eindelijk, je riep Mij; Ik tilde je op tot Mijn Borst, dochter, en genas je wonden; Ik leerde je hoe Mij te beminnen; Ik leerde je hoe Mij te ontvangen door je te verheffen, en Ik liet Mijn Licht op je schijnen … Mijn bloem, wanhoop niet; Ik onderricht je stap voor stap met de woordenschat die jij begrijpt;[2]

je vraagt Mij waarom een deel van Mijn leiding is geschreven vóór jouw vorming;[3] Ik zal je vraag beantwoorden na je antwoord op Mijn vraag; weet je hoeveel waarde een enkele ziel voor Mij heeft?

Ik weet dat ze waardevol is, maar hoeveel, dat weet ik niet, mijn God.

dan zal Ik je vertellen hoe waardevol zielen voor Mij zijn en daarmee je vraag beantwoorden;

een ziel is voor Mij van zoveel waarde, dat een gedeelte van deze leiding is geschreven voor slechts die enkele ziel, die geen andere gelegenheid gehad zou hebben voor zijn overlijden; begrijp je het nu?

Ja, en ik weet wie U bedoelt.

Ik bemin je, dochter, twijfel er niet aan dat deze leiding van Mij komt; Ik zal je er altijd aan herinneren wie je uit je slaap heeft gewekt;

Ik heb je lief, wees altijd zeker van Mijn liefde; werk in vrede en vergeet Mij niet;


[1] De geestelijk doden.

[2] God benadrukte dit.

[3] Noot van de uitgever: Vassula stelde deze vraag op 31 januari 1987.