1 februari 1987
Vassula, Ik ben het, Jezus Christus; Ik bemin je;
weet dat alle boodschappen die afkeurende of bittere woorden bevatten niet van Mij komen; Ik ben liefde, liefde, liefde;
Mijn Hart is een afgrond van liefde; de leiding die Ik je geef is aan jou aangepast; beschouw jezelf als een kleuter die nog maar net zijn eerste stappen begint te zetten, niemand verwacht van een kleuter dat hij met vertrouwen en zelfverzekerd loopt; Mijn leiding is voor een beginneling, Ik onderricht je stapsgewijs en iedere stap die je met Mij zet, zegen Ik; Ik ben je Vader,[1] die je helpt en Mijn kind leert om met Mij te lopen;
dit is Mijn antwoord op jouw gedachte; Ik bemin jullie allen op dezelfde wijze;
U spreekt over speciaal gekozen zielen.
ben jij geen uitverkoren ziel? Ik bemin jullie allemaal;
dochter, Ik heb ernaar verlangd je bij Mij te hebben; hoezeer heb Ik ernaar verlangd dat je Mij zou beminnen, hoezeer verlang Ik ernaar dat de rest van Mijn kinderen Mij bemint; Ik roep ze; Ik sta dag en nacht voor hun deur, wachtend en hopend op een antwoord; Ik sla hen voortdurend gade en verlies hen nooit uit het oog; Ik kijk naar hen, vervuld van zorg; als ze eens wisten in welke armzalige toestand hun zielen verkeren, als ze eens wisten hoe ze hun zielen kwetsen en verwonden;
Ik ben bij jullie, Ik roep jullie om bij Mij te komen; wees niet bang; Ik zal jullie geen verwijten maken; Ik roep jullie niet om jullie te berispen vanwege jullie zonden; Ik roep jullie voor een ontmoeting met Mij, al is het maar voor een paar minuten; kom bij Mij, jullie arme zielen, laten we samenkomen en leer jullie liefhebbende Vader kennen;[2] Hijzelf zal jullie voeden met Zijn eigen Lichaam; Hij zal jullie dorst lessen met Zijn eigen Bloed;[3] Hij zal jullie genezen als jullie ziek zijn; Hij zal jullie troosten als jullie verdrietig zijn; Hij zal jullie met Zijn Liefde omhullen en jullie verwarmen als jullie het koud hebben; wijs Mij niet af; Ik ben Liefde en Ik bemin jullie ondanks jullie slechtheid; Ik zeg dat Ik jullie bemin zelfs als jullie Mij verachten; Ik ben een God vol medelijden, altijd bereid om jullie te ontvangen en jullie in Mijn Hart te laten leven;
dochter, wat doet het Mij pijn hen te zien slapen, terwijl ze langzaam dieper en dieper wegzakken in de afschuwelijke diepte van de zonde; als ze eens konden beseffen hoe hun ongerechtigheden hun ziel misvormen! Ik zeg jullie dat jullie leven op aarde slechts een voorbijgaande schaduw is, maar jullie leven in de Hemel is voor eeuwig; daar zullen jullie voor eeuwig leven bij jullie Schepper in Zijn heerlijkheid, want laat Mij jullie eraan herinneren dat jullie Zijn eigen kinderen zijn;
Vassula, in Mijn volgende Boodschap zal Ik allen roepen die Mij vervolgen en Mijn Naam bezoedelen;
Ja, Heer.
[1] Jes. 9:5.
[2] Jes. 9:5-6: ‘een kind is ons geboren (…) men noemt hem: Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.’
[3] Zie: Joh. 6:48-51.