2 november 1997 

(Zondag.) 

(Terwijl ik in de Grieks-Orthodoxe kerk was om de Heilige Mis bij te wonen, werd ik plotseling door vrees bevangen, en ik dacht dat ik niet in de goede gesteldheid zou kunnen zijn om onze Heer in de Heilige Communie te ontvangen, en dat, als dit het geval was, ik Gods Oordeel, met toorn, over mij zou kunnen afroepen.

Terwijl deze gedachten door mijn geest heen en weer gingen, ervoer ik plotseling in mijn hart een vreugde en verrukking die, ook al kwamen ze allereerst uit mijn hart, een warme, kalmerende vloeistof binnenin mijn gebeente leken te verspreiden; terwijl ik deze troost ervoer, werd mijn ziel omgevormd om uit haar vrees en duisternis te komen in vreugde en licht; in deze vreugde, prees mijn ziel de Heer en ik zong voor Hem in stilte. Ik herleefde.

Toen zag ik plotseling onze Heer Zijn Mond openen om iets tegen mij te zeggen. Ik kon het niet helpen te zien hoe blij Hij was, en met vreugde zei Hij tegen mij …) 

kom tot Mij … 

(… terwijl Hij tegelijkertijd Zijn groenachtig blauwe mantel opende. Dit gebaar van Hem trok mij aan zoals een stuk ijzer wordt aangetrokken door een magneet. Op dezelfde manier werd mijn ziel onweerstaanbaar naar Zijn Hart getrokken. En mijn hoofd leunde tegen Zijn Borst. Dan, o zo teder, zei de Minnaar van de mensheid tegen mij …) 

ach, hoe uitermate zielig kun jij zijn! 

(… ik dacht: “kan iemand vuur tegen zijn borst drukken zonder zijn borst in brand te steken? Hier ben ik, het Heilig Hart omhelzend, hoe kan mijn eigen hart niet het vuur van liefde grijpen?”

Toen ik met mijn hoofd op Zijn Goddelijk Hart leunde en terwijl ik nog tegen Zijn Borst leunde, voelde ik Zijn Borst wegsmelten en mijn hoofd in Zijn Lichaam opgenomen worden. Mijn hoofd ging door Hem en door Zijn Heilig Hart, en ik ervoer dat mijn hoofd was omsloten door Zijn Hart, op deze manier rustend in de Zoon, die het Hart van de Vader het meest nabij is …) 

dit Hart is je rustplaats; vat-van-Mijn-Licht, dit Hart is de Unieke, de Eerste en de Laatste plaats waarin jullie gekwelde zielen een altijddurende en tedere vrede en zoetheid zullen vinden; 

(… terwijl mijn Beminde deze zoete woorden tegen mij zei, legde Hij Zijn Armen om mij heen, klemde ze om mij heen en drukte mij nu nog meer tegen Zijn Borst, net als iemand die een ander tegen de kou wil beschermen. Hij verborg mij helemaal in Zijn mantel. Deze manier van mij vasthouden was als van iemand die bang is diegene te verliezen die hij vasthoudt. Ik dacht er over na, terwijl ik deze ervaring had in de kerk, of ik het zou opschrijven of niet, en Hij zei …) 

schrijf het op tot voordeel van de zielen en Ik zal meedoen om, terwijl jij schrijft, Mijn deel op te schrijven; 

(… het Hart van de Heer nam mijn hoofd nu helemaal in Zich op. Het was als een poort naar de Hemel en gedurende deze verrukkelijke momenten, terwijl mijn ziel zich verheugde in deze onuitsprekelijke zoetheid en tederheid van deze hemelse rust, werd mijn hoofd voortdurend overdekt met liefkozingen …) 

Ik heb je ziel overladen met Mijn gunsten; Ik vraag je nu om op deze wijze in Mijn Hart te blijven; blijf bij Mij, Mijn beminde; 

(… dan, terwijl mijn ziel zich dronken voelde als van wijn, liet de Heer mij in Zijn Hart de zoetheid van Hemzelf smaken, en herinnerde mij zo aan de zoete smaak van onze Heilige Communie,[1] en tezelfdertijd werd mijn hoofd weer bedekt door een zoete geur, als van de Heilige Communie.

Dan, terwijl ik nog in die rust was, merkte ik dat mijn omgeving vervuld was van rook, de zoete rook van brandende wierook. In deze serene omgeving bleef ik de Heer en Mijn Beminde deze woorden horen herhalen …) 

blijf hier, blijf in Mij, kom dan naar voren en ontvang Mij; maak Mij blij en blijf hier; 

(… Ik zuchtte en vroeg mij af wat onze Heer zo verblijdde in een schepsel als ik. De nul van de nullen. Hij, het Volmaakte Wezen, Hij die Zichzelf genoeg is, hoe was het mogelijk je zelfs maar voor te stellen dat Hij tweemaal naar mij zou kijken?…) 

jouw uiterste ellende ontroert Mijn Hart en Mijn hele Wezen zozeer dat Mijn Ogen zich vullen met tranen van Barmhartigheid telkens wanneer Ik naar je kijk, 

(… ik stond op het punt iets te zeggen.) 

nee; spreek niet; neem Mijn Vrede in je op en stel je hart tevreden in deze stilte, geniet deze momenten van genade en neem de zoetheid in je op die je Heer je aanbiedt; verfris je hart, Mijn beminde, en blijf in Mijn omhelzing en sta jezelf toe te worden bemind; sta je geest niet toe weg te wandelen in de wereld, aangezien je van de wereld niets zult ontvangen; kom bij Mij en proef Mijn zoete liefde die Ik voor je heb en altijd voor je[2] heb gehad; – zeg in plaats daarvan: een onuitsprekelijk zwak voor jou;

dierbaarste juweel in Mijn Hand, de zalving van Mijn Liefde voor jou is zo groot, dat in deze ontvlamde momenten van liefde Mijn Goddelijke Ogen niet anders dan op jou gefixeerd kunnen zijn; denk hier goed over na, totdat Ik kom om je te halen;

Ik vind geen ander genoegen elders dan in die momenten wanneer Ik met jou ben en jij als een open boek voor Mij bent, om in jou Mijn Nieuwe Liefdeshymne te schrijven; wees altijd voor Mij beschikbaar en welwillend, en op deze wijze zul je zowel jezelf redden als degenen die naar je luisteren; Ik heb je gevormd om Mijn leerlinge te worden; 

Heer! Wanneer ik erover nadenk,
hebt U mij gevormd op een uiterst verbazingwekkende manier;
U hebt mij in stilte gevormd door Uw Heilige Geest
en door in mij te ademen die goddelijke openbaringen vanuit Uw Heilig Hart!
Het was niet zoals toen U Uw leerlingen waarneembaar hebt gevormd!

ja! Ik wilde dat je met heel je hart zou omkeren naar Mij, zodat Ik je hart tot Mijn Liefde en Sterkte zou kunnen trekken; Ik wilde je ziel voorbereiden op het dragen van Mijn Goddelijke Boodschap; ach Vassula, alles wat Ik nu tegen je zeg, zul je opnieuw horen als Ik openlijk aan jou zal verschijnen op de vastgestelde tijd; nu verheugt zich Mijn Ziel in het kijken naar Mijn tuin,[3] en Ik geniet te ademen in jou; elke stap die je Mij toestaat te zetten in Mijn tuin, zal worden gezet met zachtheid en het zal troostend voor je zijn; 

Toen Uw Goddelijke Blik neerboog naar de aarde
om mijn hart te verrukken,
hoe was het mogelijk dat U niet bent gevlucht bij het louter kijken naar mij,
maar dat in plaats daarvan mijn onwaardigheid U zoveel vreugde gaf,
en U Zich tot mij laat aantrekken?

van Mij is bekend dat Ik de minste van Mijn schepping roep; toen, keek Ik naar jou en Ik had je lief …[4]

Ik heb je in het begin gezegd dat, als je Mij zou toestaan je te vormen, Ik je door Mijn genade met koorden van liefde zou leiden, en op je ziel Mijn Goddelijke Beeld zou prenten, en met dit Goddelijk Zegel, dat de afdruk is van de Heilige Drie-eenheid, zou je worden getrokken in de volheid van Onze Godheid, aldus je intieme vereniging met Ons in Onze Goddelijke Liefde vervolmakend;

Ik ben nog steeds van plan, dierbaarste, door te gaan en Mijn geheime openbaringen in je oor te fluisteren, en terwijl Ik overvloedig Mijn gaven en Mijn gunsten over je uitstort tot Mijn genoegen, zal Ik je eraan blijven herinneren dat, door jouw hart zo onafscheidelijk in het Mijne te hebben getrokken, het zo was dat in dit hoffelijke gebaar van Mij, onze vereniging volledig zou zijn en dat jouw geest, door Mijn genade, één met Mij[5] zou worden;

Ik had je een gebed[6] gegeven waarin jij je lichaam en ziel toewijdt aan Mijn Heilig Hart, zodat jouw gedachten Mijn gedachten zouden zijn, jouw handelingen Mijn handelingen, en je Mij vrijwillig jouw wil geeft, zodat Mijn Wil in jou wordt gedaan;

Ik herinner je eraan dat door je hoofd op Mijn Hart te laten rusten, in deze momenten van innerlijke vreugde, Ik de beweging van je hart zou zijn, de welsprekendheid en charme van je spreken; Ik zou het licht van je ogen zijn om goede raad te geven aan hen die het nodig hebben; elk van jouw bewegingen, elk gebaar, zou van Mij komen; je zult luisteren naar al Mijn zuchten en hun betekenis begrijpen,[7] zodat je zou handelen overeenkomstig Mijn Goddelijke Wil; door genade zou je Mijn zoetheid inademen, zoals je deed toen je hoofd op Mijn Hart rustte, en Zijn zoete aroma smaakte;[8]

herinner jij je hoe Mijn Vader je onderrichtte?[9] Hij vertelde je dat als je Hem toestond de banden van eenheid met Hem te versterken, je ziel dan zo met Hem zou worden verenigd en je geest zo omvat in de Mijne, dat alles wat je zou doen overeenkomstig Mijn bedoeling zou zijn; je werken zouden geworteld zijn in Onze Goedheid en je prestaties in Onze Geest; toen gaf Mijn Vader je een voorbeeld van de manier waarop de ledematen van je lichaam werken; “je zegt niet tegen je hand wat ze moet doen, maar ze werkt door jouw wil;” dat zou de wijze zijn waarop Wij je zouden leiden; 

Heer, vergeef mij mijn gebrek aan vertrouwen tegenover U en voor al die overvloedige genaden die U mij vrij hebt geschonken in mijn uiterste onwaardigheid. Ik heb Uw genaden verborgen;ik heb gezondigd uit angst voor wat anderen denken. 

de wereld zal altijd proberen je te bedriegen en diegene te verwonden die Mij zo kostbaar is; en als je naar de wereld luistert die je geest afleidt van contemplatie, dit alleen al verwondt Mijn Hart;[10] door genade heb Ik je in Mijn Heilig Hart getrokken, opdat je alleen de Mijne zou zijn, en door genade ben Ik van plan je in deze rust te houden; wanneer deze koude wereld je aanvalt met haar verleidingen en probeert je ziel te misvormen om op hen te gelijken, snel dan naar Mij en neem je toevlucht in Mijn Hart; heb vertrouwen in Mij en vertrouw Mij al je problemen toe; Ik wacht er slechts op je genadig te kunnen zijn, Mijn uitverkorene;

de wereld zal altijd proberen je in haar ingewanden terug te trekken, een donkere vallei, waar slechts troosteloosheid is; maar Ik heb je gekozen uit duizenden, dus waarom bedroef je Mij door je gebrek aan vertrouwen? Mijn vereniging met jou in het Licht van Mijn Goddelijkheid is zo volledig, dat je niet langer je vertrouwen moet verliezen, maar je hoofd op Mijn Hart moet leggen en niet langer twijfelen aan onze gezegende vereniging; kom en zeg nu tot Mij: 

“mijn Jezus, Goddelijke Barmhartigheid,
ik ben tekortgeschoten in vertrouwen jegens U,
en zodoende heb ik Uw Hart bedroefd;
nu vraag ik U in mijn naaktheid en in alle nederigheid
om vergeving zodat U
in Uw Oneindige Barmhartigheid en Goedheid
mijn misvormde en gewonde ziel wilt herstellen;
misvormd en gewond door de daden van de wereld en hun gezegden;”[11]

Ik heb je gebed met vreugde ontvangen;

jouw tekorten, zal Ik goed maken om Mijn driewerf Heilige Naam te verheerlijken; laat Mij vanaf nu nooit meer in enige droefheid of leed vervallen dat al Mijn heiligen en engelen in immense droefheid achterlaat omdat zij niet in staat zijn Mijn pijn te verlichten; indien de wereld toch volhardt in het betwijfelen van Mijn keuze, laat dan hun zonden op hun eigen hoofd vallen; het is met gerechtigheid dat Ik tussenbeide zal komen; als zij de door Mij gekozene naar believen behandelen, degene die Mijn Heilig Hart met bijzondere genegenheid beziet, zal Ik hen krachtig terechtwijzen;[12] maar als jij genoegdoening geeft voor hen, zal Ik in Mijn Oneindige Barmhartigheid hen dwingen hun zonde te zien;

Ik heb je in Mijn Liefde, zoals Ik je in het begin heb verteld, aan Mij gebonden op een manier die voor jou moeilijk zal zijn deze banden[13] te verbreken; Ik heb deze daad gesteld, na jouw ‘fiat’ tegenover Mij, uit loutere liefde; Mijn jaloerse liefde zou het niet verdragen dat wij ooit gescheiden worden en onze vereniging verbroken;

Ik heb je in een moment van dronken verrukking nog een andere genade gegeven: een huwelijkse vereniging waardoor je nog dieper in de rust van een zoete contemplatie in Mijn Goddelijk Hart wordt getrokken; in deze vreugdevolle vereniging van jou met de Heilige Drie-Eenheid zou je Onze Harp worden, en Wij zullen je gebruiken met vreugde en grote triomfen door jou verkrijgen; dan, op jouw beurt, zul jij met Ons genieten en Onze Hoven delen; in Onze Goddelijke Genade zul je Onze Litanie[14] worden; lelie van Mijn Hart, Oneindige Tederheid is je betoond zodat anderen van jou zullen leren en dezelfde hoeveelheid verkrijgen als jij hebt verkregen; lelie van Mijn Hart, Onze nabijheid is jouw gelukzaligheid;

Mijn Goddelijke Wil, in jou geworteld, is de grootste gave die Ik je kon aanbieden in ruil voor de jouwe; met Mijn Goddelijke Wil in jou, kon Ik al jouw tekortkomingen en je ontoereikendheden goedmaken; de woorden die jij spreekt zullen de Mijne zijn want Ik zal je gewaad zijn en jij zult Mijn Inzicht hebben; hoewel jij dikwijls bent berispt om je gestrengheid, in werkelijkheid is je gestrengheid niet de jouwe maar de Mijne; zij die je dit hebben verweten, hebben niet volledig afstand gedaan van hun zonde … ze blijven vergeten dat een ziel, eenmaal met God verenigd, één van geest en één van denken met Hem wordt; Ik heb je voor je zending al deze gaven geschonken vanuit de Liefde die Ik voor je koester, maar ook voor de restauratie van Mijn Huis;

ach Vassula, sommigen zullen vragen: “waarom legt de Heer zoveel nadruk op Zijn vereniging, Zijn gaven en genaden?” als Ik jullie allen aan deze dingen herinner, is dat omdat de wereld zal blijven proberen Mijn gekozene te dwingen tot twijfel aan Mijn gaven die Ik haar heb gegeven; Ik had je, Mijn Vassula, in de eerste dagen van je zending gewaarschuwd dat je daden van liefde zouden worden misverstaan en dat je zou worden opgejaagd als wild en dat je tegenslag zou ondervinden, maar ook hoe Mijn vaderlijke bescherming je altijd zou bedekken, en dat Ik je te hulp zou komen om je te troosten en te bevrijden van de slagtanden van de boze; Ik had je gezegd dat Mijn koninklijke Boodschappen zo dikwijls zou worden bespuwd, afgewezen en belachelijk gemaakt, maar ook hoe Ik je altijd zou bijstaan om je te bemoedigen; je woont nog op aarde maar Ik woon echt in jou; dus vrees niet; zolang je op aarde bent, zal de wereld, in haar duisternis, blijven proberen je te schaden en te verwonden;

Ik bedoel niet dat je moet scheiden van je vrienden, maar onthoud, vertrouw jezelf niet toe aan mensen;[15] sommigen zullen je hand willen forceren om iets te doen wat in strijd is met je wensen, wat ook in strijd zou zijn met Mijn Eigen wensen;

anderen zullen suggereren dat Mijn aan jou gegeven eerzame gaven, alsook Mijn gunsten, niet goddelijk zijn en niet van Mij komen; aan dezen heb Ik iets te zeggen: “als jij zegt dat ze niet van goddelijke oorsprong zijn dan kunnen ze, volgens jouw insinuatie, alleen van de vader van de leugens zijn, of uit het onderbewustzijn; is het nooit bij je opgekomen dat je, door Mijn Werk als kwaad te beoordelen, tegen de Heilige Geest zondigt en dat een dergelijke zonde niet wordt vergeven? als je zegt dat dit hele goddelijke Werk uit het onderbewustzijn komt, verklaar Mij dan eens het meesterschap en de leringen van deze geschriften van iemand die geen kennis bezat van de Werken van de Wijsheid en geen scholing had zelfs niet in de elementaire catechese;”

tot nu[16] heb Ik hun voldoende bewijs gegeven, en Ik zal niet méér bewijs geven dan wat Ik al gegeven heb; dan zullen er diegenen zijn die, hoewel ze je om raad hebben gevraagd, dit zullen negeren, omdat hun ziel nog steeds zal streven naar hun eigen persoonlijke verlangens en ze zich zullen onderwerpen aan hun menselijke wil en niet aan de Mijne;

Ik had je verteld dat, zolang je hoofd op Mijn Hart rust, jij, in deze momenten van rust, zou lezen de kloppingen van Mijn Hart, dan, jij op jouw beurt, je zou in staat zijn om goede raad te geven aan hen die hem nodig hebben; maar nogmaals, de wereld, die nog niet haar slechte gedachten te boven is gekomen, zal Mijn schatten over jou uitgestort onderschatten, onder het voorwendsel dat je niet bent bevestigd[17]

overwin nu je gebrek aan vertrouwen in de gaven en gunsten die Ik je zo edelmoedig heb aangeboden en herhaal met heel je hart het gebed dat Ik je heb gegeven …

(Ik deed het.) 

wees niet langer ongerust, Ik zal doorgaan te zorgen voor je verschillende behoeften;

Ik heb gebeden, Heer, maar hoe kan ik er zeker van zijn dat ik niet opnieuw tekortschiet tegenover U?

Ik ben hier om je eraan te herinneren; Ik zal altijd komen en je terugbrengen van elk gevaarlijk pad waartoe je verleid zou kunnen worden in te slaan; Ik zal doorgaan je Mijn meest delicate zorg te betonen die Ik heb voor Mijn uitverkorenen; kom, vandaag wil Ik dat jij je gelukkig voelt, want Ik kan in alle waarheid zeggen: je hebt Mijn Woord tot je thuis gemaakt en je bent Mijn leerlinge geworden en inderdaad de Mijne; 

Mijn God,
U hebt mijn onwaardige ziel ertoe verleid U te volgen
en U verleende mij onverdiend waardevolle rijkdommen,
en in een grenzeloze Liefde hebt U mijn ziel opgericht.

Ik heb je ziel ook opgericht tot welzijn van Mijn Kerk;

Vassiliki, Ik heb je Boodschappen gegeven van buitengewone ernst; Ik heb, gedurende al deze jaren, Goddelijke openbaringen in je geademd die alle uit Mijn Heilig Hart komen; Mijn Geest was en is je Gids en je Licht; Ik heb waarlijk goddelijke genaden over je uitgestort zodat de mensen ook met deze Boodschappen hun voordeel kunnen doen;

al Mijn Werken zijn goed, en ze worden warm onthaald door de zuiveren van hart en de eenvoudigen, maar lof is ongepast in de mond van de zondaar voor Mijn Werken; Ik heb je, zoals Ik zei, genoeg bewijs gegeven door deze Goddelijke Schat komend uit de schatkamer van Mijn Heilig Hart zodat je niet twijfelt;

behalve, Vassula, dat Ik je uiterlijke tekenen van Mijn Liefde heb gegeven, heb Ik je Kennis en Onderrichting gegeven, voortdurend jou verrijkend en anderen door deze geschriften; ben jij, Mijn duif, je bewust van al deze Goddelijke inspiraties, door Mijn Heilige Geest in jou geademd?

(Ik zuchtte en voelde mij zo ontroerd door de tederheid van Zijn Stem dat ik geen woorden vind om het te beschrijven.) 

vandaag ben Ik hier bij jou om je te helpen al je zwakheden te overwinnen; Ik zou het niet langer kunnen verdragen te zien hoe jij in je bescheidenheid Mijn Goddelijke gaven verbergt die Ik je gegeven heb;

In Uw buitengewone Goedheid hebt U Zich
verwaardigd ons voldoende Manna te geven
waarin onze ziel zich vandaag verheugt;

het is onstoffelijk, maar als onze ziel het eenmaal heeft opgenomen,

hongert ze naar meer
en dus, ben ik hier, nog onvolmaakt,
maar alleen verlangend genoegdoening te geven
voor de reden die ik heb gegeven
aan Uw Goddelijk Hart tot droefheid.

Laat mijn tekorten en mijn nalatigheden
die oorzaak waren van Uw droefheid
veranderd worden in vurigheid, vertrouwen,
en een bundel mirre.

dierbare, Ik ben niet ongevoelig voor alle moeilijke werken van liefde die je in Mijn Naam hebt ondernomen, noch voor de tegenspoed die je met geduld voor Mijn Zaak hebt verdragen, Mijn duif; Ik ben ook niet ongevoelig voor je verzoeken van nu, en Ik ben blij dat je vertrouwt op Mijn Genade; 

Het maakt mij gelukkig voor U te lijden; 

word niet moe op weg met Mij;

Geef mij, Mijn Heer, gelegenheden
om mijn mond te openen en U te verheerlijken
zonder vrees en zonder twijfel.

daarom moet je op Mij vertrouwen en je geest herbronnen in Mijn Geest zodat je kunt doorgaan met het zingen en herhalen van Mijn Liefdeshymne voor de naties; daarom heb Ik je uitgenodigd om je pelgrimage en je retraite te houden in Mijn Lichaam, Mijn trouwe helpster; verheug je in Mijn genade en verblijd je in Mijn gezelschap in dit vertrouwelijke licht van genade gegeven aan jou door Mijn Vader, en aanvaard door te proeven, zoals je gedaan hebt,  de zoete smaken van Mijn Hart;

(Terwijl mijn Heer deze woorden zei, voelde ik nog steeds mijn hoofd omsloten door Zijn Hart, weer de essence proevend en inademend die leek op de Heilige Communie.

Plotseling was het alsof Jezus Zijn Heilig Gelaat afwendde en naar de lezer keek. (Degene die deze regels leest.) Zijn Gelaat was plechtig, Zijn doordringende Ogen hechtten zich aan de lezer. Dan, terwijl Hij mij omarmde met Zijn Armen om mij heen, terwijl Zijn mantel mij volledig bedekte, wat de indruk maakte van iemand die een slachtoffer beschermt tegen elke verdere agressie, zei Hij:)

moge het hart van de lezer die deze bladzijden heeft gelezen, opengaan! mogen zijn ogen en oren, opengaan! tot op dit moment heb je niet volkomen Mijn Hemelse Schat begrepen, noch Mijn gave[18] aan jou volledig naar waarde geschat; je bent nog steeds niet doorgedrongen in wat elke prijs te boven gaat, en wat Ik je heb aangeboden alle dagen van je leven:

de overweldigende genade Mij te kennen in een intieme vereniging en het inwendig proeven, in de bruidskamer van Mijn Hart, van Mijn Zoetheid en Mijn Goddelijke kussen; gelukkig zij die naar Mij luisteren en deze genade verkrijgen; wee degenen die in hun ellendige toestand en in hun bevlekte geest weerstand bieden aan deze genade; zij zullen wenen in hun ellende op zekere dag;

het is goed om goede werken te doen voor Mij en sommige devoties te volgen, alsook daden van liefde, dankzegging en daden van genoegdoening te stellen, maar Ik zou buitengewoon teleurgesteld zijn als je zou sterven voordat je Mij[19] hebt gekend; ik zou buitengewoon bedroefd zijn als je nu zou sterven voordat je Mij[20] hebt begrepen; velen van jullie zijn druk bezig met de dagelijkse beslommeringen, die Mij behagen als ze met liefde worden verricht en in overeenstemming zijn met Mijn Geest, maar dit alles zou onvolledig zijn als jij je niet openstelt voor de genade en Mij erkent in Mijn intimiteit; kom dus en aanvaard Mijn vertrouwde kameraadschap en Ik, in Mijn welbehagen, zal je opnemen in Mijn mysteries en de verborgen geheimen van Ons Hart;[21] jij en Wij zullen onafscheidelijk verenigd worden in Onze Liefde voor altijd en eeuwig;

(Jezus wendde Zich toen om naar mij en met een ernstige blik in Zijn Ogen zei Hij:)

nu heb Ik, zoals eerder, vanuit Mijn Hart tot je gesproken, om je te herinneren, Mijn kind, aan Mijn Oneindige Liefde, en speciaal om dat zaad weg te nemen dat door de wereld in je was doorgedrongen; Ik kon niet langer verdragen te zien Mijn aangenomen kind, Mijn vreugdevolle boodschapster, te worden verscheurd door de twijfels die de wereld in haar geest probeert te leggen:[22] jouw vrees dat Ik een ijsblok in je hart heb gedrukt in plaats van Mijn Goddelijke genade, Vassula, kleineert Mij en heeft geen fundament in de Waarheid … tegenslagen hebben je niet de Vrede laten verliezen die Ik je hart heb gegeven, en dat is goed; maar voor Mijn Zaak, Mijn duif, twijfel nooit meer aan Mijn genaden en aan Mijn onbegrensde Liefde die Ik altijd voor je koester;

verlies je vertrouwen in Mij niet; waarom, kun je niet zien hoe goddelijk bekoord Ik ben, tot dwaasheid toe, door jou? dus smeek Ik je Mij te vertrouwen; zolang je nog op aarde bent, blijf in Mij om je vereniging met Mij te vervolmaken en Mij zo dikwijls als je kunt in de Heilige Communie te ontvangen, je liefde voor Mij vergrotend en jezelf aan Mij overgevend; blijf in deze Plaats[23] van Rust voor altijd, en sta Mij toe je in deze Oven van Liefde te houden, om je de zoetheid van Mijn Liefde[24] te laten proeven;


[1] De Orthodoxe Heilige Communie.

[2] Terwijl onze Heer en mijn Goddelijke Meester deze woorden sprak, was het alsof er honing van Zijn Mond druppelde. En ik begreep dat Hij een speciaal zwak had voor mij, vanaf het begin van mijn leven.

[3] Mijn ziel.

[4] De woorden uit Zijn Mond waren als honing; Hij is het, mijn Vriend, wiens zoete conversatie mij aan Zijn Hart heeft gebonden.

[5] 1 Kor. 6:17.

[6] Toewijding op 26 januari 1992.

[7] Ik hoorde tegelijk het woord “ontcijferen”.

[8] Mijn visioen in de kerk.

[9] Boodschap van 16 maart 1987.

[10] Ik begreep dat door het verbergen van de genaden van onze Heer en ze zelfs niet toe te laten onder het voorwendsel van mijn onwaardigheid, Jezus zeer ontsteld en bedroefd raakt.

[11] (Ik zei het.) Ik besefte hoe de boze onveranderlijk probeerde mij in te prenten, door de mond van de wereld, dat dit Werk, zo Goddelijk van God, minder belangrijk was dan zijn werkelijke waarde, dus zijn waarde onderschattend, en steeds probeerde de belangrijkheid te kleineren. Ik zou mijzelf in een voortdurende strijd bevinden, proberend deze valse beschuldigingen van mij af te houden, en er nooit aan toe te geven.

[12] Toen keek Hij naar mij.

[13] Boodschap van 16 maart 1987.

[14] Want mijn leven zou een onophoudelijk gebed worden.

[15] Joh. 2:24.

[16] Onze Heer draaide Zich om en keek naar mij.

[17] Dat het werk van Waar Leven in God nog niet door de Kerk is goedgekeurd.

[18] Boodschappen van 10 januari 1987, blz. 123 en 124; 25 januari 1987, blz. 129  en 31  januari 1987, blz. 136 in het boek “Mijn Engel Daniël”. – De Vader spreekt: “Ik zend je naar de hele mensheid; Ik zal je als een gave aan hen geven, hen zo in staat stellen Mij beter te begrijpen, want dat is Mijn Wil.”

[19] Matt. 7:21-23.

[20] Jer. 9:23.

[21] De Heilige Drie-eenheid.

[22] Opmerkingen als: De boodschappen van Waar Leven in God zijn één ding, maar de boodschapster is iets geheel anders, alsof die twee dingen niet samengaan. Jezus is tegen die theorie.

[23] Het Heilig Hart.

[24] Psalm 90:17.