29 december 1996 

Mijn Heer? 

Ik Ben; Ik sta voor je; vrees niet, Mijn kind;[1] heb je niet gehoord dat gehoorzaamheid aan God vóór gehoorzaamheid aan de mens komt? wat heb je gedaan, Mijn kind![2] 

(Toen ik deze laatste zin hoorde, voelde ik de verbazing van God, maar ik voelde tegelijkertijd dat Hij “geshockeerd” was, en Zijn verwijt was als dat van een moeder die haar kind betrapt dat bezig is iets verkeerds te doen. Er was totaal geen hardheid, er lag ook teleurstelling en droefheid in.

Terwijl Hij deze enkele woorden zei, deed Hij mij begrijpen dat Hij ze al eens eerder had gezegd; en voordat Hij de zin beëindigde, gaf Hij mij een licht van inzicht waar en aan wie Hij deze woorden had gezegd. Nadat de Boodschap was voltooid, opende ik Genesis 4:10 en las woord voor woord hoe Hij Kaïn verraste toen deze alleen in het open veld liep, nadat hij zijn broer Abel had gedood.  – Alleen daardoor besefte ik hoe zwaar mijn zonde was …)

je behoort Mij toe, en hoewel je niets bent, zal Mijn Liefde je altijd steunen; hoewel je beklagenswaardig bent, zal Mijn Barmhartigheid je altijd naar je erfenis  brengen;  ja,  ze  zal  je  in  Mijn  Heilig  Hart  brengen;  je bent niets waard[3] tegenover Mijn Heerlijkheid en ook niet voor Mijn Heiligen, toch, als je in Mijn Borst bent, ben je in Mij verborgen, ben je in Degene die zondaars rechtvaardigt[4]; dan wordt je ziel, nietig klein schepsel, beschouwd als gerechtvaardigd omwille van Mij;

dit was een van de keren dat je viel, maar hoe zwaar je zonde[5] ook was, de genade zal nu zelfs nog groter zijn, daar je hebt beseft[6] wat je hebt gedaan, en je bij Mij bent gekomen om Mij om vergeving te vragen; nu ben je weer levend, niet uit je eigen kracht maar door Mijn Kracht;

kom altijd tot Mij voordat je een of andere beslissing neemt en vraag Mij om raad; Ik zal je altijd goede raad geven en Ik zal altijd beantwoorden aan wat je nodig hebt; houd je altijd aan Mijn gebod en bedroef Mij niet; herinner iedereen eraan wat de schoonheid van Mijn Geest aan de mensheid brengt; ze[7] brengt hun vrede, liefde, zachtheid, vriendelijkheid, geduld, trouw, edelmoedigheid, zelfbeheersing en vergevingsgezindheid dat hen tot eeuwig leven zal leiden;

word het nooit moe, Mijn kind, voor Mij te werken, en hoewel je kruisen talrijk zijn, klaag niet; – als jij verreweg Mijn meest gekwelde boodschapster van jouw tijd bent, is het omdat je van Mij komt, en omdat het Woord dat je gegeven is waar is; Mijn Woord maakt duidelijk dat de wegen van deze generatie slecht zijn en aan de onderwereld binden, maar Ik zal met je blijven, en Mijn Heilige Geest zal je Bewaarder zijn en je Lamp, je Vreugde en je Sterkte; Hij zal je opgewekt houden aangezien je verborgen bent in Ons die driewerf Heilig zijn;

kom bij Mij in volledig vertrouwen en herinner je: jouw beproevingen zijn Mijn Glorie … ic; 

“Jahweh is mild en meelevend,
lankmoedig, allerbeminnelijkst;
Zijn verontwaardiging duurt niet eeuwig,
Zijn verbolgenheid duurt slechts een korte tijd;
Hij behandelt ons nooit en straft ons nooit,
zoals onze schuld en zonden verdienen.”[8]


[1] Zijn Tegenwoordigheid was niet alleen glorieus en majesteitelijk maar had ook alle schittering van Zijn Goddelijkheid, wat mij deed aarzelen.

[2] Hoewel God mij in de voorgaande boodschap duidelijk had gemaakt dat ik die zeer lange reis niet alleen moest maken, was ik beïnvloed door Pater O’Carroll die zei dat ik alleen kon reizen en door een vriend die zei dat de vliegtickets goedkoper zouden zijn als ik (…) in Indonesië zou ontmoeten, in plaats dat (…) met mij vanuit Zwitserland zou reizen. Om die reden had ik toegestemd …

[3] Ik was blij deze woorden te horen zodat iedereen ze leest, vooral diegenen die nooit ophouden mij op een hoog voetstuk te plaatsen door te zeggen: “Vassula, Vassula” in plaats van “God, God, God zij geprezen!”

[4] Ons vergeeft.

[5] De zonde van ongehoorzaamheid.

[6] Terwijl ik dit schreef, vroeg Hij mij eraan toe te voegen: “Niet uit jezelf, maar door Mijn Genade …”

[7] De schoonheid van de Geest.

[8] Ps. 103:8-10.