17 november 1996 

(St.Louis.) 

Mijn Heer,
U die Wijsheid bent,
U die Leven en Licht in ons bent,
ik prijs Uw Naam Driewerf Heilig;
laat alle Goedheid mijn ziel verleiden
opdat ik mag leven in Uw weerspiegeling; 

Alomtegenwoordige!
Vreugde en Vrede van mijn hart,
Uw Tegenwoordigheid houdt mij rustig
en Uw Rechtvaardigheid ontsteekt een vlam in mij,
om mij te laten zien dat ik de telg ben
van de Goedheid van mijn ziel; 

Ere zij Onze Heer Driewerf Heilig!
Alleluia! 

Mijn geliefde, Mijn Heilig Hart trilt van emotie; hoezeer heb Ik ernaar verlangd Mijn telg op zekere dag deze woorden te horen zeggen! van alle eeuwigheid waren je woorden in Mijn Heilig Hart geschreven en Ik heb er geduldig op gewacht, o buitengewoon geduldig, dat je ze zou uitspreken! geniet nu Mijn Aanwezigheid en drink van Mij, eet van Mij …

Ik heb niet tevergeefs in je gewerkt om je op te richten; geniet van deze Onuitputtelijke rijkdommen die Ik nu voor jullie tijden had gereserveerd en toon ze aan de wereld, deze wereld die koud is geworden en dood voor liefde; toon Mijn Onuitputtelijke Schat aan elke natie en vertel hen dat ze een grotere gave dan Mijn Heilig Hart niet zouden kunnen ontvangen;

en jij, Mijn rest, zegen voor Mij Mijn kinderen; degenen die je hebben vergezeld, daar zij hun tijd aan Mij[1] hebben gewijd; ja! Mijn Hart is tot tranen toe geroerd; Ik heb je lief, Ik heb jullie lief met geheel Mijn Hart … ic;


[1] Jezus trilde weer van emotie.