12 februari 1996 

Mijn Heer? 

Ik Ben;

leer, Mijn Vassula, van de heiligen; Ik ben geen gecompliceerde God, Ik ben ook niet ver weg; Ik verberg Mijn Gelaat niet en Ik laat niemand in duisternis; Mijn loutere Aanwezigheid is Licht! velen van jullie zeggen:[1] “Heer breng ons iets nieuws …”; dit is de geest van de Antichrist en deze geest is overal in de wereld aanwezig;

Ik zal jullie niets nieuws brengen; Ik ben gestorven, Ik ben verrezen, Ik ben de Eerste en de Laatste; hij die in Mij gelooft zal eeuwig Leven bezitten; Ik ben levend voor eeuwig en in heerlijkheid, en Ik bewaar de sleutels van de dood en van Hades; er staan nog dingen te gebeuren, maar alles is geschreven tot aan het einde der Tijden; Ik zal komen om jullie zicht te herstellen met Mijn Geest en te vervullen wat Ik heb gezegd … dat Ik op het einde zal triomferen;

vandaag is Mijn land nog verdeeld, verscheurd, en in Mijn Huis en in Mijn huisgezin wordt verkocht en gekocht; tot de profeten die Ik tot hen zend zeggen ze: “profeteer niet”; die tijd waarover Ik al eerder tot je heb gesproken is gekomen, wanneer kardinaal zal ingaan tegen kardinaal, bisschop tegen bisschop; priester tegen priester; de macht van de Verdeler is als rook Mijn Huis binnengedrongen om Mijn land te belegeren; zijn vernietigingswerk is krachtig en zijn favoriete doelen zijn Mijn gewijde zielen; hij richt hun gedachten op het volgen van de hartstochten van hun hart; de Rebel, waar hij ook passeert laat zijn vloek achter … hij heeft gezworen jullie de een tegen de ander op te zetten; hij heeft gezworen, in zijn woede, jullie allen te ziften, vooral Mijn gewijden en ze te beroven; hij heeft gezworen jullie allen als zijn speelgoed te gebruiken; Ik zeg jullie: ieder wiens hart niet oprecht is, zal bezwijken, maar de oprechten zullen leven door trouw;

wees sterk, Vassula, Ik, Jezus, zegen jou en je vrienden; oordeel niet; wij, ons? Ik bemin je; vrede; ic;


[1] Deze boodschap werd gegeven vijf minuten vóór een telefoontje voor een interview op Radio Dublin. De interviewer eindigde met de vraag: “Zegt Jezus iets nieuws tot ons?”