29 mei 1995
(Heilig Land – Galilea.)
(’s Avonds laat in Galilea.)
Ik zei:
“Ik zal naar het land van Mijn Heer gaan en Zijn Gelaat zoeken”.
Mijn hart heeft over U gezegd:
“Zoek Zijn Gelaat en verheug je over de zoetheid van Zijn glimlach,
beantwoord Zijn Roep, beantwoord Zijn Roep naar Zijn Land.”
Mijn Heer, Koning!
Vreugde van mijn hart; Bron van mijn ziel,
mijn hart jubelt in Uw Tegenwoordigheid
en Mijn ziel verheugt zich in Uw overvloedige Liefde!
Mijn enige Liefde, kom en toon Uw wonderbaarlijke vriendelijkheid
aan deze gekwelde natie;
Uw Tegenwoordigheid zal hun Hoop brengen;
het is bekend dat Uw Ogen gevestigd zijn op wat rechtschapen is,
en Uw oordeel is juist.
Vreugde van mijn hart, bent U in de buurt
of verbergt U Zich voor mij?
luistert U naar deze zeer bedeesde smeekbede?
Mijn Vassula, weet je dat Mijn Ogen nooit zijn opgehouden je te volgen vanaf het moment waarop je werd geboren? Ik Ben de hele (ja![1]) tijd met je en (ja!) aanwezig! …[2] kom, alleen een kort gebed;[3] zeg:
geheiligd zij Uw Naam,
O, U die mijn gebed hoort!
gezegend bent U, mijn Heer,
die mijn ziel bevrijdde uit de afgrond,
U hebt op mij neergezien vanuit de hoogte
en mijn ziel vernederd
(vanaf de schoot van mijn moeder door te vasten;)[4]
gezegend zij Uw Genadigheid
die mij in Uw Hart trok
om mij te redden en mij te bevrijden;
God, U bent mijn redding,
mijn rijkdom, mijn uitzicht en mijn leven,
U die dagelijks mijn ziel betovert
en mijn hart verblijdt door Uw Tegenwoordigheid,
sta mij toe te onvangen van Uw Tegenwoordigheid:
vrede, rechtschapenheid, liefde en een geest van vergeving,
laat elke vezel van mijn hart met liefde Uw Heerlijkheid verkondigen;
verhoor mijn gebed
nu ik Uw voorbijgaande gast ben in Uw land
en antwoord mij;
amen;
… dat is alles; laat ook Mijn andere gasten,[5] die Ik zegen, dit gebed lezen; alles wat Ik vraag is: liefde – liefde – liefde!
Jezus is Mijn Naam; ic;
(Ik was geroepen om te getuigen in Ramallah, Bir Zeit, Bethlehem en Jifna.)
[1] Hij vroeg mij de woorden driemaal te onderstrepen om het te benadrukken. Jezus beklemtoonde werkelijk Zijn woorden.
[2] Een korte stilte.
[3] De manier waarop Jezus zei “kom, alleen een kort gebed” was een van Zijn typische manieren van uitdrukken, om na een korte stilte van toon en houding te veranderen en het volgende snel te zeggen, alsof we ons moesten haasten en verdergaan, en tegelijkertijd mij behandelend als een zwak kind, terwijl Hij een vaderlijke houding aannam.
[4] (Deze zin is voor mij alleen.)
[5] Ik werd vergezeld door 20 pelgrims, de meesten van hen Grieks-orthodox die van het eiland Rhodos kwamen, en sommigen uit Athene. Enkelen kwamen uit Frankrijk, Zwitserland, Nederland en Puerto Rico. De anderen, behalve Pater O’Carroll, kwamen uit Bethlehem en waren Rooms-katholiek. (Deze boodschap werd voorgelezen op de boot op het meer van Galilea.)