18 maart 1995 

(Parijs.) 

(De vertraging van zes maanden werk voor Zijn Boodschappen was in twee weken ingelopen. Ik schreef twee weken achter elkaar door, zeven tot negen uur per dag. Ik liet alle administratie na die al Jezus’ tijd verslond en gehoorzaamde Hem door alleen het schrijven te doen. Ook telefoontjes werden kort gehouden. Brieven bleven ongeopend en werden naar de stichting gestuurd om ze af te handelen. Programma’s voor bijeenkomsten werden niet meer door mij verzorgd, maar door de Stichting van Waar Leven in God, in Frankrijk.) 

Vassula, je inspanningen bevallen Mij; alleen ben je niet; ten tweede, doet het Mij genoegen als Mijn vermanende woorden niet lichtvaardig worden genomen noch genegeerd; sta Mij toe je gids te zijn en je geestelijk leidsman; Ik heb Mijn Reddingsplan in jou gevestigd zodat door jou Mijn Boodschappen door Mijn Wil zullen worden vervuld; sta Mij toe je nu nog een klein beetje langer te gebruiken; volhard in je plicht en geniet ervan; Mijn gezelschap is voor jou het zoetste van het zoete; als er doornen en doornstruiken komen, wees dan niet bang, die moeten hoe dan ook komen, Ik zal je optillen om eroverheen te gaan, ze zullen je niet deren;

– vergroot Mijn Wijngaard, dochter, en Ik zal alle vruchten van Mijn Wijngaard vermeerderen en zijn grenzen zullen geen einde hebben; – het is Mijn Plan jullie allen te redden, maar Ik heb edelmoedigheid nodig om de schuld van deze generatie goed te maken; groot is Mijn verdriet hen het vuur in te zien gaan dat door Mijn Vijand is bereid;

[1]Ik Ben de Bron van Leven! en uit Mijn Borst stroomt Levend Water! kom! kom en drink, Ik zal het jullie niet in rekening brengen, als iemand dorst heeft, laat hem tot Mij komen! Ik ben het Leven en Ik sta vóór jullie en temidden van jullie allen …

dochter, een menigte engelen zal aan je zijde zijn om je te vergezellen[2] bij je zending; Ik, Jezus, zegen je en zeg je: “lo tedhal!”[3] 


[1] Plotseling riep Jezus met luide stem uit.

[2] Bij mijn bijeenkomst in Parijs in het “Palais des Congr­ès”.

[3] “Wees niet bang!” in het Aramees, de taal van Jezus.