21 februari 1995 

(Dhaka.) 

vrede in je hart; Vassula-van-Mijn-Heilig-Hart, Bloem-van-Mijn-Passie, Afstammelinge-van-Mijn-Vader, Ik wil dat je volmaakt bent; 

Heer,
waar zal ik voldoende woorden vinden om U te verheerlijken?
U hebt mijn armzaligheid geëerd
met Uw overweldigende, ontzagwekkende Tegenwoordigheid.
Sindsdien was geen taak te moeilijk voor mij,
met Uw Aanwezigheid werd alles gemakkelijk en een verrukking.
U leerde mij, dat U in Uw Rechterhand de Victorie houdt,
en dat de Dood was verslonden door het Leven.
O Verlosser, zo begerig om te redden en te versterken,
Uw genadigheid bezocht mij in de nacht,
in de nacht van mijn hart,
om een Feest te zingen, en zo liet U een lijk opstaan.
U legde heel Uw Hart in Uw lied uit liefde voor ons allen;
en van mij maakte U een Harp voor Uw Altaar …
Laat de muziek klinken voor onze Koning, laat haar klinken!
Laat de muziek stromen naar de uiteinden van de aarde
en trillen boven elk ravijn, elke berg, en vallei! 

prijs Mijn Naam altijd, zoals nu! zodat je enige Liefde zich verheugt;

Vassula, versterk Mijn Kerk en Ik zal jouw geloof en ziel versterken; het kleine dat je Me geeft behaagt Mij, het grotere dat je Mij geeft verrukt Mij! Mijn Vader laat je nooit in de steek, Hij komt altijd voor je redding;[1] Ik ben altijd met je … 

Vergeet niet dat ik stof ben en dat ik met één windvlaag weg ben. De Wateren van Uw Borst vallen als een waterval over de bergen en in de valleien;[2] 

U verschaft water aan allen die dorstig zijn, en U zendt mij over de heuvelen naar alle naties om uit te roepen: 

“Van God alleen komen overwinning en sterkte.”
Krimp niet langer ineen van dorst,
wek jullie herinneringen en verman jezelf,
jullie allen die in het stof liggen,
want jullie Dauw is niet buiten bereik.
Jullie zijn vergeten wie jullie gemaakt heeft,
maar als jullie drinken, zal jullie geheugen worden hersteld![3] 

“O kom naar het water, jullie allen die dorstig zijn;
ook al hebben jullie geen geld, kom!  …”[4] 

en Ik zal zeggen: luister, en jullie ziel zal leven  

En nu, mijn Redder,
U die ik als eerste reken in mijn leven,
vergeef mijn armzaligheid en mijn mislukkingen. 

beminde, Ik bemin je hoe dan ook; 

Los de nevel op rond mij,
Onuitputtelijke Schat,
Driewerf Heilige, Sterrenlicht van Mijn Nacht,
Vat van mijn ziel, Kolom van laaiend Vuur
laat mij niet gevangen blijven in duisternis;
Donderslag,[5] doe mijn ziel herleven en
schenk mij Onderrichting en Terechtwijzing. 

Mijn gezelschap en Mijn vriendschap zullen je met eenvoud onderrichten; neem Mijn Hand en samen zullen we voortgaan op de weg die Ik voor je heb bereid, zodat Ik je tot volmaaktheid breng;


[1] Ik had dit zelf ook opgemerkt. God de Vader haast Zich als Eerste om mij te troosten. – Op zekere dag, onder zeer hevige vervolging, ging ik op mijn knieën, roepend tot Jezus om hulp; ik schreef mijn klacht op (gebruikmakend van mijn charisma), en in plaats dat Jezus antwoordde, haastte God de Vader Zich naar mij en troostte mij met de belofte dat het de volgende dag “rechtgezet zou worden”. Zijn woord werd werkelijkheid zoals Hij had gezegd. – Ik weet dat de Vader een zwak voor mij heeft, maar dat heb ik ook voor Hem.

[2] Een uitstorting van de Heilige Geest.

[3] Jezus hielp mij met Zijn Geest, om te schrijven wat ik heb geschreven.

[4] Jes. 55:1.

[5] Gods Stem is als een donderslag:  “Er kwam een stem uit de hemel, ‘Ik heb Hem verheerlijkt en zal Hem weer verheerlijken’. Mensen die daar stonden en dit hoor­den, zeiden dat het gedonderd had.” (Joh. 12:28-29).