25 oktober 1994
Hoe dichter je tot God nadert,
des te dichter zal Hij tot jou komen.
bloem, Ik, Jezus, zegen je; bid, spreek met Mij en bemin Mij; wees op deze wijze bij Mij; het is Mijn verrukking om dit werk met jou te doen, laat het ook jouw verrukking zijn;
Uw gesprek is de zoetheid zelf
en U bent geheel en al aanbiddelijk[1]
sta Mij toe, Loot-van-de-Wijnstok, om je genadig te zijn en je Mijn Hart aan te bieden, zodat je Mijn heerlijkheid en rijkdom erft; nader Mij, jij die naar Mij verlangt, en Ik zal je voeden door je Mijn Hart aan te bieden in de verborgen gedaante van de Eucharistie, om je om te vormen tot een levend tabernakel; wees Mijn erfgenaam … je zult nu goed zijn en Mijn voorgaande boodschappen opschrijven;
Ik, Jezus, bemin je, en zegen je; ic;
(Later naderde ik onze Eeuwige Vader.)
Mijn Heer, mijn Schepper, ik bemin U.
bemin Mij en voel je ook door Mij bemind; blijf bij Mij en laat je hart alles vasthouden wat Ik je heb gegeven;[2] met Mij zul je leren; sta Mij toe verder te gaan met Mijn Plan door Mij meer van je tijd te geven;
Belemmer ik U in Uw Plan?
(Hij richtte Zijn blik op mij en keek mij recht aan.)
kan iemand die zo klein is een belemmering zijn voor de Almachtige?
Een microbe kan een plaag zijn voor iemand die veel groter is dan de microbe.
Vassula, je hebt de betekenis van “klein” niet begrepen, en evenmin de bedoeling van Mijn Denken;[3] je verrukt Mij … kom, wees niet zo eigenzinnig; verheug je in Mij en vat moed;
Jahweh?
Ik Ben; Ik ben je Vader;
begrijp de bedoeling van Mijn Woorden; heb je niet gehoord hoe Ik de grote bomen in hun groei belemmer en de kleine bomen toesta te groeien? kom, je hebt nog veel te leren …
Ik zegen jou en de zending die Ik je heb toevertrouwd;
(Later.)
Heer, omdat U mij een een stukje van het Leven hebt gegeven en mij hebt bevolen te herhalen wat U mij gegeven hebt, is vanaf dat moment mijn leven bedreigd. Hoe velen verspreiden er geen smadelijke lasterpraatjes over mij?
Zonder reden vallen ze mij aan, beschuldigen ze mij ervan te doen wat mij bevolen is te doen; waarom deze samenzweringen tegen mij?
vrede zij met je; Ik laat je niet alleen; vrees niet; heb je de bedoeling begrepen van de Psalm die je hebt gelezen?[4] Ik heb je hand geleid om dit deel van de Heilige Schrift te vinden en te lezen;
Maar waarom vallen deze mensen aan zonder mijn geval te bestuderen, Uw boodschappen te lezen of mij zelfs maar te ontmoeten om over de dingen te praten?
omdat dit volk Mij[5] dronken van wrok nadert; elk visioen, elk woord dat Ik gesproken heb, zal gesloten blijven, zodat Mijn tekenen voor hen onzin lijken; heb Ik niet gezegd dat alleen de nederigen zich zullen verheugen bij de klank van de voetstappen van Mijn boodschappers? daarom luisteren of begrijpen ze niet als Ik spreek; ze kijken elkaar aan zonder te begrijpen, want Ik heb hun een trage geest gegeven … dus, in hun geval, is deze profetie van Jesaja nogmaals in vervulling gegaan:
“tot de zieners zeggen ze, ’zie geen visioenen’; tot de profeten; ’voorspel ons niet de waarheid’;”[6] en nu stel Ik jou deze vragen: wil je nog steeds Mijn Echo zijn? wil je nog doorgaan Mijn Nieuwe Lied[7] in je mond te dragen? en wil je nog steeds het Kruis van Eenheid dragen met Mijn Zoon, Jezus Christus?
JA Heer!
ziel! val in Mijn Armen![8]
(Plotseling werd Jezus’ Stem gehoord.)
dochter! je edelmoedige hart zal Mijn dorst lessen!
(En toen sprak, ook ontroerd, de Heilige Geest:)
gezegende, Ik zal Mijn Werk in jou voltooien en Ik zal doorgaan bronnen te laten ontspringen om te stromen in ravijnen; Ik zal iedere ziel voorzien van eeuwigdurend water;
(Onmiddellijk nadat de Heilige Drie-eenheid had gesproken, was er een snelle uitwisseling van omhelzingen. De Vader omarmde mij, toen de Zoon en toen de Heilige Geest. Bij deze uitwisseling van omhelzingen voelde mijn ziel zich nooit zo totaal in samenwerking met mijn hemelse Familie dan op dit moment. Ik voelde dat ik bij hen hoorde en bij niemand anders.)
(Nu sprak de Vader weer:)
dochter, als je bereid bent te gehoorzamen aan Mijn Wil, zal Ik mijn gezag uitoefenen over dit volk door gehoorzaamheid,[9] en de Geloofsafval beëindigen; om de heiligheid van Mijn Naam te handhaven, zal Ik iedereen aan de mouw trekken en hen vragen: “ben jij het kind van de Vader?” en als onze ogen elkaar ontmoeten zal hij tot Mij uitroepen: “mijn Vader! ben ik U nog waardig? ik heb gezondigd, ik ben een melaatse geworden, een verwilderde loot van de wijnstok, door mijn ontrouw tegenover U ben ik langgeleden gestorven en vergaan!”
(De Zoon sprak:)
maar Ik ben de Verrijzenis; Ik alleen ben Wijsheid, jij bent ook een deel van Mijn Kerk en Ik kan je gebruiken; Ik kan je genezen en ook jou aanwijzen als een getuige; Ik heb de macht om jou tot een licht voor de volkeren te maken, zodat Mijn Heilsplan de uiteinden van de aarde[10] bereikt; vandaag zal Ik je Mijn Heilige Geest zenden om Leven in je te ademen en je te genezen;
(De Heilige Geest ging nu verder:)
Ik zal Mijzelf niet aan je opdringen, open je deur[11] en Ik zal Mijn Licht in je uitstralen; Ik kan je doen groeien en spraak aan je geven, om ons Mysterie te verheerlijken;
in je stilte zul je Mijn Stem horen die je onderricht over de Weg; van een heiden kan Ik je veranderen in een gelovige en je dan de Kennis van de Wijsheid geven en als je Ons trouw blijft, zal Ik de Schatten van Onze Heerlijkheid in je plaatsen en je bevrijden van je armzaligheid, zodat ook jij op jouw beurt je naaste te hulp zult komen; aan jou zal Ik Mijn Schoonheid en Mijn Heiligheid onthullen, en je zult verloren zijn in bewondering door Mijn Tegenwoordigheid;
Ik ben de Boom van het Leven, wie Mij in zich heeft geplant, heeft eeuwig leven; Ik kan je ziel veranderen in een Eden, in een Paradijs; met Mijn Goddelijk Licht kan Ik je ziel omvormen in een zon, stralender dan alle sterrenbeelden samen, want Ik ben een ontoegankelijke zon; jij kunt een onvergankelijk lichaam hebben als je Mij toestaat in jou te blijven, en als een bries in jou zal Ik je ziel verfrissen en haar veranderen in de volmaakte weerspiegeling van Christus; en ofschoon je nog onder de mensen zult zijn, zal je geest in de hemel zijn, en ofschoon je lichaam zich onder de mensen beweegt, zullen je ziel en je geest zijn als die van een engel, wandelend in de Hoven van Ons Koninkrijk, wandelend tussen de engelen; als je de deur van je hart voor Mij opent, zal Ik je hart in vuur en vlam zetten en het vrijmaken van de bezoedeling door je hartstochten; Ik zal je hart dikwijls in vuur en vlam zetten om al je hartstochten te verbranden, het hindert niet hoe klein, die je gevangen houden aan deze aarde;
Ik ben de openbaring van de Zoon en de Zoon is de openbaring van de Vader[12] en het beeld van de Vader; ieder die de genade heeft en de Zoon ziet, ziet de Vader,[13] en ieder die Mijn Heiligheid waarneemt, neemt de Zoon en de Vader waar; kom en word erfgenaam van de Weg; Wij zullen je geest, ziel en hart in Ons dragen om in Ons te leven en jou te doen bloeien, door alle grenzen te doorbreken die jou gevangen houden aan deze wereld;
kom! kom en erf Onze Heerlijkheid; Wij zullen je dragen, zoals de bruidegom die zijn bruid over de drempel zijn bruidsvertrek binnendraagt, zo zullen ook Wij je Ons Koninkrijk binnendragen, en Ik zal Mijn onuitsprekelijke zegeningen[14] over je uitstorten en je ermee verzadigen; om je in leven te houden zal Ik je geest leren tot de Vader uit te roepen: “Abba!” Ik zal je leren in Ons te leven, in Ons te bewegen en in Ons te ademen; Ik zal je leren dat Wij Leven zijn, en in Ons zul je niet ophouden te zijn;
Gezegend is degene
die hartstochtelijk naar U verlangt
want hij zal U bezitten
en dus drievoudig gezegend zijn.
Wonder van mijn leven,
wat heb ik gedaan om U te bezitten?
Onsterfelijke Pracht,
Onbeschrijflijk, niet in woorden uit te drukken,
wat heb ik gedaan dat U zich met mij verenigt?
(Christus sprak:)
Ik wilde dat je Mijn metgezellin in Liefde zou worden;
kom;
[1] Wijsheid 5:16.
[2] Hoewel mijn geheugen erg onvolmaakt is en ik van nature vergeetachtig ben, is dat niet het geval als God mij onderricht. Hij hoeft mij maar eenmaal iets te laten zien, en ik kan het nooit meer vergeten.
[3] Ik voelde dat de Heer geamuseerd was.
[4] Ps. 38:11-22.
[5] Toen Saulus de Christenen vervolgde en Jezus hem verscheen, vroeg Jezus hem niet: “waarom vervolg je de Christenen?” Hij vroeg hem: “Waarom vervolg je Mij?” en dan: “Ik ben Jezus, en jij vervolgt Mij”. Als ik word aangevallen is het God die ze aanvallen, want dit Werk is niet van mij.
[6] Jesaja 30:10.
[7] Apok. 14:3.
[8] De Stem van de Vader was vol vreugde.
[9] Dat is door onze gehoorzaamheid.
[10] Jesaja 49:6.
[11] De deur van je hart.
[12] “Mij te hebben gezien is de Vader te hebben gezien.” (Joh. 14:9).
[13] Geloof je niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? (Joh.14:10).
[14] Gaven.