7 mei 1987
Ik bemin je, Ik ben het, je Echtgenoot;
Mijn bloem, Ik zal je zuiveren; Ik zal doorgaan je te verzadigen, je met Mijn Licht te bezielen en je te voeden met Mijn Kracht; Vassula, Ik zal je eren door je Mijn doornenkroon te laten dragen;
Jezus, hoe kunt U mij vertrouwen?
Ik bemin je; door Mijn kroon te dragen zul je de bespotting begrijpen die Ik heb ondergaan, want weldra zul ook jij worden bespot; vergeet niet dat Ik evenveel zal lijden als jij, want Ik ben in jou en jij in Mij; Ik heb Mij met jou verenigd, wij zijn één; kom nu, geliefde, we zullen Mijn Werken voortzetten; Ik zal je tot het einde toe genoeg Kracht geven;
(Ik begreep later dat Jezus mij voorbereid heeft met deze boodschap. Ik zal worden bespot en uitgelachen. Maar Hij is tenminste bij mij; we zullen de bespotting samen delen.)
Jezus, weet U dat ik er zelfs niet in ben geslaagd honderdmaal te zeggen: “Ik bemin U”, terwijl U mij hebt gevraagd het duizendmaal te zeggen!
Vassula, ach Vassula, weet je niet dat elke met liefde verrichte daad Mij zegt: “Ik bemin U”? je toont Mij je liefde ook op die manier;
alles wat je doet in je leven, doe je voor Mij;
kom; word mooier! bloei! straal! geur! tooi Mij met kransen van liefde, laat elk van je bloemblaadjes een doorn uit Mijn doornenkroon vervangen; hoe meer bloemblaadjes, des te minder doornen die Mij steken; Ik bemin je; bemin Mij; leer anderen Mij te beminnen; toon hun Mijn oproep;
Met Uw hulp zal ik het hun tonen. Ik kan niet veel doen.
bemin Mij en heel Mijn Wonden, laat de voor Mij vergoten tranen een verzachtende balsem zijn voor Mijn Wonden; Vassula, kransen worden niet alleen gemaakt voor begrafenissen, ze worden ook gemaakt voor bruiden; sta Mij toe in augustus een lauwerkrans op je te leggen;
8 mei 1987
Jezus, vandaag heb ik thuis veel werk; maar twee woorden van U zullen mij gelukkig maken!
slechts twee? bemin Mij;