19 februari 1993
vrede, Mijn beminde; ben je één met Mij?
Maak mijn geest één met Uw Geest. U alleen, kunt dat doen, Heer.
Ik ben blij dat jij je bewust bent van je nietigheid en dat je zonder Mij niets kunt doen; steun op Mij en Ik zal je ziel tot Mij trekken; de Liefde is bij je en Mijn Geest rust op je; sta Mij toe verder te gaan met de Boodschap van gisteren;
luister naar Mij: zeg hun dat barmhartigheid en toorn op gelijke wijze tot Mij behoren, die bij Machte ben te vergeven en Mijn toorn de vrije loop te laten; Mijn barmhartigheid is groot, maar Mijn gestrengheid is even groot;
(God vroeg mij deze passage uit Ecc. 16:11-12 te schrijven.)
zie je, dochter, Ik zal spoedig ook Mijn Gerechtigheid openbaren; Mijn Plan heeft een vastgestelde tijd; Mijn barmhartige oproepen hebben ook een vastgestelde tijd; wanneer deze tijd van Barmhartigheid eenmaal voorbij is, zal Ik aan iedereen, goeden en slechten, laten zien dat Mijn gestrengheid even groot is als Mijn Barmhartigheid, dat Mijn toorn even machtig is als Mijn vergevensgezindheid; alles wat door Mij voorzegd is zal nu spoedig gebeuren; niets daarvan kan worden verminderd;
Ik heb tot jullie gesproken over de Geloofsafval, de Geloofsafval die de handen van Mijn beste vrienden heeft gebonden,[1] die hen heeft ontwapend door haar snelheid en haar omvang; heb Ik niet gezegd dat kardinalen zullen opstaan tegen kardinalen en hoe bisschoppen zullen ingaan tegen bisschoppen en dat velen op weg zijn naar de ondergang? ze hebben, in hun eindeloze strijd, Mijn Kerk verzwakt; vandaag de dag tiert deze geest van rebellie welig binnen Mijn Heilige Plaats;
herinner jij je het visioen dat Ik je gegeven heb van de adders die op het altaar over de Heilige Sacramenten kropen? heb Ik je niet onthuld hoe velen van hen zich tegen Mijn Paus[2] verzetten? en hoe zij hem terzijde[3] schuiven? Ik heb je al een gedetailleerde uiteenzetting gegeven over de Rebellie binnen Mijn Kerk;[4]
Mijn trouwe vriendin, sta Mij toe hier te eindigen; we zullen later verdergaan; blijf dichtbij Mij en maak Mij blij;
[1] Bedoeld is dat ze hulpeloos waren.
[2] Paus Johannes-Paulus II.
[3] Voorgaande boodschap.
[4] 12 september 1990; 2 juni 1991; 6 juni 1991; 27 juni 1991; 16 juli 1991.