3 februari 1993
Heer mijn God,
U staat erom bekend Uw edelmoedigheid te tonen
voor de armen en voor de noodlijdenden.
U staat erom bekend dat U de mond van de hongerigen vult
en van hen die hun handen naar U uitstrekken.
U verheft de noodlijdenden
door hen een koninklijke plaats te geven bij de uitverkorenen
in Uw hemels hof.
U hebt de zwakken in Uw huis een plaats gegeven.
U staat erom bekend dat U koningen en koninkrijken omverwerpt
als ze een obstakel gaan vormen voor Uw Woord.
Heer van Tederheid,
U ziet met medelijden neer op ellende
en zendt hun Wijsheid om hun Opvoeder te zijn
en hun te leren in Uw Tegenwoordigheid te wandelen
en Uw gunst te genieten!
Velen vervolgen mij en onderdrukken mij,
maar Uw Wijsheid leerde me dat alles
tot Uw grootste Glorie strekt!
Op niet te rechtvaardigen wijze jagen mensen mij op,
ze wachten mij op om mij, Uw kind, op het geschikte uur te treffen,
maar U bent een zo grote Vreugde voor mij
dat ik, wat de mensen mij ook aandoen,
zal doorgaan met vreugde
Uw Naam te verkondigen.
U bent een zo grote Vreugde voor mij dat niemand,
ja, niemand mijn ogen van U kan afhouden.
U dompelt mijn ziel voortdurend onder in vreugde!
Want U hebt mijn ziel in een doopsel van liefde geworpen,
in een doopsel van Verterend Vuur,
dat mijn hart in lichterlaaie achterlaat.
U hebt mijn ziel overladen met een immense schat:
die van Uw Heilig Hart.
Mijn kind, door je volharding zul je het leven verwerven; je liefde en geduld zullen je plaats in de hemel verwerven; Mijn kind, Mijn kind, laat Mij je deel zijn; verheerlijk Mij en verkondig aan de naties de grootte van Mijn Liefde; vrees niemand, Ik ben voor je; sla je ogen op en kijk Mij aan …[1] Ik ga Mijn volk redden en Ik zal mensen uit alle naties, rassen en talen aan de mouw trekken en hun vragen: “wil je mij volgen?” en ze zullen zeggen: “wij willen met U meegaan, daar wij nu de Waarheid hebben ontdekt,” en Ik zal de een na de ander terugbrengen tot leven in Mijn Hart! Ik bedoel om vrede te brengen in elk hart;
ja! de wijngaard die Ik in het verleden heb geplant zal tot Mijn Glorie zijn vruchten voortbrengen; Ik zal niet dralen noch het roepen van de getrouwen negeren; als de één Mijn Kerk opbouwt terwijl een ander haar afbreekt, op wie zal de woede van Mijn Vader dan neerkomen op de Dag van het Oordeel? luister naar Mij: Ik heb je gevormd en opgevoed om Mijn Kerk te laten herleven en eenheid onder de broeders tot stand te brengen; Ik heb je geschapen, Vassiliki,[2] en je bij je geboortenaam geroepen om de Mijne te zijn en vrijwillig in Mijn Tegenwoordigheid te komen, op elk moment, en waar je maar bent[3]; Ik wil je dicht bij Mij;
O kind, door Mijn Vader zo begunstigd! als Ik jou heb gekozen om de Vader aan jou te openbaren en je te tekenen met Onze Liefde, en als Mijn Heilige Geest in jou ademde en je deed herleven en je ziel vervulde met Zijn Licht, de Duisternis in jou omvormend tot Licht, Vassiliki, dan gebeurt dit zodat de naties door jou Mijn Barmhartigheid en Mijn Liefde zullen zien;
je kunt jezelf afvragen: “waarom ik? waarom is dit alles mij overkomen?” Ik zeg je, vanwege jouw grote armzaligheid en je verbazingwekkende zwakheid; Mijn Hart, een Afgrond van Liefde, had medelijden met je; het zou iedereen hebben kunnen zijn; sta niet verbijsterd tegenover Mij! ken jij je Redder niet meer?
wie anders dan Ik zal medelijden hebben met Mijn volk? als horden volkeren voortdurend vervallen tot geloofsafval, en de kroon van de verschrikking op ieder hoofd staat en als losbandigheid hun hart regeert, hoe kan Ik dan blijven zwijgen? goddeloosheid heeft zich over de hele wereld verspreid, moet Ik dan blijven zwijgen? vertel hun: ‘gelukkig is het hart dat vrede zal sluiten met zijn broeder[4], want hij zal worden genoemd, kind van de Allerhoogste! gelukkig is het hart dat zal ophouden in de nacht te wandelen en zich echt zal verzoenen met zijn broeder[5]; hij zal zich niet alleen verheugen in Mijn gunst, maar waarlijk, Ik zal hem de onuitputtelijke Rijkdommen van Mijn Heilig Hart openbaren! zodat de mensen rondom hem, verbaasd over zijn stralende schoonheid, zullen zeggen: “waarlijk, God is in hem verborgen”;
en jij, dochter, ga nooit van Mij weg; Ik, de Heer, zal je hoeden tot het einde; kom;
[1] Ik keek op en dit zag ik: het Heilige, glimlachende Gelaat van Christus.
[2] Mijn officiële geboortenaam.
[3] Op deze speciale wijze.
[4] Hier betekent het mensheid.
[5] Idem.