27 januari 1992

vrede zij met je, klein kind;

deze genade is je gegeven opdat Ik, door jou, de ogen kan openen van de blinden en de oren van de doven; Ik zal doorgaan Mijzelf op deze wijze door jou te openbaren; jij bent een zeer onvolmaakt instrument, maar Mijn Mededogen ziet je inspanningen in je onvolmaaktheid en Mijn Toorn wordt opzij gezet door Mijn Tederheid; twijfel nooit aan Mijn Liefde; Ik wil zwakheid, zodat Ik alles kan doen; 

Ik ben het, Jezus,
die jou[1] de aanwijzingen zal geven
voor de Eenheid; 

het uur is gekomen waarop Mijn Lichaam wordt verheerlijkt; de mensen zullen spoedig leren op welke manier Ik wil dat ze zich verenigen; Mijn Weg zal niet hun weg zijn ….

nu heb Ik Mijn wensen aan hen onthuld, Ik heb Mijn Hart aan hen getoond, met Mijn Macht zal Ik de data van Pasen één maken, het zal jullie niet worden opgedrongen, Ik zal een Vredig middel vinden; ja, met onmetelijke  Macht zal Ik jullie verrassen; vandaag heb Ik hun verteld welke koers ze moeten volgen en morgen zal Ik hen leiden waarheen Ik wil; 



[1] Aan de  mensheid.