16 januari 1992 

O Heer, ik kan geen woorden vinden om U te prijzen, en toch wil ik tot U spreken … 

Ik zal je helpen, schrijf: 

Jahweh heeft mij bezocht, als een windvlaag heeft Zijn Geest
mij opgeheven
en mij Zijn Gelaat getoond,
Hij heeft mij geopenbaard: Tederheid, Liefde en Oneindige Goedheid,
daarna heeft Hij mij met Zegeningen overladen
en mij Manna in overvloed geschonken
om Het met mijn broeders te delen; 

Hij wandelde met mij in het land van vergetelheid,
van beneden onder de doden
Hij nam mij mee naar hen die Hem hebben vergeten
Hij verhief mij en gaf het geheugen van mijn ziel terug; 

O Heer, Jahweh, hoe dankbaar ben ik!
moge Uw Zoetheid, O Heer, op ons allen rusten,
gezegend zij Jahweh voor altijd en eeuwig;  amen; 

en nu, dochter, liggen de verschrikkingen van de nacht achter je en vóór je, Ik Ben; Ik zal je veilig thuisbrengen, terug naar waar je hoort;