24 oktober 1991
Heer, sta mij toe U te dienen.
Dit ben ik U nu verschuldigd.
U staat bekend om Uw Barmhartigheid
en ik weet dat als ik mij aan U vastklamp,
U mij niet zult afschudden;
ik weet dat U mij zult redden.
“Ik hoef slechts mijn mond te openen en U zult hem vullen![1]
Voed mij alstublieft met Uw Manna.[2]
blijf in Mijn gunst; Ik ben niet een God die niet ontroerd kan worden; Mijn Hart is gevuld met Medelijden en Ik sta Mijzelf toe te worden geraakt; kom, Ik ben je schild in deze tijden van strijd;
Heer,
ik word gerekend tot diegenen die door
Satan met geweld worden aangevallen.
Hoe kan Uw volk in de duisternis van Uw wonderen horen?
De duivel wil al Uw plannen lam leggen!
Voor hoelang nog zal Uw Gerechtigheid in een land van vergetelheid liggen?
Laat nu zien, Heer van Barmhartigheid en Gerechtigheid,
dat U onze hulp en onze troost bent.
je hoeft niet bang te zijn; tenslotte zullen Onze Harten zegevieren; Ik zal iedereen laten zien hoe Ik kan redden; de Schriften moeten worden vervuld; je ziet dat er geschreven[3] staat dat het Beest, dat uit de Afgrond komt, oorlog gaat voeren tegen de Twee Lampen die voor de Heer van de wereld staan, deze Twee Getuigen die Mijn Lichaam vertegenwoordigen en Mijn Lichaam zijn, zij die bewezen hebben Mijn dienaren te zijn, door hun grote standvastigheid in tijden van lijden, beproevingen en vervolging, zij die Mijn Woord dragen en Mijn woordvoerders zijn, en zij aan wie de Waarheid gegeven is om te zijn als engelen en een Echo van het Woord daar zij Mijn Geest hebben toegestaan hun Gids te zijn, die aan ieder van hen een Elia – bediening geeft;
de oproep die zij doen in Mijn Naam is in feite Mijn Oproep door hen; zij verheffen hun stem om jullie aan Mijn Wet te herinneren zoals Mozes op de berg Horeb, maar Ik ben het die spreekt, door hen, en hoewel deze Twee Profeten[4] voor de mensen van de wereld zullen lijken als door de Vijand overwonnen, zal Ik leven in hen ademen en zij zullen opstaan;
“want zoals de aarde nieuw gewas voortbrengt, zoals een tuin zijn zaad laat ontkiemen, zo zal Ik, de Heer, rechtschapenheid en glorie laten ontkiemen voor het oog van de volkeren”[5]; Ik zal jullie armzalige lichamen omvormen tot een afbeelding van Mijn glorievol Lichaam; dan zullen jullie een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zien ontluiken; de eerste aarde en de eerste hemel zullen verdwijnen, dat wil zeggen: de oude Stad, bekend onder de symbolische namen Sodom en Egypte, want Mijn Woord werd in haar[6] opnieuw gekruisigd, omdat de mensen van de wereld Mij weer niet hebben herkend, ofschoon Ik in Mijn eigen Domein kwam, Mijn eigen volk heeft Mij weer niet aanvaard maar Mijn Heilige Geest behandeld zoals het hen beviel, het Beest veroorlovend oorlog te voeren tegen hen die Ik gezonden heb;
deze twee steden in één, de afwijzing door Sodom en Egypte van Mijn Boodschappers en de totale doofheid gelijk aan de hardnekkigheid van Farao; deze steden zullen vervangen worden door het Nieuwe Jeruzalem; van Sodom en Egypte zullen jullie worden genoemd:
– Nieuw Jeruzalem –
Stad van Onkreukbaarheid, Stad van Heiligheid; en wanneer dit zal gebeuren, zullen de overlevenden, door vrees bevangen, Mij[7] alleen nog prijzen;
de aarde is nu zwanger en in barensweeën, Mijn kind, luid schreeuwend in haar geboortepijnen; maar de tijd van wachten is zeer spoedig voorbij; Ik adem al over je, schepping, en breng jullie de een na de ander weer tot leven, jullie allen zuiverend; dus als iemand bezwaar maakte, heeft hij dat niet tegen jullie gedaan, maar tegen Mij, Ik die jullie Mijn Heilige Geest van Waarheid heb gegeven; als zij iemand opnieuw gekruisigd hebben tussen de twee steden met de symbolische namen Sodom en Egypte, hebben ze Mijn Woord weer gekruisigd; maar na drie en een halve dag[8] zullen Mijn Twee Lampen een nog helderder Licht geven, omdat het zal komen van de schittering die de Geest omgeeft; heb dus hoop, Mijn kind; de belofte van Mijn Geest is voor jullie tijden;
je bent deel van Mijn Huishouding, ecclesia zal herleven;
(Later:)
(Boodschap voor de Filippijnen:)
vrede zij met jullie; vertel Mijn volk over Mijn Wet na te denken; schrijf:
– Ik verzoen de wereld –
vertel hun dat Ik het ben, Jezus; mochten ze vragen wat Mijn Boodschap voor hen is, zeg hun:
– Ik kom om jullie te verzoenen met Mijn Heilig Hart –
en door jullie met Mij te verzoenen, zal Ik jullie vragen omwille van Mijn grote Liefde je met elkaar te verzoenen; Ik ben van plan de wereld met Mijn Heilig Hart te verzoenen en zo van jullie allen[9] een nieuwe schepping te maken;
dit is de plechtige belofte van Mijn Geest;
Ik zeg jullie plechtig, hij die het zaad van genotzucht zaait zal een oogst aan corruptie oogsten en wanneer hij tegenover Mij staat op de Dag van het Oordeel zal Ik tegen hem zeggen:
“ ga! weg van Mij;
ga naar de Corrupte die
je corrupt gemaakt heeft!”
tenzij Ik een kreet van berouw hoor
de geur van de dood die tot de dood leidt, zal naar de Hemel blijven opstijgen, Ik wil dit niet meer, wat Ik van jullie verlang is:
– wierook –
Ik verlang dat jullie als een wierookvat zijn gevuld met wierook, op een altaar, beminde kinderen, laat jullie land veranderd worden in een reusachtig Altaar waarop Mij de geur van wierook geofferd wordt; Ik wil dat jullie heilig leven daar Ik Heilig ben; elke dag strek Ik Mijn Handen uit naar jullie om jullie tot Mij te verheffen;
Ik heb Mijn Liefde voor jullie getoond door alle eeuwen heen en vandaag weer, zoals een herder die zijn schapen redt van de muil van de leeuw zo kom Ik jullie redden van de Adder; Ik zal jullie, ondanks je ontstellende ellende, niet te gronde richten zoals Ik Sodom en Gomorra te gronde heb gericht, Ik weet hoe onderdrukt jullie noodlijdenden zijn en hoe de armen dagelijks worden vertrapt; Ik weet ook hoe miserabel jullie zijn en o! Ik ken jullie misdaden … en dat zijn er veel; vanwege het geweld jullie zonen aangedaan, het bloedvergieten van onschuldig bloed in jullie land is groot!
jullie ongelukken veroorzaakt door de zonde hebben Mijn Barmhartigheid uitgedaagd en omwille van de grootte van Mijn Liefde roep Ik vandaag jullie volk bijeen; verzamel iedereen onder Mijn Heilige Naam en vertel hun dat Ik niemand op de proef stel en Ik kom ook niet om jullie te dreigen; vertel jullie volk dat Ik Mijn Geest van Liefde over hen zal uitstorten; als een sluier die van boven over jullie land wordt uitgespreid en als een nevel zal Mijn Geest van Liefde jullie omhullen en binnendringen zelfs door de kieren van jullie deuren en ramen;
jullie volk zal niet teleurgesteld zijn over Mijn Bezoek; Ik zal met Mijn Zuiverend Vuur de corruptie verzwelgen en als een maaier zal Ik Mijn Sikkel inzetten en deze oogst van kwaad afmaaien, haar samenbinden tot een bundel en in het vuur werpen om te worden verbrand en in plaats daarvan zal Ik zaad uit de Hemel zaaien: zaden van Liefde; dit is jullie Heer die spreekt, dit is Degene die jullie meer bemint dan iemand kan begrijpen;
Ik ben het, Jezus, jullie Verlosser,
die nu voor jullie deur staat; en Ik zeg jullie nogmaals: kom! kom tot Mij, jullie die verdrukt zijn, Ik zal jullie bemoedigen en troosten, kom! kom en neem alle Schatten van Mijn Heilig Hart; het Koninkrijk van God[10] is onder jullie; jullie hoeven alleen maar binnen te gaan; Mijn Huis is jullie huis; Ik heb voor iedereen de deur tot Mijn Koninkrijk geopend; kom, laat je niet langer verleiden tot geweld, vergeld kwaad met liefde –
vergeef!
hoe anders zal de Vader jullie vergeven als jullie niet bereid zijn te vergeven? eet van Mijn Vrucht en niet van de vrucht van Mijn vijand, want de kinderen van de duisternis zijn slecht in de omgang zelfs met hun eigen soort want het Kwaad is hun meester die hun leert te zijn zoals hij en de mens die oneerlijk is in kleine dingen zal ook in grotere dingen oneerlijk zijn; roep jullie vrienden bijeen en bid; Ik zal jullie gebed horen:
– elke berouwvolle zondaar zal worden gehoord –
in de Hemel –
Ik, Jezus, zegen jullie allen en laat de Zucht van Mijn Liefde op jullie voorhoofd achter;
[1] Ps. 81:11.
[2] De Heilige Geest.
[3] Apok. 11:7.
[4] De geest van Elia en Mozes : de geest van profetie.
[5] Jes. 61:11.
[6] Apok. 11:8.
[7] Apok. 11:13.
[8] Apok. 11:11; een symbolisch getal.
[9] Apok. 21:1.
[10] Dat is de Kerk.