26 september 1991 

Mijn ogen zijn altijd op U gericht, O mijn God.
Het geheim[1] van innige verbondenheid met U wordt gegeven
aan hen die U beminnen en vrezen. 

U hebt mijn ziel uit de afgrond gehaald
om de Rijkdom van Uw Heilig Hart te ontdekken,
ik heb de Barm­hartigheid ontdekt waarover Uw profeten gesproken hebben,
ik heb de Liefde en de zachtmoedigheid ontdekt die Uw apostelen smaakten,
ik heb de Vrede ontdekt die Uzelf aan ons gegeven hebt.
In Uw Heilig Hart stond U mijn ziel toe
te ontdekken dat Lijden Goddelijk is
en Versterving aangenaam in Uw Ogen. 

Toen kwam er in mijn ziel een schitterend Licht,
en als een welklinkend geluid van duiven,
hoorde en voelde ik een Zuchtje langs mijn gezicht strijken
en U vulde  mij met Uw Geheimen. 

proef meer van Mijn Geheimen, Mijn kind, door gehoorzaam te zijn aan Mijn Wet; dim je stem nu nog meer om alleen de Mijne te horen; buig je hoofd, opdat het Mijne wordt gezien; verneder jezelf opdat Ik je naar Mij kan opheffen;

dikwijls onderzoek je de Geheimen van Mijn Heilig Hart met je eigen licht; je hoeft Mij maar te vragen, Mijn kind, en Ik zal in je ogen Mijn Transcendente Licht uitgieten en het zal je ziel helemaal vervullen; zie dan toe, Mijn kind, dat het licht in je van Mij komt; dan, alleen dan, Mijn priester, zul je begrijpen dat Mijn Werken Subliem, Glorierijk en Majesteitelijk zijn; alleen dan, Mijn leerlinge, zul je begrij­pen, zoals Ik verlang dat je begrijpt waarom de Nederigheid Zichzelf toestond te worden onteerd, misvormd, veracht en doorboord en Zijn Leven gaf als losprijs voor velen;

– Ik ben gekomen om je liefde op te wekken en aan te wakkeren, zie je? bescherm dan je vlees niet tegen pijn noch tegen enige deemoediging; sta het Zegel van je Verlosser toe op je vlees te rusten zowel als op je ziel zodat binnenin jou een volledige verandering plaatsvindt; dan zal ALLES wat je natuur afkeer inboezemde, afwees en met verachting bekeek, je Goddelijk voorkomen; 

Geef, Heer,
dat alles wat U zegt geschiede.
Buig mijn hoofd, maak mij kleiner en dim mijn stem.
Ik wil niet met lege handen in Uw Tegenwoordigheid verschijnen;
nee, ik wil niet eindigen in Uw Tegenwoordigheid met lege handen.
En die menselijke gedachten die mijn natuur zo normaal vindt,
ontwortel ze en verbrand ze allemaal. 

wijd je ziel geheel aan Mij toe en denk na over Mijn Wet, voordat ze over je komt; vergeet niet hoe je natuur je had laten vervallen tot een woestijn en troosteloosheid; Ik zal je menselijke gedachten verwijderen als je Mij toestaat ze te vervangen door Mijn Gedachten om Mij te verheerlijken; Ik zal je een moedig hart geven, Mijn kleintje, om in staat te zijn Mijn tegenstanders tegemoet te treden en hun tegenspraak te weerstaan; Ik zal je een welsprekendheid geven; een uithoudingsvermogen en een weerstands-vermogen tegen de bedreigingen van je vervolgers die ook Mijn vervolgers zijn; Ik zal je moed geven om met vertrouwen stand te houden;

je bent Mijn zaad en omdat de Oogst gereed is, klaar om te worden binnengehaald, verlies Ik geen tijd zoals je hebt gemerkt; Ik oogst zonder ophouden om velen te voeden die op het punt staan te sterven; dus, Mijn beminde, “neem ook jij je sikkel ter hand en maai: de oogsttijd is gekomen en de oogst van de aarde is rijp”[2]; sta Mij toe de ruimte in je hart te verwijden, want nu zal je Veroveraar je vullen met Zijn Kennis en Zijn Vertrouwelijkheden; Ik wacht er slechts op jullie allen genadig te zijn en aan ieder van jullie Mijn Rijkdommen, Mijn Edelmoedigheid en Mijn Liefde te openbaren;

Ik zeg jullie dit alles vandaag, opdat Mijn Woord van deze generatie naar de volgende gaat; en jullie die leren, wil het op jullie beurt, weer aan je eigen kinderen leren; als ze luisteren en doen wat Ik zeg, zullen hun dagen eindigen in geluk;

dus wend jullie tot Mij en prijs Mijn Werken; mediteer over Mijn Wonderen; 

 


[1] De vertrouwelijke omgang. 

[2] Apok. 14:15.