23 mei 1990 

vrede zij met je; Ik ben het, Jezus; houd nooit op Mij aan te roepen, houd nooit op met bidden, Ik geef je Mijn Vrede en Mijn Liefde; dochter? heb je niets te zeggen? 

Ik geef U mijn armoedige liefde en mijn nietigheid, Heer. 

ach, Ik verlang naar je liefde ook al is ze armoedig en wat je nietigheid betreft kleintje, blijf altijd niets; wis jezelf volledig uit, vernietig alles wat jij bent door alles in je op te nemen wat Ik ben; vul je geest met Mijn Geest zodat je ziel een levende toorts van licht wordt; wees doorzichtig, ja, doorschijnend, zodat je licht door je heen schijnt zonder enige smet maar slechts in zuiverheid; als je Mij dagelijks vraagt je zonden te vergeven en als je Mij toestaat je te zuiveren, zelfs als dit lijden en beproevingen vraagt, zal Ik dit zonder aarzelen doen; Ik ken je noden;

Ik sta niet toe dat je zondigt, Ik heb je nooit bevolen om te zondigen en Ik vind er geen genoegen in je tong te horen uitglijden, heb Ik je niet gevraagd Mijn wierook te zijn, en Mij met je geur te kalmeren? Ik heb je getooid met indrukwekkende gewaden en Ik heb je een tong gegeven om Mij te prijzen en Mijn mensen te herinneren aan de Liefde die Ik voor hen koester; let dan op leerlinge en luister naar Wijsheids opdrachten; houd Mijn Naam Heilig en houd je gewetensvol aan Mijn Wet en Mijn onderrichtingen en Ik zal je nooit verlaten; Ik ben je God, en met Mij aan je zijde, wie kan er dan tegen je zijn?

denk eraan dat je, na zo’n charisma ontvangen te hebben zonder dat je dit verdiende, Mij niets weigert, en Ik bedoel niets; leef dus voor Mij, doe boete en vast; vast op water en brood; wijs niet hooghartig de beproevingen af die Ik je geef, verheug je als je wordt vervolgd! verheug je als je bedreigd wordt omwille van Mij! verheug je als je door Mijn vijanden aangevallen wordt! dat, Mijn kind, zijn de beproevingen waarmee Ik je zal vervolmaken;

bid zonder ophouden; bid, bid, bid zonder de minuten te tellen; Ik zal je het lijden niet besparen, Vassula, zoals de Vader Mij het lijden niet bespaar­d heeft; Ik wil dat je een levend kruisbeeld bent, een herinnering aan Mijzelf; wist je niet dat de gave van het lijden voortkomt uit Mijn Oneindige edelmoedigheid en uit Mijn Oneindige Liefde? aarzel dan niet Mijn Kruis te omhelzen; laat je armen Mijn Kruis omvatten met vurigheid en Het zal je leiden naar het Pad van het Leven; als je afdwaalt van het rechte Pad, wees ervan overtuigd dat Mijn Liefde en Trouw je zullen behoeden; Ik zal je snel te hulp komen;

laat je ziel voortdurend naar Mij hunkeren, laat Mij je zuchten van liefde horen en voelen; op je voorhoofd, ziel, heb Ik de Zuchten van Mijn Liefde diep inge­kerfd, die Zuchten die Ik je onophoudelijk heb gegeven; Ik heb je voorhoofd getekend met Mijn Heilige Naam en je de Mijne gemaakt voor de Eeuwigheid; sla dan je ogen op naar Mij en vind de Ware Vrede in Mijn Aanwezigheid;

vertel Mij dan, Mijn dochter, jij die door Mijn Hart bemind wordt, zul je de Liefde die Ik voor je heb beantwoorden? 

Mijn liefde is armoedig, hoe zal ik ooit
Uw Doornenkroon vervangen
door een krans van rozen?
Mijn geest peinst hier voortdu­rend over
en keert in zichzelf;
verklaar het mij dan, zonder moe te worden van mij,
en ik zal leren,
leer mij U te beminnen
zoals U verlangt dat wij U beminnen,
leer mij Uw Wet  nauwgezet in acht te nemen,
gewetensvol, voor altijd en eeuwig,
opdat ik wandel
op het Pad van de Gerechtigheid,
leid mijn voetstappen op het Pad van de Liefde
zoals U beloofd hebt. 

ach dochter … Ik heb Mijn Ogen gespannen op jouw lippen gericht, in afwachting van je belofte van trouw … 

Zoete Jezus, altijd zo teder,
Beminde, trek mij dan
in Uw Voetsporen van Trouw,
laat mij ziek zijn van liefde voor U,
laat mij Uw Lijden proeven,
het zal in mijn mond zijn
als de zeldzaamste vruchten uit Uw Tuin.

open je dan voor Mij, zodat Ik over je kan ademen; Mijn Adem is van het subtielste aroma, Mijn geur is een mengsel van wierook en mirre; stel je open voor Mij, ziel, zodat Mijn Geest van Liefde over je kan ademen; Mijn Adem is Leven; stel je open voor Mij, Mijn beminde, Mijn dochter, Ik heb verlangend uitgezien naar dit moment om je Mijn Goddelijk Hart te tonen; Ik kwam helemaal uit de Hemel naar jouw drempel om je te ontmoeten, en nu Ik je gevonden heb, zal Ik je niet laten gaan;

spreek ziel! antwoord Mij; 

Kom, kom tot ons, Heer, en vermenigvuldig
Uw Zegel van de Liefde van Uw Heilige Geest
op ons voorhoofd, het zegel van de Belofte;
God, schep een zuiver hart in ons,
ik weet dat U op de drempel staat
van elke ziel, wachtend
op haar antwoord,
Uw Ogen smachtend van verlangen
dat ze haar deur opent;
Uw Wijngaarden bloeien nu,
mijn Heer, en weldra zullen ze
voldoende vruchten geven om elke woestijn te voeden;
de doden zullen niet tot leven komen
tenzij U over hen ademt
en hen doet opstaan door Uw zoete geur;
laat omwille van Uw Liefde
dit land van geesten weer tot leven komen. 

Ik zal dan naar hen glimlachen en Mijn Licht zal door de scharnieren van hun deur binnendringen en door elk sleutelgat; zelfs onder hun deur zal Mijn Licht binnendringen! 

Alleluia, ere zij God! 

ja! juich, klein hart, van vreugde; jullie onvruchtbare landen zullen vrucht dragen! breek uit in tranen van vreugde, jullie allen die Mij horen; met eeuwigdurende liefde heb Ik Mij over jullie ontfermd; er zullen wijngaarden groeien in plaats van doornen en distels; Ik heb het voornemen Mijn Heiligheid en Mijn Wijsheid te tonen om de vijandigheid van dit tijdperk tegenover Mijn Goddelijkheid en hun zogenaamde wijsheid uit te wissen;