15 februari 1987

Ik bemin U, maar het kan zijn dat ik U op de verkeerde manier bemin. Ik weet niet welke goed of verkeerd is; ik aanbid U. 

Vassula, liefde is liefde; Ik wil dat je Mij zonder terughoudendheid liefhebt; Ik ben je Heilige Vader die je innig bemint; kom dichterbij Mij en bemin Mij innig; Ik wil dichtbij je zijn;

wees niet bang, Ik wil al je liefde; Vassula, Ik wil dat je vandaag berouw toont; 

Moet ik nu berouw hebben tegenover U?

ja, heb berouw, Ik luister[1]; ja, dochter, Ik vergeef je al je zonden want ze zijn talrijk; Vassula, weet je dat Ik degene ben die Mijn leraren leerde berouw te hebben? dat zijn Mijn voorschriften; Ik heb Mijn leraren de volmacht gegeven om biecht te horen van Mijn kinderen;

kind, Ik ben het die dit geschreven[2] heeft;

Vassula, weiger Mij niets; Ik zal veel dingen van je vragen; ben je bereid je God en Redder te volgen? 

Dat wil ik, zolang ik herken dat het van U komt. Ik zal U volgen omdat ik U bemin. 

Vassula, wees nooit bang voor Mij, vertrouw Mij; Ik bereid je voor op grotere beproevingen; ben je bereid Mij te volgen?

Met Uw hulp zal ik U volgen.

wees niet bang want Ik ben dichtbij je om je te steunen;

dochter, geef je geheel over in Mijn handen; laat Mij je gebruiken, beminde, voor de genezing van zielen; laat Mij je aan Mij binden met ketenen van liefde; laat Mij voelen dat je geheel de Mijne bent; laat Mij, die je Schepper ben, je bezitten;

Ik heb naar je liefde verlangd, laat nu Mijn Liefde je hart ontvlammen; wees geheel de Mijne; Ik heb naar je verlangd, Ik verlang naar je; verlang jij nooit naar Mij, Vassula?

Dat doe ik. 

(of denk ik dat ik dat doe?) 

Vassula, beminde, door jezelf aan Mij te geven zul je Mij verheerlijken en tevens jezelf zuiveren;

Ik bind je nu aan Mij, Ik, de Allerhoogste God, zal met je zijn tot het einde;

– Ik zeg je naar waarheid dat Ik je heb gekozen, wetend dat je niets bent, hulpeloos, ellendig en zondig, maar ondanks al je fouten heb Ik je lief; ja, Ik bemin jullie allen ondanks jullie ongerechtigheden;

Heer, hebt U mij nu gebonden?

ja, dat heb Ik; Ik bemin je; het is uit liefde, Ik wil je altijd in Mijn nabijheid; beminde, luister naar Mij, Mijn banden zijn banden van liefde, het zijn banden van zuiverheid; Ik bemin je, laat Mijn kinderen begrijpen hoeveel Ik van hen kan houden;

Mijn Barmhartigheid kent geen grenzen; Mijn Liefde is een verterende vlam die elk hart doet ontbranden dat Mij ontvangt; 

dochter, ga nu en onthoud dat Ik je leid, herinner je Wie je heeft gezuiverd,[3] ben je dat vergeten? heb Ikzelf je niet gezalfd?

Ja, Heer, op de dertiende.

Vassula, Ikzelf heb je Mijn Brood en Wijn gegeven; herinner je dat Ik voor jou de tijd heb gekozen om je te zuiveren, kind;[4]

bemin Mij, laten we samenwerken;

Dit herinnerde mij aan de eerste keer dat ik de Heilige Communie ontving in deze kerk. Het gebeurde weer op een mystieke wijze. Ik was met de priester Karl; God had mij naar hem toegestuurd om de Heilige Communie te ontvangen. Hij was er niet zeker van of hij die wel of niet aan mij zou geven, omdat het op deze mystieke wijze werd gevraagd. Toen zei  Karl dat hij tot God zou spreken, bidden, maar niet hardop, zodat ik niet kon horen wat hij zei, en ik moest mijn hand het antwoord van God laten schrijven. God schreef:

“IK ZAL” 

Ik vroeg aan Karl wat hij had gevraagd. Hij zei dat hij aan God gevraagd had of ik bij hem moest biechten; God antwoordde dat Hij dat deze keer op Zich[5] zou nemen. Zonder aarzelen zei Karl eenvoudig tegen mij na vier dagen terug te komen voor de Heilige Communie. God vroeg mij in die tussentijd berouw te hebben. Ik wist niet hoe, dus legde Hij mij uit wat ik moest zeggen. Ik deed het samen met Hem. Toen, de dag daarna, ontving ik de Heilige Communie.


[1] Ik deed het.

[2] Ik probeerde ‘biecht’ uit te wissen, maar mijn hand werd door God geblokkeerd. Ik ben tegen de biecht.

[3] Ik kon het niet begrijpen en daarom aarzelde ik.

[4] Dat is waar: want in de kerk onderscheidde ik Jezus duidelijk bij het Tabernakel, zingend, met de anderen. Hijzelf gaf mij Brood en Wijn.

[5] Bij wijze van uitzondering.