8 november 1988 

(Vandaag voelde Ik Jezus’ Kruis. Ik voelde dat Hij bedroefd was en zag Zijn droefheid zelfs op zijn  schilderij.) 

Ik Ben; Mijn beminde, neem Mijn Kruis en bevrijd  Mij van Mijn last, je Christus is zo moe; Ik ben zo vrij geweest een paar druppels van Mijn Bloed op je hart achter te laten om Mij te verlichten; Satan is nu vastbesloten je te ontmoedigen, maar Ik zal hem niet toestaan je aan te raken, wat door Mij begonnen is en gezegend zal voltooid worden en Mij verheerlijken;

vandaag zul je Mijn Boodschap opschrijven in je eigen handschrift,[1] zodat zij die nog niet volledig begrepen hebben dat Ik je vervuld heb met Mijn genaden, mogen begrijpen dat Ik je ook de genade van het horen van Mijn Stem gegeven heb; sta Mij toe je vandaag te dicteren, hoor Mij en schrijf;

Vassula, de dagen zijn nu geteld; de dagen voor jullie zuivering; diegenen die tot Mij gebeden hebben om de vernieuwing van Mijn Kerk, heb Ik gehoord; Ik heb al hun gebeden tot Mij gehoord; Ik beloof jullie dat Ik, de Heer, Mijn Kerk zal vernieuwen; Ik zal de smetten wegwissen die Haar bevlekten door het onzui­vere leven in Haar en Ik zal Haar opnieuw herbouwen; en toch, het spijt Mij jullie te zeggen, beminden, hoeveel méér Zij nog zal moeten lijden vóór Deze Dag; de Grote Beproevingen van Haar Hart zullen beginnen, voordat Ik kom om Haar geheel te vernieuwen; deze dag moet komen om de Schrift te vervullen;

maar Ik zal allen die Mij beminnen troosten in die dagen van lijden; Ik zal erg dicht bij jullie hart zijn, Ik zal jullie Mijzelf laten voelen, Ik zal jullie een groot aantal engelen en heiligen zenden om jullie allen te troosten, dus moed, beminden, moed! Ik lijd nu en jullie die Mij beminnen voelen Mij; jullie voelen Mijn Wonden, jullie voelen Mijn Heilig Hart, barstend van verdriet; jullie voelen Mijn blik op jullie, schepping; voor jullie, die in duisternis liggen, Mijn Ogen zijn gevuld met tranen van Bloed; ja, hoe zou Ik Mij anders kunnen voelen vandaag, wanneer Ik zie hoe het merendeel van jullie in de netten van Satan slipt? Maar, laat hen die niet willen luisteren, doorgaan met hun slechtheid; Ik heb hen nu al meerdere jaren gewaarschuwd, Ik heb hen tot berouw opgeroepen, maar ze slaan Mijn waarschuwingen in de wind; Ik ben vermoeid, zo vermoeid, door hun blindheid en hun halsstarrigheid;

rebellie heeft zich verspreid als een nevel die zelfs Mijn Huis binnendringt en Petrus dicteert wat hij moet doen, Petrus, die hun leider is; ja, ze luisteren niet naar hem en achter zijn rug wordt hij vervloekt, bedrogen; ze luisteren niet naar hem en duwen hem opzij; o hij weet dit alles, maar er zijn er te veel die zich tegen hem verzetten, te veel die hem verraden; Mijn Huis is een Huis van Opstandelingen geworden; er zijn er daarbinnen zeer weinigen over die Mij erkennen en Mij eren;

Ik, de Heer, zal neerdalen op de dag van de Zuivering, samen met alle Heiligen en Mijn engelen en al dit kwaad wegzuiveren; van het Noorden tot het Zuiden, van het Oosten tot het Westen, zal Mijn Vuur neerda­len! wacht maar en jullie zullen zien … 

Jezus?  

je hebt er goed aan gedaan kind, door alleen te luisteren; dit, Vassula, is ook voor hen die denken dat je hand door Mij bewogen wordt zonder Mij ook maar te horen; sommigen zouden niet geloofd hebben dat Ik, de Heer, je inspireer; nu zullen we doorgaan op de manier waar Ik van houd, Mijn Vassula; 

heb Mijn Vrede, en wees waakzaam; 

Alstublieft Heer, genees C…  Als U lichamelijk hier bij mij zou zijn, en ik U bij haar gebracht zou hebben, en als ik U bij Uw Arm genomen zou hebben en haar aan U zou hebben laten zien, zou Uw Hart zich niet hebben verzet en zou U haar genezen hebben. 

Mijn kind, ze gelooft je niet, ze duwt onmiddellijk alles opzij wat je haar vertelt; als zij weigert haar hart voor Mij te openen, hoe kan Ik dan binnengaan en haar troosten? 

Toch, ik weet dat zelfs als zij niet luistert, U haar genezen kunt. 

bid dan voor haar, Vassula; Ik bemin haar, ga dus door met je gebeden; Ik zal je aan Mijn Heilige Aanwezigheid herinneren; Ik en jij, in Liefde verenigd;

wij, ons; 

Ja Heer. Wij, ons.

[1] De rest van deze boodschap is geschreven in Vassula’s eigen handschrift.