11 februari 1987

Vassula, Ik ben het, Jezus Christus; dochter, jouw lijden zal Mijn lijden zijn en Mijn lijden zal jouw lijden zijn;

je zult alles wat Ik heb delen, ja, zelfs Mijn Lijden;

Ik zal dicht bij je zijn en je troosten als je Mij nodig hebt, maar Ik wil op Mijn beurt ook getroost worden als Ik lijd;

Jezus, U hebt werkelijk niemand nodig, vooral mij niet!

nee, Ik heb niemand nodig, Ik ben Mijzelf genoeg; maar deel Ik niet alles met je wat Ik heb? Ik ben je Redder; je Genezer; je Vader;[1] je Bruidegom; Ik ben je God die je nooit, nooit in de steek zal laten;

(In de loop van de avond, terwijl ik beneden in de hal was en op het punt stond naar boven te gaan, met mijn handen vol glazen, zag ik zeer duidelijk een reusachtig donker kruis op de bovenste verdieping van het trappenhuis. Het was reusachtig. Jezus hing aan dat kruis, kreunend in doodstrijd, bedekt met kneuzingen en bloed. Ik moest erlangs. Ik wist niet wat ik moest doen; terwijl ik het passeerde hoorde ik Jezus roepen: “o help Mij, Vassula; kom dichterbij;” Ik rende snel naar boven, liet de glazen op de tafel achter en ging vlug mijn notitieboek halen en Jezus schreef: “Mijn doodsangst is groot, Ik lijd veel, wil je Mij, die voor jou gestorven is, niet helpen? Ik ben aan Mijn Kruis genageld en kan niet bij je komen; kom dan, Ik verlang je dichterbij; Vassula, hoezeer bemin Ik jullie allen; genees Mijn kinderen, roep hen, doe hen Mij liefhebben; wees gezegend, wees dicht bij Mij, Ik heb je lief”; Terwijl Hij dit neerschreef, bracht Hij mij helemaal in paniek en ik had niet gemerkt dat ik in enkele seconden bedekt was met zweet.)

Vassula, Ik, Jezus, lijd en jij hebt Mijn Kruis met Mij er op duidelijk gezien;

Ik wil dat je Mijn doodsangst voelt, lijd met Mij dochter; leef in Mij en Ik zal je Mijn doorboorde Hart laten voelen, gewond door de lans en gewond door zoveel beminde zielen; Ik bemin je, zou je Mij verloochenen? Ik die geleden heb en gestorven ben voor jou, zou je hart de moed hebben Mij te weerstaan? Ik heb geleden uit liefde; Ik heb je geroepen uit liefde; Ik heb je gezegend; Ik heb je gevoed; welnu, omdat Ik je heb uitgekozen, verwacht Ik dat je Mij troost, Mij vurig bemint; Ik verwacht dat je Mij antwoordt;

Vassula, heb geen angst; vertrouw jezelf helemaal aan Mij toe; ja, geef je helemaal over, je volledig aan Mij toevertrouwend en laat Mij vrij met je te doen wat Ik wil;

Ik heb er al mee ingestemd voor U te werken, Heer. U kunt nu dus met mij doen wat U wilt, Heer.

ja, geef je over; Ik bemin je, Ik ben blij te horen dat jij je overgeeft; wijs Mij nooit, nooit af, want Mijn Liefde voor jou is onbeperkt;

Ik zal doorgaan met Mijn onderrichtingen, door je een geheim te geven; Vassula, neem je notitieboek; wees niet bang, want Mijn lessen komen van Wijsheid, nog zijn alle mysteries niet geopenbaard; alle werken worden gegeven aan hen die weten hoe ze Mij moeten beminnen;

(Ik zal nu mijn notitieboek nemen …  Jezus gaf mij het geheim. Daarna zei Hij: ”Ik zal nog veel meer verborgen werken aan je openbaren”; Dit was het derde geheim.)

iedere dag die voorbijgaat, kom je dichter bij Mij;

Wat betekent dat?

het betekent dat Ik spoedig bij je zal zijn;

(De dood jaagt mij totaal geen schrik aan!)


[1] Lees Jes. 9:5-6.