6 september 1988 

Heer? 

Ik Ben; Ik had je gewaarschuwd, Mijn kind, voor dit verraad;

kom, steun op Mij; laat het bekend zijn hoe nietszeggend de argumenten zijn van hen die tegen je zeggen dat dit niet van Mij komt; hun ijver is misleid; ze lijken Mijn Gerechtigheid niet duidelijk te zien en verkondigen alleen hun eigen ideeën;

de Schrift zegt: “de voetstappen van hen die goed nieuws brengen hebben een welkom geluid”, en voor hen die verbaasd zijn over het soort instrumenten dat Ik kies, zegt de Schrift: “Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten en Ik heb Mijzelf geopenbaard aan hen die Mij niet raadpleegden;” 

Hij heeft evenwel een goed argument. Ik ben werkelijk de verkeerde persoon om deze ‘gave’ te hebben. Ik ben niet goed. En toch vroeg mijn vriendin, Beatrice, aan hem, “En hoe is het dan met Maria Magdalena?” Hij antwoordde, “O ja, maar die bekeerde zich later”. Dus hij gelooft niet dat ik bekeerd ben? 

wees in vrede; Ik heb je geplaatst in Mijn Heilig Hart; 

Als hij tweeduizend jaar eerder geleefd had, zou hij deelgenomen hebben aan mijn steniging, als zondaar. 

dit zou Ik niet hebben toegestaan, Ik zou dezelfde woorden gezegd hebben die Ik eens zei, “laat wie zonder zonde is de eerste steen werpen”; open jullie harten! niet jullie verstand!

Vassula, steun op Mij, je Verlosser; bid voor hen wier harten gesloten blijven; bid voor hen die hun oren sluiten; 

Ja, Heer. 

bereid je voor op de rest van Mijn Passie; herinner je, Ik heb je de grootte van je kruis laten zien; 

Ja, Heer. 

maar jij en Ik zullen het samen delen; niets zal tevergeefs zijn; Ik zal je helpen je zending te volbrengen, dan … naar Mij zul je vliegen, ja![1]

kom, Ik ben Aanwezig; wij, ons? 

Ja, Heer. 

(later:) 

Mijn Heer? 

Ik Ben; kijk in Mijn Ogen en kijk niet links of rechts; kijk naar Mij, je Heer; Ik ben de Weg, de Waarheid en het Eeuwige Leven; herinner je met welke grote liefde Ik je Mijn Woord heb onderwezen; en alles wat je weet, weet je, van Mij;

Mijn hele Koninkrijk is vol wonderen; Ik ben de Alfa en de Omega, bemin Mij … behandel Mij als een Koning door Mij iedere druppel liefde aan te bieden die je hebt; Ik heb je geschapen om Mij te beminnen; laat alle liefde die je hebt, alleen voor Mij zijn;[2] Ik weet hoe zwak en ellendig je bent zonder Mij, maar Ik weet ook dat Ik in Mijn Handen slechts een kind heb en een niets waar Mijn Geest vrij kan ademen in deze ruimte die jij Mij geeft; sta Mijn Geest toe om je te kneden en te vormen, alles wat je leert komt van Wijsheid en Ik ben Wijsheid;

9 september 1988 

Heer, ik vertrouw op U. Wat ik geleerd heb, heb ik van U alleen geleerd. Maar Heer, veel geestelijken bespotten mij, ze weigeren te geloven dat U het bent. Ze wijzen Uw Werken af, de visioenen van kinderen, verschijningen en openbaringen. Alles wordt vertrapt. Ze willen U STIL. Alstublieft, houdt U zich niet afzijdig, Mijn God. Kom spoedig bij ons en help ons, Heer onze Verlosser! Heer? 

Ik Ben; Vassula, Mijn raad voor hen die jou onderdrukken is, “tenzij jullie weer worden als kinderen, zullen jullie niet in staat zijn Mijn Koninkrijk binnen te gaan”; Mijn kind, de tijd zal komen waarin elk visioen verkondigd zal worden als waar; Ik heb gezegd, dat er geen onbetekenend visioen, geen bedrieglijke profetie in Mijn Kerk zal zijn; wat Ik heb gezegd, zal spoedig waar blijken te zijn, want wat Ik verklaar zal Ik tijdens jouw leven ten uitvoer brengen; 

Dank U, Heer. 

wij, ons? 

Voor altijd, amen.


[1] Jezus leek gelukkig.

[2] Door God te leren beminnen, leren we ook elkaar te beminnen.