21 juni 1988 

Heer? 

Ik Ben; bid voor de vernieuwing van Mijn Kerk; bid voor die zielen die zich tegen Petrus verzetten, bid voor hen die Petrus het zwijgen proberen op te leggen; de dagen zijn nu geteld, en Mijn Ziel is ondergedompeld in leed; Mijn Heilig Hart is doordrenkt met bitterheid, Mijn Ziel hunkert ernaar dat ze hun Fout inzien;

zij die zich tegen Petrus verzetten, verzetten zich tegen Mijn Kerk, ze verzetten zich tegen Mijn Wet, ze verzetten zich tegen Mij, hun Heer en God; ze veroordelen Petrus-van-Mijn-lammeren en veroordelen daardoor Mijn Wet; verblind door IJdelheid zelf zien ze niet meer duidelijk dat door Petrus te veroordelen, zij niet langer de Wet volgen maar in plaats daarvan rechters worden over Mijn Wet! O luister naar wat de Geest tot de Kerk zegt! keer terug;

kom terug, beminde;[1] Ik ben het, de Heer, die Petrus heeft gekozen, Petrus die momenteel de naam Johannes Paulus II draagt; Ik zeg je, beminde, dat Mijn Heilig Hart hem heeft uitgekozen; kom terug, verzoen je voor Mij, beminde; Ik, de Heer, zal je zonden vergeven en je zuiveren;

KEER TERUG! keer terug tot Petrus jullie allen, want Ik ben het, jullie God, die hem gekozen heeft; Ik ben het die hem de tong van een volgeling heeft gegeven en door Mij is hij in staat de lustelozen te antwoorden; o, schepping! is er in jullie geen wijsheid meer? schepping! jullie weten Mijn Onpeilbare Liefde voor jullie niet te waarderen en toch antwoord Ik iedereen die Mij aanroept; Ik ben met jullie als jullie in moeilijkheden zijn, Ik ben jullie Toevlucht;

vandaag zal Ik, de Heer, nog een gebod toevoegen; schrijf: “buig! buig om in staat te zijn, te verzoenen en te verenigen, verneder jezelf om te verenigen;”

kind! 

Ja, Heer? 

Ik schenk je Mijn Vrede; wees gehoorzaam, sta Mij toe je te gebruiken zoals Ik wens; vertrouw Mij, je bent in de Handen van je Vader; 

Heer,
ik doe niets anders dan U volgen,
en mijn ziel voelt de vrede
zoals een kind met zijn moeder,
U volledig vertrouwend en als een kind,
wil ik U gehoorzamen. 

denk aan Mijn Aanwezigheid, Ik Ben met je; wij, ons? 

wij, ons? 

Ja, Heer. Ja, Heilige Maria.


[1] Bisschop Lefèbvre.