4 juni 1988
Heer?
Ik Ben; Ik zal je nooit in de steek laten; Ik zal je verder onderrichten over de Verwarring in Mijn Kerk; probeer Mij te horen en doe Mij het genoegen de Heilige Rozenkrans te bidden; voel de Geheimen, overweeg ze door de ogen van je Heilige Moeder, deze Geheimen die jouw tijdperk probeert te rationaliseren; dochter, ze hebben nog steeds niet begrepen dat Ik hen wil als kinderen, onschuldig, met een kinderlijk geloof;
Mijn Kerk, heb Ik doordrenkt met Rijkdom en Glorie om vele zielen te voeden, hele volkeren; rijk in haar Mysteries, deze Mysteries die velen van jullie niet als mysteries aanvaarden; Mijn mensen ontbreekt het vandaag aan nederigheid, aan eenvoud, ze missen zuiverheid van Geloof, jouw tijdperk van vandaag probeert alles verstandelijk te verklaren, zelfs Mijn Mysteries!![1] hoe kunnen ze geloven dat ze Mij, hun God, kunnen ontsluieren? ze proberen Mijn Mysteries rationeel te omschrijven;
deze, dochter, zijn die ‘kraaien’ waarover Ik je verteld had in de parabel die Ik je gegeven heb over de Zaaier en de Kraaien;[2] deze kraaien, die hun geloof verloren hebben, proberen hun eigen theorieën op te stellen aangepast aan hun eigen menselijke intelligentie, ze proberen de media te behagen; maar, in werkelijkheid, is het omwille van hun eigen verlies aan geloof in Mij; Mijn Mysteries zouden onaangetast moeten blijven, in hun zuiverheid gelaten; deze ‘raven’ hebben DWALINGEN in Mijn Kerk aangeboden, de Waarheid en Mijn Woord vervalst, deze rijke oogst van Mijn parabel; Mijn Woord en Mijn Mysteries zouden onherroepelijk moeten blijven;
Mijn Kerk bevindt zich vandaag in duisternis en verwarring; dit is de ketterij die Mijn Heiligdom is binnengedrongen en die veel van Mijn priesters tot dwaling heeft gebracht; de Geest roept en zegt tot alle kerken: weerleg leugens, corrigeer dwaling, roep op tot gehoorzaamheid, maar doe alles met geduld en met de bedoeling te onderrichten,[3] de tijd is gekomen; verre van tevreden te zijn met geloofwaardig onderricht,[4] zijn de mensen geestdriftig over de laatste nieuwigheid en verzamelen ze voor zichzelf hele series leraren die voldoen aan hun eigen smaak, en in plaats van te luisteren naar de Waarheid, wenden ze zich tot mythen;[5] vertel Mij, Vassula, kan het Evangelie uit elkaar worden genomen en verdeeld?
Nee, Heer, dat is onmogelijk.
neem dit ook als een voorbeeld voor Mijn Lichaam; ook Mijn Lichaam kan niet worden verdeeld; toch, hebben ze Het verdeeld … opstandigheid is tot in het diepste van het hart van Mijn Kerk binnengedrongen, eerst daalde er een innerlijke opstandigheid in sommige van Mijn priesterzielen, bisschoppen en kardinalen, ingegeven door Satan, hen verduisterend; overschaduwd door de vleugels van Satan, vielen zij in zijn valstrikken; deze opstandigheid heerst nu onder hen en verscheurt Mijn Heilig Hart;
in het begin nadat deze geestelijken het Zaad van Rebellie van Satan in zich hadden opgenomen, hierover gepeinsd, hebben ze kwade plannen gesmeed; zij broedden Tegenstand uit, de opvolger van Petrus tegensprekend, deze Petrus-van-Mijn-lammeren door Mij gekozen; dit Zaad van Opstandigheid, nu tot volle wasdom gekomen, gaf hun de kracht om openlijk hun rebellie te verkondigen, weer splitsing veroorzakend, giftige pijlen op Mijn Kerk afvurend … ze hebben Mij verraden[6] … ze hebben dit Hart-vol-Liefde verraden, net als Judas in Gethsemane … ze slepen Mij naar de geseling … ze geselen Mij, O Vassula, hoe lijd Ik …
O Heer, nee!
(In een innerlijk visioen kon ik zien hoe Onze Heer gegeseld werd, vastgebonden aan een zuil, en bij elke geselslag die Zijn Lichaam verscheurde, wankelde Hij, hijgend en naar adem snakkend. Zijn Lichaam was één grote wond.)
O Heer, wanneer zullen ze eindelijk stoppen?
ze stoppen niet, ze geselen Mij wreed, dronken van IJdelheid en Ongehoorzaamheid; ze gehoorzamen en zijn alleen loyaal aan Mijn vijand! ze ruïneren Mijn Stichting, ze verstrooien Mijn schapen, ze trappen op Petrus’ voeten en duwen hem opzij, ze proberen hem tot zwijgen te brengen …
Kaïn heeft Mijn Abel nooit begrepen; o Abel … Ik zal je niet in de steek laten; je God is naast je; je God komt met een legioen engelen om je te verdedigen en Mijn vijand te vertrappen, die jouw vijand is; Ik bereid Mijn engelen voor, en Kaïn zal je niet slaan; hij zal zijn hand moeten opheffen tegen Mij, zijn God; Ik, de Heer, zal hem verrassen;
Mijn Kerk zal verenigd worden door Mijn Heilig Hart en het Onbevlekt Hart van jullie Heilige Moeder; zoals Onze beide Harten verenigd zijn, zo zal Mijn Kerk verenigd worden; Mijn Kerk zal Één zijn;
[1] Jezus leek verbaasd! (over onze domheid).
[2] Zie 16 mei 1988.
[3] 2 Tim. 4:2-3.
[4] Jezus vroeg mij de Bijbel open te slaan en deze passage op te schrijven.
[5] 2 Tim. 4:3-5.
[6] Toen Jezus “verraden” zei, zei Hij dat met zeer grote bitterheid.