12 april 1988 

(Sinds gisteren maakte Satan gebruik van de momenten van mijn zwakheid; hij viel mij aan en liet mijn ziel in hevige beroering achter. Onmiddellijk voelde ik dat Jezus onze banden nauwer aantrok, ze lijken werkelijk op zachte koorden. Ik voelde Zijn hele arm, daar de banden nauwer werden. Ik had het gevoel alsof we een soort Siamese tweeling waren. Hij had de gewoonte Zich voorover te buigen en mij bezorgd aan te kijken. Ik voelde me getroost.) 

Ik Ben dichtbij je; kom, Ik zegen je; Ik bemin je, Mijn Vassula; Mijn Ogen verlaten je nooit, vooral in deze momenten van zwakheid niet; Ik haal onze banden nauwer aan; bedenk, Vassula, Ik heb je genezen, opdat de wereld moge zien dat Ik nog steeds onder jullie ben;

Vassula,[1]  Ik heb je genezen om je te gebruiken; je uit Mijn armen te werpen, ja, uit Mijn armen in de wereld als Mijn net; dochter, sta Mij toe je op deze wijze te gebruiken; van tijd tot tijd haal Ik Mijn net binnen en Ik Ben verheugd als Ik wat vangst (buit) in Mijn net blijk te hebben;

ja, zoek Mijn belangen en je zult begrijpen; Ik weet dat het hard voor je is om in deze wereld te leven want je behoort niet langer tot de wereld; Ik heb je duidelijk gemaakt wat je afkomst is en aan wie je vanaf het eerste begin hebt toebehoord, maar de boze heeft je steeds weer misleid;

je behoort Mij toe, je komt van Mij, je bent van Mij, zoals Abel, die Mijn zaad was; als Ik je in de wereld heb, erkent de wereld je niet als een van hen, en daarom zullen ze proberen je te verslinden; Ik heb je temidden van slechtheid geplaatst waar ze je trachten te vernietigen; ze zullen je beschimpen en ontmoedigen; Ik heb je al deze dingen onthuld zodat je voorbereid bent voor deze tijd en in staat bent alle beproevingen te doorstaan, alle beproevingen die je nog te wachten staan; Ik heb jou je kruis laten zien, maar Ik Ben met je en Ik deel het met je, je bent niet alleen; Ik Ben dichtbij je, en in Mij zul jij je rust vinden; moed, dochter; steun op Mij als je moe bent en Ik zal je rust geven en Ik zal je troosten;

kom, glimlach naar Mij; vergeet niet wat Ik je geleerd heb; twijfel nooit aan Mijn Aanwezigheid; breid Mijn Koninkrijk uit, dochter; Ik bemin jullie allen; 

Wat zal U meer eer geven,
beslis voor mij,
amen. 

(Onze Heilige Moeder.) 

Vassula, omdat je de Heer deze vrijheid geeft, weet dat Hij blij met je is; een betere gids kun je niet hebben; Wijsheid zal je instructies geven; wees gewillig en laat alles in Zijn Handen; dat behaagt de Heer, steun helemaal op God; Ik bemin je, wees gezegend; 

Ik zegen U, Heilige Maria. 

wij, ons? 

Ja, wij, ons.  


[1] Jezus’ toon werd droeviger.