31 maart 1988 

Vassula, twijfel er nooit aan dat Ik het ben, de Heer; wees niet bang; Ik Ben het, Jezus; 

(Ik raakte in paniek vrezend dat dit allemaal misschien niet van God is. Maar hoe werd dit alles dan geschreven? Ik Ben in de war …) 

Vassula Ik Ben het, Jezus, je Redder die je gered heeft en opgewekt uit de dood; kom, wees niet bang … Ik wil Mijn Kerk helpen; ketterij is binnengedrongen en verwart aldus de Waarheid en veroorzaakt verdeeldheid onder jullie en laat jullie afdwalen van De Waarheid;

Mijn Kerk heeft bezieling nodig; bid voor die priesters, bisschoppen en kardinalen die Mijn lammeren niets te bieden hebben, want dit is het resultaat van hun dwaling; ze zijn passief geweest en zijn dat nog; ze zoeken nooit Mijn belangen maar de hunne; ze hebben een woestijn in zichzelf geschapen en ze weten het; geen lam wordt aangetrokken tot de wildernis; natuurlijk zullen de schapen verdwalen en rondzwerven omdat ze geen herder hebben om hen te hoeden; hen te beminnen, hen te beschermen en hen te voeden;

sinds het begin van de Tijden heb Ik de wereld veel wonderen laten zien; beminde, omdat de wereld Mijn Hemelse Werken afwijst, jullie alle hoop ontneemt en Mij zelfs van jullie verwijdert, ontbrandt Mijn toorn tegen deze herders; de tijd is nabij waarop Ik hun Mijn glorie zal openbaren, en het zal worden getoond door een Teken, een grandioos Teken, zodat ze kunnen begrijpen hoe fout ze waren; dit Teken zal jullie gegeven worden opdat velen mogen geloven; bid, want de tijd is nabij; bid voor de Grote Terugkeer van Vrede en Liefde;