7 maart 1988 

(Ik vroeg God om voor slechts een moment mijn sluier op te lichten. Ik keek, terwijl ik voor alle Openbaringen stond. Plotseling werd ik getroffen door de omvang en het werk in deze bladzijden; bladzijden die ik nooit alleen en in zo korte tijd had kunnen vullen. Een vreemd gevoel kwam over mij, een gevoel als een schok! Het was alsof ik mij dieper van alles bewust werd. Ik voel mij zeer geschokt.) 

Jezus, hebben wij werkelijk samengewerkt?

Vassula, ja, wij hebben samengewerkt![1] wil je Mij nu kussen? 

(Ik stond helemaal bevend op, strompelde naar de afbeelding van de Heilige Lijkwade en kuste Jezus.) 

zie je? zie je hoe jij je voelt als Ik maar een klein tipje van de sluier oplicht die Ik over je ogen heb gelegd? kom, twijfel nooit aan Mijn Werken van Voorzienigheid; ze zijn allemaal voor het herstel van Mijn Huis en het verzamelen van Mijn lammeren; ze zijn voor het bevloeien van Mijn bloemperken; kom, Ik, de Heer, zal je altijd herinneren aan Mijn Aanwezigheid;

Vassula, wij, ons? 

O ja, Heer, wij, ons. 

kom;


[1] Geschokt, beefde en huilde ik.