3 maart 1988 

Vassula maak Mijn Kerk mooi; treed Mijn Domein blootsvoets[1] binnen; draag Mijn Boodschap bij je; kijk niet links of rechts, ga rechtstreeks met Mij naar Petrus en overhandig Hem  Mijn Boodschap;[2] Ik zal de hele tijd bij je zijn; Ik zal ze eraan herinneren hoe Ik de Heer Ben; volg Mijn aanwijzingen op, kind; 

Ja, mijn God. 

Vertrouw op Mij en herinner je hoe ik te werk ga;

ecclesia zal herleven en in het Huis van je Vader zul je ze samenbrengen, ze zegenen, en Ik zal ze verlossen van het kwaad; en Ik, de Allerhoogste, zal onder jullie zijn en jullie zullen zeggen wat jullie uit Mijn Mond horen; kom dichter bij jullie God, jullie allen die naar Mij verlangen, verzadig je met Mijn Vruchten;[3] kom allen die Mij beminnen en volg Mijn Wegen;

kom en verzadig jullie; eet Mijn Vruchten en jullie zullen hongeren naar meer; kom allen die dorst hebben, drink Mij en jullie zullen dorsten naar meer; ieder die Mijn deugden navolgt, zal zich nooit beschaamd voelen; ieder die zich gedraagt zoals Ik dat verlang, zal Mij verheerlijken;

ach Vassula, zal Ik je ooit verlaten? luister weer, en Ik zal Mijn tuin mooi maken; Ik zal Mijn boomgaard water geven; Ik zal Mijn bloemperken bevloeien en weer de orde laten stralen; ieder woord zal door Mij geschreven zijn; Ik, de Heer, heb je binnengeleid in de kennis van Mijn mysteries voor Mijn belangen en voor Mijn Glorie; 

Beminde Vader, ik bemin U grenzeloos. Ja, echt! 

kom, onthoud het, wij, ons …


[1] Dat betekent in eenvoud, en arm van geest.

[2] Ik deed wat God me vroeg. God vroeg mij iets onmogelijks te doen en ik wist niet wat er van terecht zou komen. Desondanks werd zelfs dit later volbracht…

[3] Deze Boodschap