24 januari 1988 

Vassula, Ik wil Mijn gevoelens aan (…) onthullen; luister naar Mij: broeder! ziel! verwerp voor altijd de theorie dat “God alleen zielen benadert en verheft die aan Mij zijn toegewijd;” Ik benader niet alleen toegewijde zielen; Ik maak geen onderscheid; waarom, ben Ik een God van voorkeur? Mijn Hart doet pijn als Ik zie hoe velen van jullie nog steeds geloven dat Mijn gunsten alleen worden gegeven aan godvruchtige zusters en broeders; zie je, Mijn kind, hoe weinig Ik word begrepen door de Mijnen? 

(Jezus boog bedroefd Zijn Hoofd naar opzij en bracht Zijn Hand naar Zijn Hart. Hij bleef een tijdje in die houding. Hij was erg mooi.) 

Ik heb velen benaderd die buiten Mijn Kerk staan; ja, … beklagenswaardige zielen …[1] en hen veranderd in toegewijde volgelingen van Mij; Ik heb leerlingen van hen gemaakt; Ik heb heiligen van hen gemaakt en toch zien veel kerke­lijke gezagsdragers deze werken van Mij over het hoofd en negeren ze; ze hebben deze zielen nooit erkend; ze weten niet van hun bestaan; velen van hen zijn afgewezen op grond van hun vooroordelen! de theorie dat “God alleen toegewijde zielen benadert die het habijt dragen” is onjuist; O! wat hebben jullie het mis! 

(Jezus was eerst kalm en treurig en werd toen diepbedroefd.) 

als je het aantal zielen eens zou kennen dat Ik benaderd heb zonder dat ze noodzakelijk het habijt droegen of aan Mij waren toegewijd; van hen heb Ik heiligen gemaakt!

beminde, ben je werkelijk vergeten hoe jezelf Mijn Aanwezigheid bemerkt hebt? Ik had je gebaad in Mijn zoete geur en je gezegend! kom, je zult leren; Ik heb veel zielen bekeerd door Mijn Boodschap van Vrede en Liefde; verloren lammeren kwamen bij Mij terug en vielen in Mijn armen; verheug je ziel! wat is een groter wonder dan een verloren lam dat zijn Meester heeft gevonden! wat  is een grotere vreugde voor de Herder dan Zijn verloren schaap weer te vinden! verkondig Mijn Wonderen van Redding aan je broeders! aan je naasten! verkondig het goede nieuws, verkondig Mijn Werken! laat Mijn Werken bekend worden; laat Mijn Wonder bekend worden;

Ik ben naar je toe gekomen en heb je lamp bijgevuld; Ik heb je Mijn Licht gegeven, verberg deze lamp niet onder je bed, want dan heeft hij geen nut; kom, verheug je broeder want Ik heb je lamp bijgevuld opdat hij op een standaard mag schijnen; laat allen het Licht zien en weten dat het van Mij komt;

verkondig Mijn Heilige Werken; eer Mij door Mijn Licht op het dak van je huis te plaatsen zodat iedereen Het kan zien; laat Het door allen gezien worden; als zij dit Licht zullen opmerken, zullen ze van heinde en verre samenkomen; laat hen weten hoe Ik bij je gekomen ben en je dit Licht heb gegeven;

heb Mijn Vrede;


[1] Jezus zei dit met een bedroefde en zachte stem.