18 januari 1988
Heer, als alles volgens Uw Wil gebeurt en alles wat er gebeurt geschiedt omdat U het hebt gewild, dan begrijp ik niet waarom U, als U wilt dat Uw Boodschap aanvaard wordt, niet maakt dat zij, die van Uw Boodschap hebben gehoord, haar aanvaarden, omdat U het wilt? Waarom verlicht U hen niet?
O dochter, beminde, verheug je en wees gelukkig dat Ik je bekeerd heb, je heb genezen; Mijn Barmhartigheid reikt van eeuw tot eeuw voor hen die Mij vrezen, maar voor de doornen die Mij doorboren wordt de voorspelling van Jesaja nogmaals herhaald:
“jullie zullen telkens weer luisteren maar niet begrijpen, zien en weer zien, maar niet waarnemen, want het hart van dit volk is slecht geworden; hun oren zijn afgestompt, het luisteren moe en ze hebben hun ogen gesloten uit vrees te zullen zien met hun ogen, te horen met hun oren, te begrijpen met hun hart en te worden bekeerd en genezen door Mij;”
dochter, Ik had hun ontoegeeflijkheid door alle eeuwen heen voorzien; door hun afwijzing van de hedendaagse Werken van Voorzienigheid hebben zij hun privileges verspeeld;
Vassula, bid honderden malen om te verwerven wat Ik in jou het meest zoek en dat is liefde, geloof en hoop;[1]
Ik verlicht hen die eerlijk blijken te zijn; Ik zal de geleerden niet verlichten omdat de oprechtheid in hen ontbreekt; Ik, de Heer, zoek de nederige en de eenvoudige; hoe kleiner jullie zijn, des te meer zal Mijn Grootheid geneigd zijn om zich over jullie te buigen en jullie te bereiken om jullie te verheffen; hoe kleiner en onbetekenend jullie zijn, des te gemakkelijker is het voor jullie om in Mijn Heilig Hart binnen te dringen; Vassula! kun je zien?
(Jezus gaf mij een visioen van een gang en een enorm rotsblok dat de doorgang blokkeerde. Daarachter kon ik een helder licht zien, maar het blok verhinderde het licht in de gang binnen te dringen.)
dat zijn diegenen die het Pad naar Mij blokkeren en hun gruweldaad verduistert het Licht voor al degenen die Mij zoeken; voor hen zeg Ik, de Heer: Ik zal jullie pracht en praal niet verdragen; jullie hooghartigheid vermoeit Mij; Mijn Beker is vol; als de tijd zal komen, zal Ik de één na de ander tot berouw oproepen; wee de ontrouwen, zij zullen oog in oog met Mij komen te staan!
Jezus, wat ik begin te begrijpen is dat zij, die Uw ware leerlingen zijn, nederig en eenvoudig, zich zullen verheugen over Uw openbaring, maar velen die U ontrouw zijn, zullen deze openbaring niet willen. Met andere woorden, voor sommigen is het goed, voor anderen slecht.
ja, Vassula, nu weet je het;[2]
Heilige Maria, hoewel ik armzalig ben, zou U mijn steun willen zijn? Bemoedig mij! Zou er onder de kerkelijke autoriteiten niet één zijn die zal luisteren? Niet één?
Vassula, Mijn dochter, Jezus bemint je; Ik bemin je, gezegende; Jezus en Ik zullen je nu helpen; bid om Zijn gunst te verkrijgen;
Ja Moeder, help mij om de juiste woorden te vinden.
dat doe Ik, bloem; Ik bemin jullie allen, twijfel nooit;
Dank U dat U me helpt.
Liefde zal je helpen om veel beproevingen te doorstaan, Mijn kind; Jezus zal je Zijn Kracht geven; Ik zal je altijd bemoedigen; vrees niet, Ik bescherm je;[3]
Ik ben de Heer, beminde ziel, eer Mij nu en wandel met Mij, Ik zal je Mijn Kracht geven om Mijn verlangens te volbrengen; hoezeer bemin Ik je! Ik bemin je tot een graad die je ziel nooit zal bevatten;
Mijn Boodschap van Vrede en Barmhartigheid, Liefde en Gerechtigheid, daalt nu temidden van jullie neer;
verheerlijk Mij; Mijn Liefde zal jullie redden van Mijn Gerechtigheid; Gerechtigheid die onvermijdelijk op jullie gaat neerkomen, als Mijn schepping weer niet wil luisteren; vanuit Mijn grenzeloze Barmhartigheid kom Ik jullie waarschuwen; Ik verlang dat Mijn schepping berouw heeft en Mij erkent; het Heiligdom van Fatima weent luid over de misbruiken en afwijzingen van Garabandal; Mijn Ziel is weer diepbedroefd; hetzelfde verdriet dat Ik in Fatima had; hoe konden ze nu twijfelen als Mijn Geest in hen is en zij in Mij? Mijn Boodschap van Fatima werd genegeerd en niet eerder dan toen het te laat was, hebben ze Mijn Boodschap aanvaard;
Ik bemin jullie allen; Ik ben de Heer die spreekt – twijfel nooit: bid voor die zielen die in duisternis wandelen;
O Petrus,[4] door Mij benoemd, door Mij geheiligd; Mijn ogen hebben je nooit losgelaten; Ik heb je al deze jaren gadegeslagen; Ik sta nu aan je deur, broeder, Mijn eigendom; Ik klop; wil je Mij binnenlaten? verloochen Mij niet Petrus; Ik bemin je; luister naar Mij; hoor Mijn Stem; Ik ben het, de Heer; vrede zij met je, ziel, verheug je! Ik ben gekomen om Mijn Bloedende Lichaam te verenigen; Ik ben gekomen om Mijn lammeren bijeen te brengen; Ik ben gekomen om Mijn tuin te bevloeien; Ik ben Jezus, je Verlosser;
zie![5] zie Petrus, Mijn Heilig Hart wordt opnieuw doorstoken door zoveel doornen, doornen die in Mij zijn gedreven door degenen die Ik bemin! Mijn Ziel is opnieuw Gewond; ze trappen op Onze Harten;[6] Onze beider Harten zijn opnieuw gekroond met twee kransen van doornen; Mijn zijde is wijd open en Mijn Bloed gutst er uit; Ik sta nu aan je deur en Ik heb Mijn Reddingsplan bij Mij; hier is het;
deze Openbaring is Mijn Stem; Ik bemin jullie allen met geheel Mijn Hart, met heel Mijn Hart bemin Ik jullie;
[1] Zij die blind en doof zijn, zouden de Heer in gebed moeten vragen om de Waarheid te zien.
[2] Jezus zei dit op verdrietige toon.
[3] De Heilige Maria wees erop niet bang te zijn voor Satan die mij voortdurend probeert te ontmoedigen.
[4] Plotseling richt Jezus Zich tot Paus Johannes-Paulus, alsof Hij rechtstreeks tot hem spreekt.
[5] Jezus opent Zijn kleed om Zijn Hart te laten zien. Hij wil Paus Johannes Paulus II Zijn Hart laten zien.
[6] Zijn Hart en het Hart van onze Heilige Moeder.