21 januari 1987
(De priester heeft mij veel leed berokkend. Zoals God mij op 16 december 1986 had voorspeld, stuurde hij mij pamfletten met allerlei soorten theorieën om mij te bewijzen dat het slecht is. Ook stuurde hij mij, zoals God voorspelde, een theorie over het onderbewustzijn, over occultisme en satanisme, plus een brief om mij te zeggen dat ik de geschriften moest vernietigen en de mensen moest waarschuwen dat het allemaal van de duivel kwam, omwille van hen en mijn welzijn: Ik vertelde hem dat ik aan zijn wens had voldaan om de drie gebeden te bidden en dat ik niet schreef om resultaat te zien. Maar ik denk niet dat hij mij geloofde, want hij ging aan een andere priester (die wel gelooft dat de geschriften van God komen en die mij steunt) vertellen dat de geschriften satanisch zijn en dat ik zelfs niet de drie gebeden bad die hij mij gevraagd had te bidden! Hij heeft die andere priester zeer verontrust, waardoor degene die mij steunt mij vroeg de laatste twee schriften ter lezing bij hem achter te laten. De volgende dag, toen hij zich een eigen mening had gevormd, zei hij dat ik door moest gaan met schrijven; toch weet ik dat de priester, die meent dat het van de duivel komt, zo handelde uit liefde voor de Kerk, om de Kerk te beschermen. Ik zou alleen willen dat hij het duidelijker zou zien; hij wil mij ook redden, omdat hij gelooft dat het slecht is. Ik hoop dat hij het eens zal begrijpen. Ik bid tot de Heilige Maria. Wat doe ik verkeerd?)
O dochter, hoe lijd Ik om jou;
Doe ik er verkeerd aan als ik verlang dat anderen God beminnen en hun Zijn boodschap toon?
nee, je doet niets verkeerds; Ik ben Maria, de Moeder van Smarten; Vassula Ik ben steeds bij je; wees met Ons, kom bij Ons om troost; ze begrijpen Onze Rijkdommen niet; ze hebben hun hart voorgoed gesloten; jij bent een van de vele tekenen die Wij hun hebben gegeven, maar ze schijnen het niet te begrijpen; God heeft je aangemoedigd om Zijn roepstem te horen;
Vassula, telkens wanneer jij een ziel naar God brengt, is Hij tevreden over je; Mijn Zoon Jezus en Ik zijn altijd bij je; wees voorzichtig, want de duivel is woedend op je; de duivel probeert je te ontmoedigen; zijn strijdmethode tegen jou bestaat uit het toevoegen van verkeerde woorden om je te misleiden; onthoud dit steeds en vergeet het nooit; het is zijn wapen tegen jou; Ik ben bij je om je te beschermen;
Zou ik de duivel kunnen herkennen?
Ik zal het je altijd vertellen; vertrouw Mij; Jezus heeft je geleerd hem te herkennen;
Waarom word ik aangevallen?
dit zal Ik je uitleggen, Mijn kind; begrijp dat je blootgesteld bent aan Hades;[1] beminde, je liefde voor God geneest veel verdwaalde zielen;[2] daarom word je aangevallen; Ik ben bij je om je te beschermen; Ik heb je dit nu gezegd zodat je kunt begrijpen waarom je soms het verkeerde woord ontvangt; je geneest de zielen door je liefde voor Jezus en je Heilige Vader;
Werk ik ook op deze manier?
ja, je geneest hen door je liefde; laat je niet beïnvloeden door de mensen door met hun theorieën in te stemmen; telkens wanneer ze zeggen dat je moet ophouden te schrijven, denk dan aan de tijd toen je nog in onwetendheid en in duisternis leefde; veel van onze kinderen herkennen Onze tekenen niet meer; God heeft jou gekozen om Zijn boodschapster te zijn; maak Hem blij en luister naar Hem;
Dank U, Heilige Maria. Moge God U zegenen.
vrede zij met je;
Jezus?
Ik ben; Vassula, Ik bemin je zozeer dat je niet in staat bent het te bevatten; Vassula, hoezeer lijd Ik bij het zien van de dorheid van Mijn kinderen; hoe kunnen ze de liefde vergeten die Ik voor hen koester? Ik heb Mijn Leven voor hen gegeven; beminde, wees bij Mij en voel Mij; Ik zal bij je komen op het vastgestelde uur om je te bevrijden, maar eerst heb je nog een taak te vervullen;
Ik, God, heb Wijsheid al geopenbaard om de hele mensheid te zegenen; O dochter, eens zul je volkomen begrijpen hoe Ik werk; wees niet bang, want Ik, God, bemin je;
(Later:)
dochter, Ik ben het, Jezus, Ik wil dat je steeds de drie gebeden bidt voordat je met Mij gaat schrijven, want ze houden de duivel op afstand; geloof Mij, het zijn machtige gebeden; wil je nog altijd voor Mij werken?
Jezus, als ik nee zeg, wat zult U dan doen?
je bent vrij om te kiezen, wees niet bang, Ik zal het charisma dat Ik je gegeven heb, niet terugnemen; Ik zal je altijd ontmoeten om je te zeggen hoezeer Ik je bemin;
Nee, Jezus, ik heb al gezegd dat ik voor U wil werken; waarom zou ik mijn woord terugnemen, weet U nog?
Ik ben blij met je antwoord, dochter; blijf bij Mij en Ik zal je leiden;
Jezus, heb ik U ooit gekwetst?
ja, dat heb je; Ik was gekwetst toen je vergat hoe Ik gekomen was om je uit de duisternis te redden; maar Ik heb je vergeven; Ik weet hoeveel je van Mij houdt; Ik ben je Bruidegom; vergeet dat niet; vergeet ook niet dat we alles met elkaar delen omdat je Mijn bruid bent; Vassula, Ik draag Mijn Kruis van Vrede en Liefde op Mijn vermoeide schouders, neem het voor een poosje, beminde, en bevrijd Mij van Mijn last door het op jouw schouders te nemen; Ik wil dat je dicht bij Mij bent, zodat Ik Mijn Kruis aan jou kan overdragen; Ik wil dat je dicht bij Mij bent, want Ik weet dat je begrijpt hoezeer Ik lijd; als je Mijn Kruis voelt zul jij ook lijden; Ik ben je Bruidegom en Ik zal ook Mijn lijden met je delen; als je Mij van Mijn last bevrijdt zal Ik Mij verlicht voelen; voordat je Mij accepteerde was Ik altijd al bij je, en lette op elke beweging die je maakte; beminde, Ik heb je zo dikwijls geroepen, maar je was je van Mijn Aanwezigheid niet bewust; nu eindelijk heb je Mij gehoord en ben je bij Mij gekomen, waarom twijfel je dan?
(Twijfels na mijn contact met de priester.)
telkens wanneer je zwak bent en twijfelt, herinner je dan wat Ik je zojuist heb gezegd; draag Mijn Kruis van Vrede en Liefde en verlaat Mij niet; kom en bid met Mij;
(Jezus bad met mij. Terwijl Hij bad keek Hij omhoog.)
Jezus, U weet hoezeer ik U bemin. Ik zal U helpen Uw Kruis te dragen en U te ontlasten. We kunnen het delen.
dochter, hoe heb Ik er altijd naar verlangd je dit tegen Mij te horen zeggen; kom, beminde, laten we onze weg voortzetten;
(Jezus was zo blij. Gelukkig.)
(De volgende dag.)
(Ik hoorde mijn naam. Jezus riep mij zonder ophouden; ik was bezig met schilderen. Ik gooide mijn penselen in de lucht, stond op en rende naar mijn bureau.)
Vassula, Vassula, Vassula; Ik, Jezus, heb je geroepen; O Vassula, wat heb Ik je lief; verheerlijk Mij; wees altijd met Mij; telkens wanneer je Mij zo vurig bemint voel Ik Mij verheerlijkt; verblijd Mij steeds als je Mij hoort, zoals nu; denk eraan dat Ik weldra bij je ben; Ik zal spoedig komen om je bij Mij te halen, beminde, want Ik bemin je dermate dat jij je dat nooit kunt voorstellen, maar eerst moet je Mijn Boodschap doorgeven aan alle volkeren zoals je dat nu doet; daarna zal Ik je spoedig komen halen; Ik zal je hierheen halen waar Ik ben en zal je voor altijd dicht bij Mij hebben; Ik, Jezus Christus, bemin je; Ik heb je deze genade gegeven Vassula, Ik heb je gezegend; Ik zal nooit terugnemen wat Ik geef;
– dochter, wil je Mijn Kerk doen herleven?
O Jezus, U vraagt mij iets wat ik onmogelijk voor U kan doen!
vertrouw op Mij!
Ik zal me aan U vastklampen en helemaal van U afhankelijk zijn. U bent mijn Leraar.
verheerlijk Mij, Ik zal je leiden;
[1] Het Vagevuur.
[2] Onze gebeden tot God en onze liefde voor God worden ook door God gebruikt om zielen uit het vagevuur te bevrijden; tegelijkertijd doet onze liefde tot God Hem genaden schenken aan verdwaalde zielen op aarde om ze te redden.