14 november 1987 

Jezus, vindt U het goed als ik bij U kom op de manier die U me ooit hebt genoemd? 

Ik vind het goed, waarom zou Ik het niet goed vinden?

je komt bij Mij, Mijn Vassula, en toch vertel je Mij niet wat er in je hart omgaat; Ik voel je hart, Vassula, het is vol verdriet en pijn; wil je weten waarom? Ik zal je vertellen waarom, het is omdat Liefde lijdt; als Ik lijd, lijd jij ook; Ik heb je de genade gegeven om te allen tijde met mij te synchroniseren; jij bent Mijn weerspiegeling, wat Ik voel, voel jij; Ik laat jou Mij voelen, zielen doorboren Mij opnieuw; 

(Mijn zielensmart bereikte nu haar hoogtepunt. Er wordt van mij verwacht dat ik mijn tranen inhoud, maar ik kon het niet.)

dochter, denk je dat Mijn Ogen droog zijn?[1] ze zijn net zo vol als de jouwe, Ik lijd … ook Mijn ogen zijn nat;

O Vassula! Mijn bloem, wat begrijp je Mij nu goed, dochter; we vergieten samen tranen, we lijden samen, we dragen samen Mijn Kruis;[2] Mijn Hart is gewond door zoveel zielen die Mij met bitterheid vervullen; O Vassula, jouw tranen zijn Mijn tranen; hier, draag Mijn Kruis, neem ook Mijn Nagelen, wil je Mij laten rusten? 

Ja, Jezus. 

(Mijn ziel heeft nog nooit zoveel verdriet en angst doorstaan als nu.) 

Vassula, O Vassula, hoezeer Ik er ook tegenop zie om je dit te vertellen, toch moet Ik je de waarheid zeggen; draag Mijn Doornenkroon en je zult Mij begrijpen; 

Ik denk dat ik het weet, Heer. Zal ik worden bespot, afgewezen? 

de zielen willen niet naar Mij luisteren, ze zullen zondigen, dat is bewezen door hun weigering te geloven in Mijn Barmhartige Boodschap, bewezen door hun tegenzin en hun vrees hun fout[3] toe te geven; hier, draag Mijn Kroon; 

(Hij zette haar op mijn hoofd.) 

je zult Mij verheerlijken; luister, de tijd zal komen, sterker nog, de tijd is gekomen dat Ik jou Mijn opdracht zal geven om Mijn graankorrels in grote overvloed uit te strooien; Liefde zal je leren om Mijn intenties te vervullen; toon je een winnaar, Vassula;

dochter, geef Mij vreugde en kijk Mij aan zoals nu; Ik heb je toegestaan Mijn Bloedend Hart te voelen door Mijn Bloeddruppels op jouw hart achter te laten; Ik laat je deelhebben aan Mijn Beker; je hoofd heb Ik gesierd met Mijn Doornenkroon, Ik heb je Mijn Kruis opgelegd, Mijn Nagelen geef Ik je, wat kan een Bruidegom meer aanbieden? alles wat Ik je heb gegeven zijn Mijn kostbaarste Juwelen; Mijn beminde, nu je Mij begrijpt, ben je bereid de diepten van Mijn Bloedend Lichaam binnen te gaan? 

Ja, Heer, breng mij daarheen

dochter, dan zullen we verder gaan, houd je aan Mij vast, zegen Mij; 

(Ik zegende Jezus.) 

kom, Ik zal jou ook  zegenen; sla ook je ogen neer; 

(Jezus zegende mij.) 

noem Mij Abba, je weet nu wat het betekent;[4] 

Abba? 

ja, hoezeer bemin Ik je! Ik heb je ook geschapen opdat Ik iemand zou hebben met wie Ik Mijn lijden kan delen; je zult Mij leren kennen, Vassula; je zult leren wie je Vader is; bloem, dierbaarste dochter, laat het bekend worden hoezeer Ik Mijn schepping[5] bemin;

Vassula, weet je waarom Ik jou deze machtige genade geef om Mij te roepen telkens wanneer je dat wilt? 

Om de redenen die U mij al verteld hebt, Heer. 

er is nog een andere reden; 

Schrijf dat alstublieft niet op, ik heb U gehoord. 

ja, je hebt Mij gehoord; 

Maar Heer, “dit” komt van U, het is niet van mij. 

bloem, onthoud dat Ik je alle vrijheid heb gegeven om te kiezen; 

Ja, Beminde, maar U hebt ons ook de genade van ons intellect gegeven om te kunnen begrijpen en kiezen. U hebt mij dat geleerd. 

ja;[6] Ik bemin je; kom, ons, wij? 

Ja, Heer. 

(Ik voelde plotseling behoefte aan God, de Heilige Maria en alle Heiligen. Toen verscheen de Heilige Maria, met geweldige kracht.) 

de uren vliegen voorbij, Jezus leidt je; vrees niet, mijn beminde dochter, heb mijn Vrede; Jezus is met je, Jezus is je Gids; bemin Hem zoals je doet, Mijn Vassula; je geeft enorm veel eerherstel; wees Jezus’ balsem, geef Hem vreugde; Ik, je Heilige Moeder, zal je helpen, vrees niet en ga door; je bent op de goede Weg; Ik bemin je; 

Ik bemin U, Heilige Maria. Als ik mij moet haasten kan ik dat alleen als God de Weg voor mij zal openen, dan zal ik  voortgaan, Zijn hand vasthoudend. Ik vertrouw Hem. Ik reken op Hem. Ik vraag U, Beminde Moeder, om mijn steun te zijn, mij te bemoedigen en mij te helpen. 

je zult steun van Mij ontvangen en Ik zal je helpen; 

Dank U, ik zegen U.


[1] Ik keek op, want de Stem van Jezus beefde van zielensmart en ik zag hoe Zijn Ogen zich met tranen vulden en Zijn Gelaat, rond Zijn ogen, nat was van tranen.

[2] Jezus dicteerde zeer snel.

[3] Jezus verlichtte mij om deze passage te begrijpen. Ik weet voor wie Hij spreekt. Het raakt  de Kerk heel diep.

[4] Noot van de uitgever:  St. Paulus schrijft (Rom. 8:14-15): “Allen die zich laten leiden door de Geest van God, zijn kinderen van God. De Geest die gij ontvangen hebt, is er niet een van slaafsheid die u opnieuw vrees zou aanjagen. Gij hebt een geest van kindschap ontvangen die ons doet uitroepen: ‘Abba’, Vader! Het woord ‘Abba’ komt van het Aramees, en betekent ‘Papa’. Jezus spreekt aldus over de Vader in Marcus 14: 36.

[5] Hier laat God mij weten dat Hij mij niet méér bemint dan de rest van Zijn schepping, maar Hij laat als voorbeeld zien hoeveel liefde Hij voor mij voelt. Ik ben als een voorbeeld.

[6] Er was een korte pauze.