21 september 1987 

Mijn God, hoezeer verlang ik ernaar dat iedereen U bemint en naar U terugkeert, U erkent

O dochter, hoezeer verlang Ik dit ook! 

(God leek ernaar te verlangen dat dit zou gebeuren!) 

Hoe verlang ik ernaar dat de wereld beseft dat U altijd zo aanwezig bent onder ons; hoezeer U ons bemint; hoezeer wens ik dat ze beseffen dat we op deze aarde slechts op doortocht zijn en dat U op ons wacht. Hoezeer verlang ik ernaar dat men elkaar bemint, dat men een eind maakt aan de haat en het egoïsme, voor elkaar leeft en zorg heeft voor elkaar en U, onze Vader, aanbidt, en dat men zich verenigt. Wat zou ik graag willen dat ze zouden geloven in Uw tekenen en ze niet verborgen houden, denkend U daarmee een gunst te bewijzen. Wat zou ik graag willen dat men besefte hoezeer men zich vergist, en dat men Uw Rijkdommen ziet! 

Vassula, jouw verlangens zijn je door Mij ingegeven; ze doordringen je, Ik zal Mijn Vlam brandend in je houden, altaar, voor altijd; verspreid Mijn woorden; “Ik, de Heer, zegen Mijn kinderen van Garabandal” 

Heer, ik verspreid met de capaciteit die ik heb; ik heb kanalen nodig om ze breder te verspreiden

Vassula, Ik heb je getuigen gegeven; 

U bedoelt mijn vrienden? 

ook andere; 

Bedoelt U van de Kerk, de priesters? 

ja, Vassula, zij zijn jouw getuigen; 

Ja, Heer. 

laat Mij je Mijn woorden inprenten; 

Jezus, ik denk ineens aan een man die helemaal niet gelooft dat deze openbaring van U komt. Hij is de eerste

Ik weet het; 

Maar waarom? 

om de eenvoudige reden dat hij geleerd is; 

O, mijn God, ik heb zoveel wensen! 

vraag het Mij gewoon; 

Gewoon vragen? 

ja, beminde, vraag; 

Alles? 

alles; 

Ik verlang een verandering ten goede, mijn God. Ik verlang dat hun harten ontvlamd raken door liefde voor U, en dat miljarden mensen U eerbiedigen, U aanbidden, allen op hun knieën. Ik verlang dat ze voelen, zoals ik dat voel, hoezeer U ons bemint en hoe U ons nabij bent en hoe vertrouwelijk wij met U mogen zijn; een Vader, een Vriend, een God, alles in Eén. Zou U Uw Licht niet op hen kunnen laten schijnen en ze wakker kunnen maken, zoals U met mij hebt gedaan? Ik wil dat ze hetzelfde geluk delen en de vertrouwelijkheid die ik met U heb. Alstublieft, Vader, ook zij zijn Uw kinderen. 

Vassula, alles zal worden gedaan; Ik zal velen naar Mij terug ­leiden; ondanks hun slechtheid zal Ik ze helpen; word het niet moe inspanningen te plegen samen met je God;     

wij, ons? 

Ja, Heer.