8 december 2011
Mijn dochter, leun op Mij; volg het pad dat Ik voor je heb voorbereid, een pad dat bedekt is met uitgelezen saffieren, dit is het pad dat je naar Mij zal leiden; volg het pad van een oprecht mens, want het is geëffend [1]; volg het pad van Mijn oordelen, maak Mijn Kerk groter, breng Mijn mensen samen om te ontspruiten en te bloeien, Ik maak je verantwoordelijk, dochter van Egypte, om je blik op Mij, je Heer, te richten, en Mij te beminnen; verberg je blik niet voor Mij totdat de oogst binnen is zodat je doorgaat Mijn Wil te kennen;
kijk naar Mij, dochter, verheug Mij door Mij te beschouwen;
de God die ik beschouw doet mijn geest jubelen;
Zijn luister vervult het hele universum,
Hij is de Alfa en de Omega,
en toch onbeschrijfelijk zachtmoedig en vriendelijk;
alle aardse zorgen vervagen wanneer ik naar U kijk;
alle angst verdwijnt, geabsorbeerd in Uw Licht van vrede en heiligheid;
het is waar, dochter, Ik ben Heilig en Mijn luister bedekt de hele kosmos; Mijn ongeschapen Goddelijk Licht openbaart aan de mensheid het Koninkrijk van Mijn Vader en stelt hem in staat door te dringen in de mysteries van Mij, de Mensenzoon;
Ik heb geroepen en Ik roep iedereen nog altijd, om zich over te geven aan Mijn Wil en om berouw te hebben zodat zij binnenkomen in Mijn Goddelijk Licht dat aan hen het Koninkrijk van Mijn Vader en Zijn Wil zal openbaren; slechtheid moet uit elk hart worden verbannen, want het kwaad brengt de dood;
in jouw dagen, Vassula, wanneer de mensen je nog steeds vragen hoe ze moeten weten of zij in overeenstemming zijn met Mijn Wil, zeg hen: “als uw geest niet in God rust, maar bezorgd is, verpletterd en ongerust over alles in deze wereld, dan is dit een teken dat u zich niet volledig heeft overgegeven aan God, noch aan Zijn Wil;
want hij die in de Wil van God leeft, vertrouwt God; wanneer moeilijkheden op zijn weg mochten komen en zijn leven wordt bedreigd, dan zullen deze zijn vrede niet beïnvloeden, nee, maar als u voor uw leven vreest, dan is dit ook een teken dat u ver bent van het overgeven van uw wil aan Gods Wil;
een ziel die geen angst kent, geen enkele, is een ziel die zijn wil aan God heeft gegeven; als een ziel bidt en van God vraagt om iets te verkrijgen en dit toch niet ontvangt en bezorgd is dat hij het niet heeft gekregen, dan is deze ziel nog ver weg van de Wil van God;
een ziel die zijn wil heeft overgegeven aan de Wil van God heeft geen zorgen, kent geen angst en leeft niet in bezorgdheid voor wat komen zal, die ziel blijft onbezorgd en kalm en aanvaardt Gods beslissing, en verliest nooit zijn vrede; maar een persoon die alleen bezorgd is over zijn leven en alle materiële dingen van deze aarde, deze ziel zal voortdurend leven onder droefheid, angst en zorgen, en pas nadat hij zichzelf overgeeft aan Gods Wil zal hij in staat zijn om in vrede te leven en Gods Wil te kennen;”
dan, alleen dan, zullen zij duidelijk zien en Mij erkennen; de Schrift zegt: “ja, volslagen onwijs zijn alle mensen die onwetend zijn over God en die niet in staat zijn uit de zichtbare goederen, Hem te kennen die is” [2]; sommigen zullen zeggen: “de Heer geeft mij lijden en beproevingen die mijn draagkracht te boven gaan”; “wat er ook uit Mijn Wil komt, als je in Mijn genade bent, dan zul je in staat zijn ze met een licht hart en met kracht te dragen, want de liefde draagt met liefde en genade”; dit is wat je hen kunt vertellen; en als ze vragen: “maar waarom geeft de Heer mij deze genade niet, en de gave van kracht om alles te dragen wat mijn ziel bedroeft?” Mijn antwoord is: “Ik wil dat je je wil opgeeft voor de Mijne! je hebt je wil niet overgegeven aan Mijn Wil maar je wandelt nog steeds op eigen kracht; en nog erger, heb je je niet afgevraagd waarom je elke keer zegt: ‘God deed mij begrijpen, of zei me, om dit of dat te doen’ en toch zijn deze dingen verkeerd gegaan en geen werkelijkheid geworden? dit is ook een teken dat je je niet volledig hebt overgegeven aan Mijn Wil; verneder jezelf; vraag Mij om een berouwvolle geest en je zult in Mij rusten; dan zal Ik je het Koninkrijk van Mijn Vader openbaren;” wanhoop niet, want Ik ben altijd met je; de Liefde bemint je; ic kom…
[1] op hetzelfde moment hoorde ik het woord “vlak”
[2] Wijsheid 13:1