27 april 2011
Mijn vrede geef Ik je;
herinner je Mijn Woorden: als iemand Mij dient, dan zal Mijn Vader in de hemel hem eren;
Ik wist dat je Mij altijd zou horen wanneer Ik je riep en met Mijn genade die Ik je gegeven heb, zou je Me verheerlijken, zoals je ook Mijn Vader zou verheerlijken; vandaag vervolgen ze [1] opnieuw de Weg, zelfs toen Ik Mijn geur achterliet in hun aanwezigheid; ze verscheuren Mijn Lichaam als wolven; wonderen die in Mijn Naam zijn gedaan tellen voor hen niet meer; ze veronachtzamen ze; tegen jou, Vassula, zeg Ik: wees niet ontmoedigd, want de gave die jou gegeven is heeft zijn doel en zijn juiste uitwerking gehad en heeft deze nog steeds: blijf trouw en herinner de wereld er altijd aan dat iedereen het recht en de mogelijkheid heeft, als zij willen, om dicht aan Mijn Boezem te zijn en Mijn vriendschap te genieten en vertrouwelijk te worden met Mij;
jij, die Ik begunstigd heb, hebt de waarde van vertrouwelijkheid geleerd; Ik heb je getrokken binnen [2] in Mijn Hart en je hebt Mijn zoetheid geproefd en de bedwelmende en onuitsprekelijke liefde die Ik heb voor iedere ziel… jij zag in een visioen [3] dat Ik je heb gegeven hoe Mijn Heilige Geest je had gekozen uit velen om Mijn Echo te worden en bouwer van Mijn Kerk;
dit alles terwijl [4] Ik je nabij was; hoe zou je anders, Vassula, Mijn Kruis hebben gedragen? Ik heb je bedeeld met een intieme vertrouwelijkheid, zonder deze zou de zwaarte en het gewicht van Mijn Kruis van Eenheid je hebben verpletterd en ontmoedigd om verder te gaan! zie je, Mijn duif? de uitstorting van milde goddelijke genade was over je neergedaald om je te sterken om voort te gaan ondanks alle tegenstand;
Mijn Hart verheugde zich toen Ik je hoorde zeggen: “God heeft alles onder controle, dus wanhoop niet!” ja! inderdaad heb Ik alle situaties onder controle; sommige zielen zouden kunnen denken van niet wanneer situaties zich tegen hen keren want zij vertrouwen ondoordacht op hun eigen kracht en overwinningen; echter, vroeger of later verminderen hun vruchten en alle bovennatuurlijke lichten beginnen te vervagen; ook hun mate van liefde voor Mij wordt minder in graad en deugd; kwade neigingen beginnen in hen te groeien en de energieën die ze van Mij hadden verkregen houden gevaarlijk op en worden niet meer opgenomen als voorheen; het vlees begint hen te overwinnen en hun geest, beïnvloed door de wereld, zal hen terugtrekken naar hun oude hartstochten;
maar als een ziel in Mij blijft en haar geestelijke en sacramentele leven en alles wat de Geest haar leerde niet verwaarloost, en wie toestaat dat ze wordt bezeten door Mijn Geest, die ziel zal in tijden van vervolging en in moeilijke situaties op Mij steunen en zij zal met vertrouwen zeggen: “de Heer is met ons, dus wie kan tegen ons zijn?” zeg nooit: “onze Heer heeft ons verlaten…” of “de Heer heeft mij vergeten…”
dochter, geef Mij je tijd en Ik zal Mij verheugen, onthoud Mij je gezelschap niet, vrede zij met je, wij, ons? Ik bemin je! ic
[1] de hiërarchie en de ongelovige leken
[2] ik hoorde tezelfdertijd het woord ‘kamer’
[3] visioen gegeven op 29 januari 1989
[4] de periode van stilte