31 mei 2003

Mijn Vassula, vrede voor je ziel; neem deze woorden en grif ze in je hart en geest; Ik ben hier![1] kijk naar jezelf, let op jezelf…schrijf:

Mijn woord is tot jou gericht om het door te geven; dit was Mijn Gebod voor jou; dan legde Ik deze kostbare schat in jouw handen; Soevereine Heerser Ben Ik en Ik ben degene die beslist en raad geeft, daarom kan geen schepsel Mij komen vertellen wanneer Ik Mijn land moet bewerken of niet; niemand van jullie moet Mij vertellen wat Ik moet doen; als Ik het nodig acht Mijn priesters te laven met rijk voedsel en Ik zie dat deze generatie het zo nodig heeft te worden gevuld met Mijn goede dingen en ze te vernieuwen, zal Ik dat vrijelijk doen; Ik heb geen adviezen nodig van de doden; er staat geschreven dat een ongeestelijk persoon iemand is die niets van Mijn Geest aanvaard; hij ziet alles als onzin; het gaat zijn begrip te boven, want het kan alleen door de geest worden begrepen;

op de dag waarop Ik je heb bezocht, heb Ik je van je schuld gezuiverd; Ik heb toen naar Mijn tuin gekeken, voor Mijn Dag, en heb een woestenij gezien; Ik kende je door en door; Ik had elke van je daden onderzocht, ze waren alle opgetekend in Mijn boek; Ik had je dagen genoteerd en vastgesteld, zelfs voordat de eerste ervan had plaatsgehad; in Mijn tegenwoordigheid stond een eindeloze woestenij; Ik zei: “Ik zal haar bezoeken met laaiend vuur, en dit stenen hart verwijderen en haar in plaats daarvan een hart van vlees geven, om Mijn Naam te eren; en dan, als Ik dat heb gedaan, zal Ik in haar binnendringen met Mijn Geest en zal zij leven onder Mijn Genade, [2] door haar de Geest van standvastigheid, volharding en uithoudingsvermogen te geven, van vreze des Heren en van gehoorzaamheid en Mijn Wet van Liefde; Ik zal haar begiftigen met de Geest van Kennis en de ogen van haar ziel openen ter onderscheiding van de geesten; dan zal Ik haar neerslaan en naar de woestijn slepen waarin Ik Mijn gezalfden naartoe sleep, eenmaal daar, zal Ik haar slechte gedrag in herinnering brengen om haar afkerig te maken van haar zonden en haar beledigingen jegens Mij; Ik zal haar met bitter berouw treffen over haar onverschilligheid tegenover Mij, haar Schepper en Vader; op die dag, als Ik haar naaktheid zal tentoonstellen, zal zij tenslotte zichzelf met de grond gelijk maken;” barmhartig, en met grote tederheid heb Ik je toen naar Mij opgetild en je in Mijn omhelzing gehouden; Mijn Engelen en Heiligen zeiden, toen ze getuigen van dit wonder waren:

“wat een wonder! de Meester van de hemelen en van de aarde, en van alles wat tot bestaan kwam, heeft nu getriomfeerd over ellende; dit dorre land, kort geleden nog een woestenij, is nu passend voor onze Heer, om zijn rust in te nemen en Zijn plannen in te leggen; onze Heer heeft in zijn Barmhartigheid herbouwd en weer geplant wat verwoest was, glorie en lof zij de Almachtige; O schepping, verheug je, want onze Heer en Koning zal zijn verlangen uiten, Zijn nobel thema tot je richten door Zijn instrument, dit alles zal jullie allen gratis gegeven worden…”

gezegend zij God, want ik ben geholpen, en mijn vlees
heeft weer gebloeid in Zijn Goddelijke Tegenwoordigheid;
Ik dank U, Heer, met heel mijn hart,
Ik zal altijd Mijn God zegenen;
mijn lippen zullen Hem voortdurend prijzen omdat Hij mij heeft toegestaan
in Zijn Koninklijke Hoven te wandelen…

Wie gezegend is om U te aanschouwen,
heeft geen andere bekoring of verlangen dan in U te zijn
en U te beminnen;
om aan de rand van de Fontein te zijn
stelt mij niet langer tevreden,
maar alleen als U mij in de Fontein zult trekken
mij in Uw Bron zult onderdompelen
zal ik bevredigd zijn…

Ik ben het Elixer van Leven en het beginsel van de hele kosmos; en Ik zal het voor alle eeuwen en in alle eeuwigheid zijn…

het Ontzagwekkend Mysterie…

maar Ik ben je Vader en jij bent het gebeente van Mijn Gebeente, het vlees van Mijn Vlees, in wie Ik Mijn welbehagen heb… je moet al Mijn onderrichtingen veilig bewaren en altijd het begin onthouden, opdat je je kennis vermeerdert, over Mij, je God; van deze Oden hier zal iedereen kunnen lezen van de Wijsheid en de Heilige Schrift begrijpen in het licht van de Heilige Geest, die Licht geeft op Mijn Woord, opdat redding kan worden verkregen door het geloof in Mijn Zoon, Jezus Christus; ja, Vassiliki, Ik ben hier om jou en iedereen eraan te herinneren hoe Ik woestijn verander in watervlakten en dorre landen in stromende bronnen;

Ik ben de Bron van je hart, generatie, en in elk uur van crisis ben Ik altijd met je om je te troosten en hoop te geven, kijkt naar jezelf, jullie die Mij hebben toegestaan in je te bloeien; herinner jij je hoe ook jij ooit achteruitging als een schaduw onder schaduwen? als jullie je vorige positie hadden gehandhaafd, zou Ik Mijzelf niet aan je hebben geopenbaard; gezegend zijn zij die gezond verstand hadden en voorrang verleend hebben aan Mijn Tegenwoordigheid, die begrepen dat, om zijn ware vrijheid te verkrijgen, men die Heilige Geest moest omhelzen; al Mijn werken zijn subliem en vol majesteit; ach, Ik houd Mijn ogen steeds gericht om hen die mediteren! over alles wat Mijn Woord bevat, en zijn betekenis overwegen; zij zullen geluk vinden en de betekenis, de zin van hun bestaan, en zodoende de hemel[3] helemaal naar de aarde trekken en in hun binnenste; het staat geschreven:

“Ieder die de Heer vreest zal overeenkomstig handelen, en ieder die de Wet begrijpt , zal Wijsheid verkrijgen;[4] ja! ook jij kunt Mijn Geest ontmoeten en Hem bezitten, en Hij zal je ontvangen zoals men een maagdelijke bruid ontvangt; dan, samen op het bruidsbed, zal Hij Zijn goddelijke plannen aan je onthullen, terwijl Hij je, in Zijn overvloedige Liefde voor jou, het brood en het begrip te eten aanbieden en het water van wijsheid te drinken zal aanbieden, zodoende je hullen in de straling van onsterfelijkheid in Zijn onsterfelijke heerlijkheid; de Beminnaar van de mensheid zal je laten zien hoe je zult rondgaan om Hem te dienen en de Drie-Ene God te beminnen; Wij zullen je verzadigen met Goddelijke tederheid, Onszelf met jou verstrengelen in Onze omhelzing; We zullen het pad van leven voor je herleiden in helderheid en nauwkeurigheid;

kom en dank luid, prijs Mij in de bijeenkomsten en heb je hart steeds gereed om Mijn instructies te ontvangen;

ja Heer! want wat heb ik te zeggen?
Uw voorschriften, Heer, zijn nu melodieuze psalmen
in mijn oren,
en Uw Wetten een Liefdesode
omdat U mij hebt bezocht…

eenheid in conversatie met mijn God
overtreffen alle genoegens van deze wereld samen;

ik ben vol van Uw Liefde en
ik prijs Uw Heilige Naam, die mij toestaat
deel te hebben aan Uw Licht;

de hoeveelheid Kennis, die U bij mij
hebt ingedruppeld, overstelpt mijn ziel,
Uw Geboden belichamen trouw;

U hebt mij in vlammen gehuld,
brandend van het loutere verlangen vloeistof in U te worden;
als U Uw mond opent om met tederheid te spreken,
als Uw woord zich ontvouwt, geeft het licht,
niet alleen aan mijn ziel,
maar ook om mij heen!
want trouw is zijn wezen…

Ik lig niettemin dikwijls wakker,
gedurende de nacht;
en vraag mijzelf af:

– hoe komt het dat zoveel van Uw schepselen hebben opgehouden in U te geloven en in een zo grote geloofsafval verkeren?

– het zien van deze afvalligen deprimeert mij, velen van hen vervolgen U, onderdrukken Uw Goddelijke Liefde, en noemen U een “goedkope mythe”…

– ieder van hen komt met een bizarre filosofie en verklaart haar wereldwijd met schaamteloze taal; zij tarten Uw Wet, graven valkuilen voor hen die zwak en onzeker zijn; ze dreigen de hele aarde in verval te doen raken (uiteen te doen vallen);

“Toch vult Hijzelf hun huizen met goede dingen”[5]

– eerder had ik te lijden in Uw Vuur, en ik verdorde in de woestijn en op zovele andere manieren… in deze dagen lijd ik nog steeds en betreur ik het gebrek aan geloof overal in de wereld, en hoe onbarmhartig zij Uw Woord kruisigen, telkens en telkens weer;

– zij laten met trots hun goddeloosheid zien, alsof ze een schat hebben ontdekt, maar in werkelijkheid hebben zij teer en roet ontdekt, en hun besmeurde handen willen de hele wereld besmeuren;

– het kwaad is universeel geworden… en dan, in Uw grote barmhartigheid, roept U iemand op onder Uw verloren zonen, roept U een van hen op, en na hem door en door te hebben gezift, hebt U hem gezalfd met een profetische geest, om het kwaad te gaan bestrijden, en met zijn blote handen de teer die de aarde bedekt te gaan ruimen;

– hij moge onbeduidend zijn en van geen belang, maar de macht van de Heilige Geest is zijn sterkte, alleen erom bekommerd God te gehoorzamen en de Wil van de Vader te doen, slaat hij geen acht op zijn vervolgers;

– als een strijder, die bevolen is met moed te vechten en de Kerk te verdedigen, huivert hij niet, maar gaat door te verkondigen dat God groot is, de Grootste…verkondigt hij Zijn Koninkrijk…

– U geeft hem Uw Woord om hun harten te bemoedigen en op te monteren waarin het kwaad zich had genesteld, en er het verderf weg te wassen, maar alles wat hij ontvangt is ‘lethargie’, ‘afwijzing’ en ‘verlatenheid’… Ik lig wakker en vraag mijzelf af:

– waarom heeft Jahweh Zijn Gelaat voor zovelen van Zijn schepselen versluierd? waarom belet Hij deze filosofen Zijn Gelaat te zien en te beschouwen?

– waarom brengt Hij ze niet tot zwijgen?

van Jahweh is bekend dat Hij door de schaduwen van de duisternis van elke ziel heen kijkt, en ik vraag mij af of er voor hen enige kans op redding is? Of gaan ze allemaal omkomen in de vlammen van de hel?

zullen zij op de een of andere manier, door een speciale genade van U, vrede met U sluiten en zich met U verzoenen? zullen zij ooit komen om Uw Woord te verwelkomen als een Levend Woord?

deze afvalligen blijven in aantal groeien en ze vrezen niets omdat ze macht hebben;

mijn God, als ze vandaag de dag U openlijk ontkennen, zijn ze er zeker ervan applaus te oogsten en in positie en status op te klimmen bij hun gelijken…

maar zij die U volgen worden door hen gekleineerd en bespot in de ogen van heel de gemeenschap; ze worden weggewuifd als vliegen…

zij zeggen met vertrouwen en trots:

“waar is die Heer van jullie? Waar is Zijn Glorie? En wat is er geworden van het grote Huis van de Heer? Was er wel ooit een huis?”

stop daar, en laat Mij je vragenlijst beantwoorden! Het is waar, Ik neem geen genoegen met goddeloosheid, maar eerst wil Ik Mijzelf veroorloven te vragen, alvorens jouw vragen te beantwoorden; vertel Mij; wat is stralender dan de zon?

en vertel Mij, wat verlicht de hitte in woordenwisselingen? wie plaatst er een wachter bij ieders mond? kun je vertellen hoe Ik alle dingen controleer? kan iemand vertellen wat het goede is in elke mens, en wat het slechte in hem is? en hoe kan Ik weten en op welke manier weet Ik? Ondervraag jezelf en antwoord Mij …

het is de Heilige Geest die stralender dan de zon is, en Hij is het die elk hart verlicht…

ja, in de hoogste graad verheven in macht, in gerechtigheid, onovertroffen in gerechtigheid, en toch geen onderdrukker; de Heilige Geest kan elk van deze afvalligen van niet-zijn tot zijn leiden; Hij kan ze genezen door de offers en daden van eerherstel van anderen en door de gebeden die geofferd worden door Mijn heiligen; je ziet het Mijn Vassula, de barmhartigheid van de mens is begrensd en gaat niet zover als de Mijne; maar Mijn barmhartigheid strekt zich uit over alles wat leeft; Ik berisp, corrigeer en onderricht, en Ik breng hen geleidelijk terug in de kudde;

wat betreft de hitte in de woordenwisselingen, is dat een mild woord?

ja, een woord dat met liefde wordt gesproken, kan een hele situatie veranderen; het kan een oorlog doen stoppen; het kan ijs doen smelten en een storm bedaren; het kan een vuur doven; de Schrift zegt: “je moet zachtzinnig zijn als je mensen corrigeert, die het oneens zijn met wat jij zegt; vergeet nooit dat God hun gedachten kan veranderen zodat ze de waarheid erkennen en tot bezinning komen, en eenmaal uit de strikken waarin de duivel hen als zijn slaven gevangen houdt…”[6]  

daarom is een goed woord meer waard dan een blok goud.

Ik denk, ik geloof dat U een wachter aan onze zijde plaatst om ons te controleren en onze smeekbede te verwoorden, op een manier die niet onder woorden kan worden gebracht;

ja, er staat geschreven dat Ik jullie de plechtige belofte van de Heilige Geest heb gegeven; Hij komt iedereen helpen in zijn zwakte, Hij herinnert de mens eraan waar zijn plicht ligt, en omdat Hij de verdediger van de mens is, pleit Hij bij Mij, de Vader, en zegt: “bevrijd hem van de afdaling in de valkuil, want Ik heb een losprijs[7] gevonden voor zijn leven;” en dus gered, gered van het in het eeuwige vuur glijden, sta Ik[8] hem toe te leven, in het Licht te worden gebracht;[9] dan zal hij Mij loven en mij eer bewijzen… aan hen die berouw hebben, sta Ik toe terug te komen… Ik koester de edelmoedigheid van u mens als Mijn oogappel…

wat betreft de beantwoording van Uw andere vragen, Vader, ik weet het niet; ik weet niet hoe U alle dingen controleert, en ik zal het nooit weten…

ik weet ook niet wat de mens in zijn innerlijk heeft tenzij U mij door genade inzicht geeft; ik beweer ook niet te weten hoe U weet, U bent een ontzagwekkend Mysterie, ontzag inboezemend, Auteur van deze Liefdeshymne, Auteur van Openbaring, Auteur van reddende daden over de gehele wereld;

ik roep in mijn ellende, tot de mensen op aarde, om hun ogen op te heffen naar U; geef aan allen die van Uw reddende macht houden, voortdurend reden om te zeggen: ‘God is Groot!’

wat mijzelf betreft, gewond door Uw Liefde, blijf ik Uw helpende slavin, tot Uw beschikking, altijd hopend, altijd verlangend naar een vernieuwing, door Uw Heilige Geest gegeven voor heel de mensheid…

Ik heb met deze generatie medelijden gehad, daarom heb Ik je geroepen en je gesterkt om Mijn woorden op te schrijven; op deze manier kan iedereen ze lezen, zal iedereen in staat zijn te profiteren van Mijn woorden; Ik wilde dat je Mijn Vaderlijke Liefde zou verkondigen, Mijn goedheid en Mijn erbarmen voor de hele wereld en hoe Ik barmhartigheid toon voor degenen die werkelijk berouw hebben… laat Me je nu antwoorden:

Ik ben Alomtegenwoordig; en zoals je terecht zegt, Ik ben een Ontzagwekkend Mysterie; maar er zijn mensen die dit Mysterie tarten; en toch is Mijn Heilige Geest bereid, de Bron van alles wat tot bestaan kwam, de Bron van Kennis, Zijn Gaven uit te delen aan heel de mensheid, haar tekenen[10]  en onderrichtingen te geven door Zijn onuitsprekelijk Licht; laat Mij je herinneren aan Mijn Woord; er staat geschreven dat Ik, God tot in het innerlijk van de mens kan zien en zijn hart onophoudelijk kan observeren door naar zijn tong te luisteren; inderdaad, Mijn Geest vult de hele kosmos en wat alle dingen samenhoudt; Ik weet wat de mens in zijn hart heeft; onthoud, Mijn Licht is zo zuiver dat het alle dingen op aarde doordringt en vult, in de hemel en in de hele kosmos…[11] Ik ken alle mensen, en zelfs geen gemurmelde klacht ontgaat Mij…

de Geest is de gever van geloof door genade, Hij is de kracht waarin Hij de hele Schepping belichaamt; het is tevergeefs te geloven dat de mens uit zichzelf God kan bereiken, of zelfs te begrijpen wat een Mysterie is en ondoorgrondelijk, tenzij Mijn Geest op hun neerdaalt en hem een licht van begrijpen geeft, hem de verborgen mysteries onthult door een openbaring; anders is het niets meer dan louter vermoeden; je hebt de ellende om je heen gezien, mensen van bloed, mensen met schuld[12] aan hun handen, mislukkingen en dergelijke;

laat Mij je antwoorden: als een slaaf, geroepen in de Heer, de vrijgelatene van de Heer wordt en een vrij man, geroepen in de Heer, wordt de slaaf van Christus; maar zij die tegenwoordig tegen Mij rebelleren, worden in hun rebellie slaven van de boze, en in hun rebelse geest zijn ze in vijandschap met Mij, hun God; jij vraagt, “waarom heeft Jahweh Zijn Gelaat voor zovelen versluierd?” Ik heb altijd Mijn Gelaat verborgen voor de zonde; Ik kan niet aanwezig zijn waar onzuiverheid is[13] of goddeloosheid; wat jouw filosofen betreft, die Mij de oorlog verklaren, het is niet alleen omdat ze niemand boven zich tolereren; opgeblazen van trots zeggen ze:

“Ik zit op de troon van God;”[14]

dan wachten ze tot er een deugdzaam mens passeert, om hem te slaan en te vernietigen wat aan hun manier van leven tegengesteld is; je hebt Mij gevraagd, Mijn Vassula, of er enige kans op redding is ook voor deze mensen; Ik schep behagen in het tonen van Mijn Barmhartigheid, want hoe groot ook het getal zonden is die iemand heeft begaan, genade is groter; Ik kan hen vergunnen Mijn trouw te zien, en dat Ik bereid ben hun misdaden te vergeten; er staat geschreven dat Ik de wereld zal oordelen met gerechtigheid en een echt vonnis zal uitspreken over alle naties;

ach wat is een mens
dat U een gedachte aan hen wijdt?
en toch hebt U ons weinig minder dan een god gemaakt;
mogen alle mensen Uw lofzangen citeren en zich verheugen
over Uw Reddende hulp…

vandaag geef Ik jullie het geschenk van Mijn Barmhartigheid; Mijn Woorden te lasteren zal jullie geen goed doen, generatie; in jullie dagen kijk Ik neer vanuit de hemel, op jullie allen; hebben jullie het niet gemerkt? jullie zijn als lekkende reservoirs geworden, die geen water vasthouden; velen hebben Mij verlaten, en de hemel staat verbijsterd over deze rebellie; Ik heb jullie hart bij je geboorte gevuld uit de fontein van levend water; Ik heb jullie hart gevuld met Mijn Tegenwoordigheid; nu, als een gebarsten reservoir zijn jullie uitgedroogd; jullie zijn hol; moet Ik dan niet tussenbeide komen? Ik ben, Vassula, bezig Mijn Schepping te vernieuwen; dit is het begin van deze vernieuwing;

dit is Mijn doorgang tussen de graven, tussen dit grote kerkhof, Mijn doorgang zal de graven veranderen in glorierijke Kathedralen, met het Vuur van Mijn Liefde in hen! de schittering van Mijn Tegenwoordigheid in hen zal ontzagwekkend zijn; van niet-zijn in de tombe, en even donker als in de tombe, zal Mijn doorgang onder jullie zo schitterend en lumineus zijn als de zon; de schaduw van de dood en het duister van het kwaad zullen verdwijnen als een nevel, door Mijn lumineuze Tegenwoordigheid; talloos zijn Mijn Oproepen, en de genade van de Heilige Geest is nooit zo duidelijk geweest dan in jullie tijden;

mensen van bloed kunnen zeggen wat ze willen, verklaren wat ze willen, maar Ik zal geen acht slaan op hun woorden en hun verklaringen, want Ik doe apostelen en heiligen opstaan, die met de genade van de Heilige Geest zullen schijnen op de hele mensheid; Ik zelf zal hun onderrichten om graden van een hoge heiligheid te bereiken ondanks de nadrukkelijke weerklanken van hun vijanden, die hen geen medelijden noch naastenliefde zullen betonen; Ik zal hen echter de geest van standvastigheid geven, een geest zo heldhaftig dat hun loutere tegenwoordigheid de fundamenten van de hel zal doen schudden, daar ze bekleed zullen zijn met de glorierijke schittering van Mijn Zoon, Jezus Christus, en hun tong als een tweesnijdend zwaard zal zijn; ze zullen op iedereen schitteren, goede en slechte mensen samen, om hun harten te verwarmen en alle rondom liggende lijken met Mijn Woord tot leven brengen; eeuwige zegening zal er uit hun handen komen; zij zullen velen bevrijden van de wereldse hartstochten die hen gevangen en geworteld hielden in de zonde; en de Ode “Waar Leven in God” zal worden gezongen in Mijn Bijeenkomsten, kind, om iedereen te veranderen in goden door deelname; zij zullen talloze teksten lezen, want Mijn woorden zijn Byzantijnse lezingen, die jullie van niets tot goden zullen verheffen, [15] die jullie leiden naar hoge niveaus van ascetische spiritualiteit en praktijken; een mystiek leven dat bereikbaar kan zijn en bereikt door elk menselijk wezen;

Ik, de Heer, bemin Mijn schepping, en Ik wil niet dat ze vergaat!

onophoudelijke vreugde van Mijn Hart, Mijn Vassula, ontvang meer van het Vuur waarmee Ik je heb gezegend voor Mijn apostolisch Werk, dat Ik je heb opgedragen; laat Mijn hand niet los, wees nooit bang! Ik heb je ziel begiftigd met Mijn Geest, om jouw geest te vernieuwen; de Liefde staat je terzijde;

(deze boodschap nam verschillende maanden in beslag)


[1] De Vader spreekt

[2] Ik hoorde gelijktijdig het woord “staren”

[3] Ik hoorde tegelijk, “Mijn Koninkrijk”

[4] Si. 15:1-2

[5] de Engelen spraken plotseling

[6] 2Tim. 2:25-26

[7] van de slachtofferzielen, of: van de offers, boetedoening en gebeden die edelmoedige personen aan God aanbieden voor de bekering van zondaars

[8] God de Vader

[9] de Heilige Geest

[10] de mensheid

[11] de Heer gaf mij op dit moment een visioen van iemand als de Mensenzoon, alleen staand met geopende armen, horizontaal gespreid en in Zijn Lichaam alle dingen bevattend, alles, de hele kosmos. Niets was er buiten Hem.

[12] roet en teer

[13] Wijsheid 1:4-5

[14] Ezechiël 28:2

[15] goden door deelname; aangenomen zonen en dochters van de Allerhoogste