30 september 2002
Mijn Heer, mijn God,
hoe heerlijk is het aan Uw zijde te reizen
terwijl Uw hemelse zaden worden gezaaid in de wind!
In tegenstelling tot de duisternis die mij omringt,
bent U een Zuil van laaiend Vuur, een Straal van Licht;
Uw Heilig Gelaat, Christus,
is als een Schitterende Diamant
en als U mij aankijkt,
verlicht Uw schittering mijn ziel,
om niet te bezwijken in de duisternis;
stralender dan duizend zonnen samen,
staat U nu in glans voor mijn armzalige ziel;
ach, als de mensheid eens wist wat het betekent om in de aanwezigheid te zijn
van zo een onbeschrijfelijke schoonheid?
U, mijn Machtige God, Onvergankelijk Licht,
Uw Tegenwoordigheid is kosteloos aan de wereld gegeven,
maar hoe komt het dat zij U niet kunnen herkennen, of U zelfs niet kunnen zien?
Mijn Genadige Heer,
bekoorlijker dan alle Engelenmachten samen,
die alle begrip en redenering overstijgt;
Uw grenzeloze Barmhartigheid en Uw onbegrijpelijke Overvloed
en Uw Edelmoedigheid laten mij in ontzag achter …
Uw aantrekkelijkheid magnetiseert mijn ziel,
verlamt haar en dompelt haar onder in ondraaglijke droefheid,
Uw aantrekkelijkheid verwondt mij …
Bij talloze gelegenheden heb ik geprobeerd U te grijpen,
maar mijn pogingen waren vergeefs;
het was als het pogen vuur te grijpen;
mijn vingers gingen door U heen …
Als in een onbeslagen spiegel,
die het Eeuwig Licht weerspiegelt,
wordt Uw Luister verheerlijkt in heel Uw schepping …
En toch, hoe komt het dat Uw schepping dit schitterende Licht niet ziet?
Ofschoon mijn pogingen U te grijpen,
al was het maar de zoom van Uw gewaad,
tevergeefs waren, in Uw Medelijden en om mij aan te moedigen
de achtervolging niet op te geven,
maar door te gaan met mijn pogingen U te grijpen,
hebt U mijn pad bedekt met saffieren;
om mij gerust te stellen wat betreft mijn pogingen hebt U
met Uw Vinger Uw Naam met olie op heel mijn wezen getekend;
Zuil van Wierookgeur,
die de wereld parfumeert als U voorbij gaat,
hoe ben ik zo een genade waardig geoordeeld
de Wijsheid te verwerven als een leraar?
Toen ik vanuit mijn onwaardige hart mijn kreet tot U uitte,
boog Uw Soevereiniteit Zich uit de hoogte over mij neer, en openbaarde Uzelf, terwijl Uw Goddelijke Naam van Uw Lippen aan mij werd gegeven;
mijn ziel zalvend met Heilige Olie;
Zalving van mijn ziel,
in Uw uitbundige Liefde, in Uw Goddelijke Dwaasheid,
hebt U mijn ziel gesierd in statige gewaden;
mijn naaktheid bekleed met Uw Goddelijke Signatuur,
en mij de Uwe gemaakt voor altijd en eeuwig!
O Redder, sterk in Uw Liefde voor de mensheid,
bevochtig mijn lippen nu met genade
om mij altijd tot U te richten met lof en eer …
ach, beminde! Ik heb je geroepen om naar Mij alleen te streven; Ik heb je geroepen om opgetogen te worden over Mij net zoals Ik opgetogen ben over jou; Ik heb je ziel verwond door Mijn Schoonheid om je te roepen tot een leven in Mij; Mijn Tegenwoordigheid die je tot op de dag van vandaag doet schrikken en die je ziel heeft teruggebracht tot niets dan een loutere weerspiegeling van Mijn Licht, vrolijkt je op; Mijn uitbundige Liefde die Ik voor jou heb maakt je ziel dronken van dorst naar Mij; Ik heb je bevrijd om kalmte van lichaam en ziel te verkrijgen; ongevoeligheid voor de wereld kun je alleen door Mij verkrijgen; in deze ongevoeligheid kan Ik in jou Mijn hemelse zaden planten;
zie je? zie je hoe Ik jou voor de mensen tot een getuige gemaakt heb om alle naties bijeen te roepen opdat zij, die zich niet bewust zijn van Mijn Tegenwoordigheid naar Mij zullen rennen om Mij te verheerlijken? Ik had gezegd dat Ik Mijn Woorden tot een vuur in jouw mond zal maken om diegenen aan te trekken die Mij nooit hebben gekend om Mij te dienen en Mijn Naam te beminnen; heb Ik niet gezegd dat Ik Mijn gebroken altaren zal herstellen?
in Mijn eigen huishouden, dat nu verstrooid is, zal Ik voortgang maken; Ik zal de trotse en hoogmoedige harten scheiden van de zuiveren van hart; precies zoals men bokken van schapen scheidt; er is je gezegd Mijn Wet en Mijn voorschriften te onderhouden, en er is je gevraagd van harte berouw te hebben; de zuivering is al begonnen en sommigen van jullie zijn al door Mij bezocht; ben je in je schrik je woorden vergeten toen je in doodsangst uitgeroepen hebt: “ik ben gegrepen door Uw Vuur, Heer!” eindelijk je schuld erkennend, met gekreun van berouw?
wat betreft degenen die nog niet Mijn bezoek hebben ontvangen, hen wachten veel kwellingen, de Dag van de Heer zal ook over hen komen, en wat voor een dag zal dat zijn! Ik zal snel zijn in het tonen van Mijn Barmhartigheid op voorwaarde dat jullie berouw hebben … Ik zal Mijn Barmhartigheid tonen en jullie allen verzamelen van overal onder de hemel vandaan; maar van te voren zeg Ik, de Auteur van deze Liefdes-Hymne, tegen jullie, tenzij de wereld in haar slechtheid zich tot Mij keert en berouw heeft, en kwaad vergeldt met liefde, zal wat jullie allen kan gebeuren alle historische records van zuivering laten zien!
Heer! ik weet niet wat ik moet zeggen!
er is geen hartstochtelijk berouw, geen echte wroeging … de naties zijn in oproer, en hun prestaties zijn de maat van hun goddeloosheid … de hele aarde zal lijden tenzij Ik een echte kreet van berouw hoor; ach, en zij die op platforms gaan staan, vrede verkondigend en hoe en op welke manier men vrede onder elkaar moet stichten, wanneer deze zelfde mensen Mijn geboden overtreden en met Mij in oorlog zijn, hoe verwachten zij met hun gezond verstand vrede te brengen?
maar wanhoop niet, op het einde zal redding komen van de Drie-ene God, Degene die je blijft verwerpen; goddeloze generatie, tenslotte zul je in vrede leven; de God die boven op de troon is gezeten zal je bebossen en Mijn Geest zal voortdurend in dorre landen stromen als een schitterende stroom; Ik zal alle dingen vullen met Mijn eigen Licht, in dit Licht zal Ik het onkruid verwijderen uit de tarwe; zoals Ik tegen je heb gezegd, zal Ik de bokken van de schapen scheiden;
voor hen die zich buiten Mijn Goddelijk Licht zullen bevinden, zal Ik ontoegankelijk en onzichtbaar zijn, en alleen duisternis zal hun woning zijn; maar degenen die zich in Mijn Goddelijk Licht zullen bevinden zullen gezegend zijn, en zij zullen zelf licht zijn binnen Mijn Licht; Ik zal hen omvatten en hen laten delen in Mijn eigen helderheid; hoe zuiverder de ziel, des te helderder zij zal zijn; gelukkig de mens wiens fout is vergeven, wiens zonde is uitgewist; gelukkig de mens die Ik van geen schuld beschuldig, wiens geest tot geen bedrog in staat is!
vertel aan jouw generatie dat God hier is, met jullie allen … ic;