3 maart 1999 

Heer? 

Ik Ben … naha lishbu firü nabish khaleh shbekh nirü malekh bissä; mbarakh abshan khedir lah coghar;[1]

Ik ben je Verlosser, je Alles, je Hemel; gezegend is hij die Mij ontvangt; heb Mijn Vrede; Ik, Jezus, zegen je;

het is geweldig je volledig afhankelijk te zien van Mijn macht! Ik zou het haten jou te zien worden als gewoon en niet afhankelijk van genade; zie je? Mijn Goddelijke Aanwezigheid, hoe duidelijk is het als Ik met jou in communicatie ben?

Vassula, hoor en schrijf: “jouw redding berust op bekering en kalmte;” dit was één van Mijn Thema’s die Ik tot jullie allen heb gericht gedurende deze afgelopen jaren; maar in ruil voor wat de Bruidegom[2] aanbood, ontvangt Hij nog steeds vijandigheid en minachting;

Hij roept luid en zegt: “Mijn Wederkomst nadert, wees voorbereid om Mij te ontvangen in genade terwijl de Genade nog voor jullie deuren staat!” maar in jouw desinteresse, generatie, blijft je duisternis in je toenemen en wordt zelfs arroganter; Mijn Licht schijnt zo helder, maar in je duisternis, generatie, ziet niemand het; Ik kom hier om je verschrikkelijke nacht te verlichten maar tot op de dag van vandaag wordt Mijn Heilige Geest niet geëerd;

jullie vullen jezelf, generatie, met alles wat niet heilig is en een gruwel is in Mijn Ogen, jullie horen over afgezanten die door Mij zijn gezonden, en jullie tonen je dankbaarheid door je handen op te heffen en je lof uit te roepen voor Mij, omdat Ik hen zend als ‘ambassadeurs van de Allerhoogste’ om onder jullie te zijn; maar in plaats van over Mijn Woorden na te denken, is jullie uithoudingsvermogen aangetast door jullie neigingen tot sensatiezucht; deze mensen zijn zoals de Schrift over hen zegt: “zij zijn als een slaperige man, slaapdronken die jullie proberen te wekken, aan wie jullie bepaalde dingen hebben uitgelegd, en als jullie klaar zijn zal hij zeggen, ‘waar gaat het allemaal over?’ zijn hart zal, als een gebroken kruik, niets van Mijn gegeven kennis vasthouden, en dan, wordt hij als een dwaas op een dwaalspoor gebracht;”

daarom heeft Satan zoveel valse profeten doen opstaan, die Mijn Onderrichtingen en Mijn Goddelijk Handelen na-apen;[3] zo velen van jullie lezen wat niet van Mij komt maar wat van menselijke oorsprong is en een valse schepping is van de boze; maar Ik zal alle verborgen daden, goed of slecht, ter berechting roepen; Ik heb vanaf het allereerste begin uitgeroepen: “kom jullie allen die wandelen in deze woestijn en ontdek Mij, jullie Drie-Ene God;”

kijk, er is geen gesloten deur van Mijn kant, maar op Mijn Oproepen wordt geen acht geslagen en evenmin worden zij geëerd; Mijn herhaaldelijke bezoeken aan jullie, samen met Mijn gekozene, die Mijn reddende Liefdeshymne helemaal tot aan jullie voeten brengen om jullie te vernieuwen en Mijn wankelend Huis te herstellen, zijn onontgonnen gebleven;

tot sommigen van jullie heb Ik gezegd: “Ik zal nu jullie Mijn bezoeken ontnemen aangezien jullie onverschillig lijken voor Mijn verzoek tot vermenigvuldiging van de vruchten van haar werken in jullie handen door te evangeliseren;” en dat heb Ik gedaan; bovendien, is dit vertrek en deze onthouding noodzakelijk voor jullie groei; dit is het uur, of nooit, om de sikkel op te nemen en krachtig te maaien; haal een oogst binnen die jullie nooit zelf hebben voorbereid en heb Mijn zegen;

Vassula, Mijn aangenomen kind, leer dat Wij[4] voortdurend aan je zijde zijn en je omvormen door een liefdevolle verbintenis; Ik heb je ondergedompeld in Mijn kristalheldere bronnen,[5] die uit Mijn Mond stromen om je Wijsheid te leren, en je in Ons te doen doordringen voor een dieper begrip van Onze Drie-Ene Godheid; daarom, wie zou je zo een kalmte hebben kunnen geven, zo een vrijheid van geest, wie zou je hebben kunnen bedekken met saffieren?[6] en nu wie geeft je rust in Zijn Armen, en onttrekt je aan de schepselen?

vanaf het begin heb Ik je gezonden, met koninklijke vrijgevigheid, nog druipend van Mijn heldere bronnen, om te midden van de ellendigen en de armen te zijn; je bent ontkiemd in Mijn bronnen, en zoals Mozes, die Ik had omhuld door een wolk, heb Ik jou in Mijn Armen gehuld in een heilige contemplatie, gedurende welke je ziel en geest zijn verheven in het Goddelijke;[7]

in Mijn welwillendheid en de onuitsprekelijke minzaamheid van Mijn Liefde heb Ik je nu en dan glimpen van het Gelukzalige Visioen gegeven; om je blij te houden ben Ik op jou verschenen, soms als een transparante sluier, en op andere momenten heb Ik je helemaal omhuld, om te laten zien dat jij uit Mijn heldere bronnen komt;

om je te bemoedigen heb Ik in je bijeenkomsten tekenen en wonderen gegeven om jou en je zending, die Ik je heb gegeven, te begeleiden; deze generatie is getuige geweest van imponerende wonderen;

ach![8] als slechts enkelen de schatten meer zouden waarderen die Wij over hen hebben uitgestort … 

Ik[9] ben de levengevende substantie van je ziel en Hij die je in een kinderlijke liefde bracht tot Onze Godheid om een goddelijk leven te leiden en een ander kind te worden, door adoptie, van de Vader; Ik ben de Soevereine Meester van je ziel, maar ook je Vriend, en Ik sta je toe vrij te spreken je mening, je gedachten en je vrije wil te uiten die Ik je heb teruggegeven;

dus je ziet, Mijn Vassula, wat het betekent een dochter te zijn door genade zoals het Woord Zoon is door natuur?

je bent geroepen deel te nemen aan dit Goddelijk Reddingsplan maar ook om binnen te gaan in het Drie-Ene leven; kom en adem in Mij en vul je ziel met Onze Goddelijke Liefde, deze Goddelijke Liefde die je in een volmaakte eenheid met Ons brengt; 

[10]luister, Mijn uitgekozene, Ik weet hoe ijverig je bent als het gaat om Mijn Belangen en Mijn Glorie; Ik weet ook hoeveel offers je brengt voor de bekering van de wereld en hoe oprecht en vurig je bent om Mij te troosten wanneer je ziet hoe Ik Mijn Hand uitstrek, smekend, en Mijn Huis smeek zich te verenigen door verzoening en vrede te sluiten, en Ik weet ook hoe jij je voelt als je Mij ziet wenen om de afwijzing die Ik ervaar;

maar nu, op Mijn beurt, wil Ik je nogmaals verzekeren van de gunsten die Ik je heb verleend en van Mijn genegenheid die Ik voor jou heb; ja, Ik weet ook hoe Mijn afwezigheid[11] je doet lijden ook al is ze niet van lange duur, maar tijdelijk; 

Ach mijn Gezalfde,
mijn geest kan nog steeds niet Uw afwezigheid ondergaan
zonder te lijden. 

ach, maar Ik heb een eed gezworen die Ik nooit zal intrekken, de eed om samen met jou je zending te beëindigen, je nooit in de steek te laten;

de overwinning is nabij, want de Macht van Mijn Liefde is veel groter dan de macht van het kwaad en de hele hel tezamen; verheug je dus en sta Mij toe je in Mijn dienst te houden, houd je oren open voor de Stem van de Heilige Wijsheid; het is Mijn hevig verlangen je te onderrichten en dan kan Ik op jou het Goddelijk werk afmaken dat Ik ben begonnen;

opgesloten in Mij, in Mijn Hart, wil Ik dat je in een permanente staat van contemplatie bent waarin je ziel kalm blijft en dronken van Mijn zoetheid; blijf verlangen naar de openbaringen en onderrichtingen van Mijn Hart, opdat je ze doorgeeft aan deze generatie en aan alle nog komende generaties; de Heilige Geest zal doorgaan je te begunstigen met Zijn Sublieme Licht in je intellect en door dit Licht zul je Mijn Kerk mooi maken; blijf klein, werkelijk klein, en sta door Zijn macht van actie toe nog doeltreffender te zijn; belijd het Credo met liefde en ga verder in Ons Licht en twijfel nooit aan Onze Rijkdom, aan Onze Barmhartigheid en aan Onze Tederheid jou betoond;

Mijn Vader heeft door een vluchtige Blik je hart geopend, als een plotselinge scherpe Lichtstraal die insnijdt, heeft Hij je hart geopend en het gevuld met Ons lichtend en Goddelijk Licht, en openbaart Ons Beeld in jou, verandert je hart in een Bron, vernieuwt je door een stroom van deugden, vernieuwt Ons Heiligdom en Ons Domein zodat jij de juiste heraut wordt die Ons zou toestaan Onze Liefdeshymne in jou te griffen, verrijkt met onbegrensde mystieke kennis en begrip;

kom, Mijn Goddelijk Plan zal in jou worden vervuld met Tederheid en niet met verdriet; ontvang Mijn zegen en vrees niet; Ik heb je aangenomen voor dit apostolaat van Eenheid en door jou aan te nemen heb Ik je geëerd om je aan te nemen voor Mijn Kruis, zodat je al zijn fasen in je zult opnemen; omhels Het met liefde en denk aan Zijn overwinning!

Ik, Jezus, die je nabij ben, zegen je; ic; 

De Geest van God spreekt door mij,
Zijn woord is op mijn tong,
Hij heeft mij ingebed in Zijn Hart als een kostbare steen in een kroon,
Hij boog Zich neer van Zijn Troon om op mijn pad een rozenbed te leggen;
U hebt Uw Scepter overgegeven aan een niet-bestaand schepsel,
zonder U er ooit om te bekommeren of dit barmhartige gebaar van U
Uw Scepter in waarde zou doen dalen; 

in Uw Boezem ben ik onderwezen met onderrichtingen van de Wijzen,
van een smerig vod hebt U mij veranderd in Uw heraut, 

Gezegend is Uw Naam,  Amen.


[1] Dit alles werd mij gegeven in een onbekende taal.

[2] Jezus noemt Zichzelf de Bruidegom in deze passage.

[3] Ik begreep dat sommigen zelfs deze boodschappen kopiëren.

[4] De Heilige Drie-eenheid.

[5] Het Woord van God.

[6] Saffieren vertegenwoordigen hier deugden.

[7] In God.

[8] Dit was een zucht van God.

[9] Plotseling uitte de Heilige Geest deze woorden.

[10] Jezus ging verder.

[11] In de zin van het niet ontvangen van een roep.