5 februari 1999 

Wat kan ik terugdoen
voor de Goedheid die de Almachtige mij heeft betoond?
Hij heeft wonderen in mij verricht; 

Ik heb Mijn Troon in jou gevestigd voor altijd … Ik ben je Koning die je heeft gezalfd zodat je Mijn Koninkrijk binnengaat; Ik ben de Koning van de veiligheid van je ziel; 

Mijn hart smelt als was en wordt vloeibaar
in Uw Goddelijke Tegenwoordigheid;
ik verheug mij in Uw Luister en Uw Majesteit;
U hebt Uw macht getoond
door Uw Heilige Tegenwoordigheid toe te staan
door de woestijn van mijn ziel te stromen als een rivier;
alleluia! en alles wat bezoedeld was in de dorheid van mijn ziel
werd weggewassen in de grootheid van Uw Liefde; 

ja, Mijn beminde, Ik sta bekend om Mijn Barmhartigheid en Mijn tedere Hart; heb je niet gehoord hoe Ik woestijnen kan veranderen in rivieren en dorre gronden in waterbronnen? verheerlijk Mij in de bijeenkomsten en doe deze generatie begrijpen dat Koninklijke Waardigheid van Mij is;  wat kunnen zij Mij teruggeven  voor Mijn Soevereiniteit?

Mijn Koninklijk Hart verheft de armen van geest, Ik verhef de behoeftigen en de ellendigen om hun koninklijke gewaden te geven en hen toe te staan te wandelen in Mijn Hoven; Ik zegen hen door Mijn Heilige Naam te griffen op hun hele wezen, en de poorten van deugd voor hen te openen zodat hun gedrag Mijn Koninklijke Waardigheid behaagt; door Mij gevormd zullen zij leren hoe zij een onberispelijk leven moeten leiden; 

Ik zal in alle bijeenkomsten
de grootheid van Uw Naam verkondigen,
zonder vrees zal ik uitroepen dat Barmhartigheid met ons is,
Zich neerbuigend uit de hemelen om ons te bereiken; 

en voor hen die mij opjagen, kom liefdevol tussenbeide;
bevrijd mij van menselijke onderdrukking;
steun mij zoals U mij hebt beloofd
en laat de gemene tong beteugeld worden; 

heb je enige beperkingen opgemerkt? ga door, zeg het … 

Ben ik fout als ik zeg: op de “binnenmuren” van Uw Huis, daar, vind ik niet veel steun … 

niemand zal in staat zijn je neer te slaan, zelfs niet de “binnenmuren” zoals jij ze hebt genoemd van Mijn Huis, zolang Ik met je en aan je zijde ben;

de “binnenmuren” zouden boven je gesloten zijn, maar de vrijmetselaars die hard gewerkt hebben om die “binnenmuren” te bouwen, hebben tevergeefs hard gewerkt; jouw loutere ijver voor Mijn Huis die je verteert zal hen ten val brengen  …

Ik heb je niet gevraagd of je wel of niet steun had van de “binnenmuren” van Mijn Huis; Ik heb je gevraagd of je enige beperkingen hebt opgemerkt … 

Nee; in het geheel niet; Uw Boodschap breidt zich uit,
en ik zie Uw Glorie en Uw Macht;
groot zijn Uw prestaties, mijn God;
U hebt Uw kinderen Uw Glorie laten zien;
U heerst over alles …en U verspreidt
Uw Heilige Boodschap van Waar Leven in God … 

vrees dus niet; wie je dan ook terneerdrukt, Ik zal je weer oprichten; Ik heb je opgericht om Mijn leerlinge te zijn; Ik ben het, je Bruidegom, kom dus, ga de vreugde van je Heer binnen!

luister aandachtig en schrijf: tot op de dag van vandaag is er niet veel aandacht[1] geschonken aan Mijn barmhartige Oproepen, en evenmin is er aan Mijn waarschuwingen aandacht besteed; Mijn leerlinge, Mijn Wederkomst is ophanden, Ik heb je uitgezonden om Mijn Woorden in deze wereld te verkondigen, en om in Mijn Heilige Naam te spreken maar nog zouden velen niet luisteren;

het uur van Satan komt nu tot een einde want Mijn triomf is nabij; daarom houdt hij zo velen gevangen, gebonden door geloofsafval; gebonden door leugens;

generatie! generatie, je geloofsafval is groot en een grotere dan deze heb Ik niet gezien, en vandaag weigert deze slechte generatie te luisteren naar Mijn Barmhartige oproepen en gaat door de bevelen op te volgen van hun eigen verharde hart; hun schouders ophalend, zeggen ze, Mijn dochter: “wij geven er de voorkeur aan te doen wat ons bevalt …” en zij beginnen met kwaad doen … aangezien zij de Bron van Levend Water hebben verlaten zullen zij sterven in hun geloofsafval;

Mijn Vader is meer dan beledigd; hoe lang nog zal de aarde verdeeld en verscheurd zijn? hoe lang nog zal Mijn Kerk verdeeld zijn en in rebellie[2]? de Geest van Mijn Vader wordt voortdurend gelasterd en belachelijk gemaakt door velen van Mijn bedienaren; heeft deze generatie nog geen tumult gehoord uit de hemel? hebben jullie nog niet uit de hoogste hemel een weeklagen van de heiligen gehoord?

ach, Vassula, te zien hoe deze zielen[3] zich verheugen in hun gruwel, hoe zou de Hemel dan geen wraak claimen? en Ik zou er aan toevoegen, met tranen in Mijn Ogen, dat velen van Mijn kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders meer vertrouwen op wat hooggeacht wordt door de mensen, maar ze vergeten dat deze dingen weerzinwekkend zijn in Mijn Ogen;

Ik vraag je plechtig: vul Ik niet hemel en aarde? zal Ik dan niet Mijn Heilige Geest uitstorten over de gehele mensheid en Mijn Belofte uitvoeren?

en dus Ik zeg tot al diegenen die de ingevingen van hun verharde harten volgen: “aangezien jullie niet zien dat de aarde is gevuld met het licht van de glorie van Mijn Geest, en jullie doorgaan slecht te noemen wat goed en heilig is, zullen jullie door je eigen ongeloof je eigen zonde op jullie hoofden doen neerkomen;”

zegen over hem die gelooft, mogen zij binnengaan in Mijn vreugde!

Ik zou niet willen dat iemand in de misleiding valt en gelooft dat de toorn van Mijn Vader is verminderd; Zijn Barmhartigheid is groot maar Zijn gestrengheid is even groot; en ach, generatie, hoe kun je ontsnappen aan de verdoeming? wat je al deze jaren gezaaid hebt zal je oogsten …

dus, Vassula, je wedloop is nog niet voorbij, verheerlijk Mijn Naam in Mijn bijeenkomsten;[4] Ik heb je een geestelijke gave geschonken om in staat te zijn de harten van de vaders naar hun kinderen te wenden en de harten van de kinderen naar hun vaders; velen zullen profiteren van je gave, en van je werken; zij die zullen luisteren zullen in hun hart heiligmakende genaden ontvangen, en door deze genaden zal veel van de roest van hun zonden worden genezen want zij zullen degenen geweest zijn die Mijn Heilige Geest van Genade hadden verwelkomd;

deze tijden zijn de tijden waarin de Schrift[5] spreekt over Mijn Dag en over een verslindend vuur, wanneer de hemel in vlammen zal uitbarsten, en wee het hart zonder berouw! hoeveel meer zou Ik je nog hebben kunnen waarschuwen, generatie? Mijn goddelijk bezoek nadert en het Vuur van de Zuivering nadert, waarin jullie zielen door zijn hitte zullen smelten als was;

Ik heb je aangeboden, generatie, en Ik bied je nog steeds aan de minzaamheid van Mijn intieme en goddelijke vriendschap, maar je hebt het niet aanvaard en velen van jullie hebben niet begrepen wat de Bruidegom jullie aanbood;

dochter, onthoud dat Ik je heb omhuld met Mijn speciale zorg; heb je niet de getuigenissen gehoord van hen[6] die Ik de genade heb geschonken Mijn Gelaat te zien op jou, hen sterkend met Mijn verschijning? onderschat dus Mijn goddelijke Macht niet; Ik zal doorgaan Mijzelf op jou te tonen, jou te sieren met Mijn Gelaat want dit behaagt Mijn Vader;

houd je ogen gericht op je zwakheid, je ellendigheid, je onvolmaaktheden en je zovele tekorten, en geef Mij dan altijd beminnelijk de vrijheid om van jou je tijd en je bereidheid te vragen om deze ontkerstende maatschappij van jou te kerstenen, en ook welwillend te bemiddelen voor de Eenheid van Mijn Kerk;

laat je enige belangstelling gericht zijn op Mijn Belangen; pleit voor de bekering van de zondaars; deze Mij aangeboden gebeden zijn als een aromatische geur van wierook; deze zucht[7] van jou parfumeerde Mijn Hart en het was Mijn genoegen hem te ontvangen …

bemin Mij en geef genoegdoening voor hen die Mij dagelijks opnieuw kruisigen … verheug je in Mijn Tegenwoordigheid, Ik ben met je;

Ik, Jezus, zegen je; ic;


[1] Niet zoveel als verwacht was.

[2] Ik hoorde tegelijkertijd:  niet verzoend en niet in vrede.

[3] De zielen: de generatie die van haar geloof gevallen is.

[4] De Heer bedoelt in de gebedsbijeenkomsten.

[5] 2 Petrus 3:1-18.

[6] Veel mensen in verschillende naties getuigden dat Christus’ Gelaat verscheen op het mijne.

[7] Ik slaakte plotseling een zucht, want ik kende mijn zending die mij is gegeven door de Allerhoogste: te pleiten, genoegdoening te geven en door de wereld te draven om te evangeliseren, zonder rust, zodat mijn leven verandert in een onophoudelijk gebed en offer.